We gingen opnieuw naar het asiel en dit keer zou mijn oudste dochter een kat uitkiezen. We kwamen al snel terecht bij een moederkat met jonge katjes. De katjes waren al aardig gegroeid op één katje na. Dat was de pechvogel die altijd als laatste bij de bak met eten kwam en misschien had hij ook wel minder moedermelk gehad. Behalve klein was hij ook nogal kaal, vooral bij zijn oortjes en dat gaf hem het uiterlijk van een kremlin. Het was wel een levendig katje. Hij kwam onmiddellijk aansnellen op de lokroep van mijn dochter. Dat zou hem moeten wezen, dit kleine eigenwijze gecastreerde katertje!
We namen hem mee en noemden hem Toepek, naar de zanger Tupac, een favoriet destijds van mijn dochter. Het was een leuk beestje, nog heel speels en het was vermakelijk om te zien hoe hij achter zijn eigen staartje aan racete.
Adelante was gewend altijd een gedeelte van zijn eten te laten staan. Dan ging hij even naar buiten en als hij dan terugkwam at hij de rest op. Dat ging nu niet meer door, want bij terugkomst had Toepek zijn portie opgegeten. Het schooiertje pakte eten waar hij het krijgen kon. Het was een kleine deugniet. Als het buiten sneeuwde had hij geen zin om zijn behoeften in de koude sneeuw te doen en dan poepte hij stiekem in een hoekje van de kamer. Dat leerde ik hem snel af door hem aan zijn poep te laten ruiken en daarna door het luik naar buiten te duwen. ‘Daar moet je poepen!’
Adelante was niet blij met de nieuwe indringer, die zijn eten telkens wegkaapte. Zijn unieke positie als ‘kat van het huis’ bestond niet langer. Op een dag was hij zoek. Hij kwam gewoon niet meer thuis. Ik zocht de hele buurt af. Tot ik met een buurvrouw praatte, twee huizen verderop. ‘Jouw kat slaapt de hele dag bij mij,’ vertelde zij me. Ik ging direct met haar mee haar huis in en inderdaad zag ik Adelante daar prinsheerlijk liggen op een kleedje. ‘Dat gaat niet door,’ zei ik. Ik pakte hem op en nam hem mee naar huis.
Kort daarna kreeg hij een abces in zijn hoofd na een vechtpartij met vermoedelijk een rat. De wond was dichtgegaan maar daarna gaan ontsteken. Hij had een heel gezwel op zijn hoofd. Ik haastte me hem in een kattenreistas te doen en bracht hem hals over kop naar de dierenarts. Hij was doodziek. Bij het afscheid bij de deur snufte Toepek even aan zijn draagkooitje. Dat moet een ommekeer zijn geweest voor Adelante.
Vanaf het moment hij terugkwam van de dierenarts na een operatie en een paar dagen herstel, was hij onafscheidelijk met Toepek. Waar hij ging, zag je Toepek achter hem aanlopen als een carouselpaardje. Het was duidelijk dat Adelante de leiding had. Toepek was een klein katertje en hij bleef ook zijn hele leven klein. Iedereen dacht dat hij nog een kitten was, ook toen hij al lang volwassen was. Hij is nooit meer helemaal uitgegroeid.
Adelante liet nu nog steeds wat van zijn eten staan, als hij zijn bordje eten kreeg. Hij liet goedmoedig toe dat Toepek dat dan van hem weg snaaide. Toepek vergezelde Adelante ook op zijn nachtelijke tochten. Op een dag kwam Toepek thuis met een staart die kennelijke ergens klem had gezeten. Het uiteinde van zijn mooie lange krulstaart was helemaal kaal en roze. Het zag er verschrikkelijk uit. Dit keer moest hij in de reistas en snel naar de dierenarts. Zijn mooie lange staart, die hij altijd parmantig omhoog hield met aan het einde een krul moest gedeeltelijk geamputeerd worden! Sindsdien had Toepek nog maar een klein stompje als staart en het was duidelijk dat hij daar niet blij mee was. Het maakte hem wat onzeker. Ik denk dat een staart heel belangrijk is voor het evenwichtsgevoel van een kat bij het springen en dergelijke. Toepek was niet meer zo vrolijk als voor de amputatie. Zijn staartje hing nu voortaan altijd schuin naar beneden. 🙁
De vriendschap tussen Toepek en Adelante was onverbrekelijk geworden. Altijd waren ze samen. Af en toe liet Adelante Toepek op speelse wijze zien dat hij wel de baas was. Dan vochten ze een vriendschappelijk robbertje, waarbij Toepek zich altijd uiteindelijk overgaf met zijn vier pootjes naar boven. Nooit deed Adelante hem pijn.
Toen Adelante stierf, was Toepek helemaal niet meer vrolijk. In zijn eentje ging hij niet zo graag naar buiten. Een paar jaartjes later stierf hij ook.
Weer een poepverhaal!
(maar wel leuk hoor, dat dan weer wel) ?