Het is alweer een paar dagen geleden en ik ben al wat van de schrik bekomen, maar ik wil mijn avontuur toch graag navertellen.
Afgelopen dinsdag ging ik met de auto naar Abcoude, waar ik mijn goede vriend Theo wilde bezoeken. Ik rijd normaal gesproken altijd met de navigatie app van google maps, omdat het navigatiesysteem in mijn auto niet alle wegen herkent en ook niet waarschuwt voor onverwachte omleidingen enzo.
Tot voor kort werkte mijn google maps navigatie uitstekend. Ik heb er ook graag een gesproken aanvulling bij en die deed het steeds naar behoren. Onderweg merkte ik helaas dat de stem zweeg. Geen nood, dacht ik. Ik kan de weg ook wel vinden door op het schermpje van mijn telefoon te kijken.
Even voor de afrit naar de A9 blokkeerde de app. Ik merkte dat aan het feit dat het scherm stilstond en bleef hangen op een bepaalde plek. Gelukkig wist ik, omdat ik altijd de route vooraf even bekijk, dat ik moest afslaan naar de afrit A9 en daar na bij de afrit A2. Ik zag, toen ik op de A2 reed, een bordje Abcoude, maar ja, hoe verder? Ik ken daar heg noch steg.
Ik wil het verhaal over dat navigeren niet te lang te maken.
Ineens bevond ik mij op een landweggetje met maar één baan. Het was een dijkweggetje. Links van me stroomde een riviertje met waterlelies en rechts liep de berm met een hellinkje naar beneden en daarachter waren weilanden. Het was er rustig en groen, maar ik had daar op dat moment geen welwillend oog voor. Ik wist dat ik behoorlijk verdwaald was en zeker niet in de buurt van het adres waar ik heen moest. Google maps wist het ook niet. Ik kreeg boodschappen te lezen als ‘rijd naar het zuiden’ en daarna ‘rijd naar het westen’. De weg mijn scherm ging rechtuit met aan het einde een het advies weer terug te gaan naar waar ik vandaan kwam. Ik wist het zeker nu. Dit was foute boel.
Ik stopte bij de eerste de beste gelegenheid en dat was een oprit naar een boerderij. Ik zette mijn auto schuin op de naar beneden hellende oprit en belde aan bij een grote ijzeren poort. Ik zag een camera, een alarmsysteem en een kastje met een elektrische bel. Er kwamen wat blaffende honden naar me kijken, maar toen ze zagen dat er toch niemand voor me opendeed en ik dus achter het hek bleef, verdwenen ze weer naar waar ze vandaan gekomen waren. Opzij van de oprit zag ik twee alpacas die me niet al te snugger aankeken. Hier woonde duidelijk geen gewone boer, maar ik had te maken met een ‘pretboerderij’.
Karamba, ik stond hier midden in het verlaten platteland! Aan wie kon ik hulp vragen? Er kwam een auto langs en ik stak mijn hand op en keek er voor mijn gevoel bij of ik hulp nodig had. Maar kennelijk keek ik niet benauwd genoeg, want de autobestuurder stak zijn hand ook op ter begroeting en reed voorbij. Ik vond het nu echt spannend worden. Gelukkig kwam er even later een fietser aanrijden en ik sprak hem aan. Hij stapte af en nam de tijd om mij de weg te wijzen. Ik kon twee dingen doen: rechtdoor blijven rijden of omkeren. Rechtdoor was misschien gemakkelijker voor me, stelde hij nog voor, omdat ik dan niet hoefde te keren. ‘Dat is geen probleem,’ zei ik en hij wees me hoe ik er kon komen door terug te keren naar waar ik vandaan kwam. Hij legde het goed uit. Ik bedankte hem hartelijk.
Daarna begon ik te keren met mijn auto. Ik zag een tractor voorbij komen en om hem ruimte te geven reed ik achteruit de oprit een beetje verder in. De tractorchauffeur bedankte me door zijn hand op te steken en ik zwaaide terug. En nou komt het!
Ik stond met mijn auto nu geparkeerd op de handrem met mijn de achterkant gericht naar het enorme ijzeren hek, dat zich op zo een anderhalve meter van mijn bumper bevond. Ik liet de koppeling langzaam los, gaf gas en liet intussen langzaam de handrem los en……merkte dat mijn motor het niet trok! De auto wilde liever naar achter glijden en op het hek knallen. Ik raakte in paniek. Wat nu? Eigenlijk had ik een stuk of twee drie sterke mannen nodig, die mijn auto vanachteren tegen konden houden terwijl ik gas gaf, maar die waren nergens te bekennen. Alleen die twee bruine alpacas, die me schaapachtig aankeken. Ik stapte even uit de auto en had zin om te janken, maar besefte dat ik het toch echt alleen moest zien te redden. Dus weer stapte ik in en ik herhaalde de handeling om te starten op de deze nachtmerrie van een hellingproef met het ijzeren hek dat dreigend achter me was.
Ik gaf met al mijn kracht gas, hoorde de motor loeien als een gek en merkte tot mijn opluchting dat de auto nu met piepende en slippende banden vooruit schoot.
Ik vond de weg nu snel dankzij de goede aanwijzingen van de fietser.
Het was heel gezellig bij Theo en Abcoude is een schitterend dorp. We maakten een mooie wandeling en daarbij schoot ik wat foto’s met mijn mobiel. Het zou gaan regenen. Om eventuele files te vermijden ging ik pas rond 18 uur weg.
De navigatie blokkeerde dit keer niet, was nog steeds wel zonder geluid, hoe ik ook geprobeerd had instellingen te wijzigen. De terugreis verliep in de stromende regen en even na Schiphol kwam ik op de A4 in een enorme file terecht. Er was een ongeluk gebeurd. Tegen 19.30 kwam ik thuis…
In de islam bestaat een bijgeloof dat dinsdag nooit een goede dag is om te reizen. Ik probeer reizen op dinsdag zoveel mogelijk te vermijden, maar dit keer kon het niet anders vanwege andere afspraken die zowel Theo als ik verder hadden. Maar al met al is het goed afgelopen.
Die nacht kon ik moeilijk inslapen. Ik was opgelucht dat ik van die helling was afgekomen, maar in mijn gedachten flitsten alle scenario’s voorbij van hoe het zou zijn gegaan als ik op dat hek zou zijn geknald.
Hahaha! Voor een klein moment was je een roodharig alpacaatje 🤓
Ik was vereerd met je bezoek en vond het ook best gezellig.
Achteraf is het grappig om te vertellen, maar op dat moment vond ik er niks aan. Wat een stress!