Gisteravond na de soep bij Ali en Zoraida en tijdens het uitlepelen van een kiwi bleek ik ineens op mijn praatstoel te zitten. Zoraida zei dat ze, als ze eenmaal verhuisd zijn en Sara wat ouder is, graag bij ons komen logeren (Ahmad had hun daarvoor al uitgenodigd, wat ik niet wist). Ik vond dat heel leuk om te horen en op de een of andere manier zette mij dat aan het praten. Er kwamen veel verhalen los over mijn verleden en mijn kinderen.
Toen we met een zaklampje in het donker weer naar ons huisje stiefelden, vroeg ik aan Ahmad of ik niet te veel had zitten lullen. Ik schaamde me een beetje. ´Nee, helemaal niet,´ stelde de lieverd me gerust, maar ik had nog steeds het gevoel dat ik teveel had blootgegeven van mezelf.
Eenmaal in bed zakte dat gevoel wat af en ik sliep heerlijk. Maar nu, op deze vroege zondagochtend komt het gevoel bij mij weer op dat ik mij kwetsbaar heb opgesteld. Ali en Zoraida zijn ook zo lief. Zij stellen me enorm op mijn gemak en dan kan dit gebeuren. Ach ja. Ik heb niks te verbergen.
Ik moet nu dit tafeltje vrijmaken om te ontbijten. Later op de ochtend nemen we afscheid van het jonge gezin en dan gaan we huiswaarts. Buiten is het nog donker en nevelig.