Zo een kat als Thomas kreeg ik nooit meer, maar Adelante was een goede tweede. Toen ik nog maar net in Den Haag woonde in het huis van mijn dromen wilde mijn oudste dochter een huisdier. Een kat leek mij het leukst en dus gingen wij hiervoor naar het nabijgelegen asiel. Het wemelde daar van de blaffende honden en katten in hokjes of bijeen in groepen. De meeste katten deden erg hun best om in de smaak te vallen. Het lijkt wel of ze weten dat dit voor hen belangrijk is om uit hun ‘gevangenschap’ weg te komen.
Op een goed moment zag ik een zwart-witte kat heel stoïcijns zitten, te midden van allemaal andere katten die hun best deden om meegenomen te worden door kopjes te geven en klagelijk te mauwen. De kat keek me kalm aan, maar verroerde zich niet. ‘Hé, jij daar,’ zei ik. ‘Als jij nu naar mij toekomt, dan neem ik jou mee.’ Alsnog verroerde hij zich niet. Er was wel een andere kat, die direct naar me toekwam. In het voorbijgaan gaf de kat die ik had toegesproken de gretige kat een paar draaien om zijn oren. Zo van: ze had het tegen mij en niet tegen jou!
Dit vertederde mij direct. ‘Deze nemen we,’ zei ik tegen mijn dochter en ik pakte hem op. ‘Mam, misschien is hij wel vals,’ waarschuwde zij mij. ‘Dat denk ik niet,’ zei ik en ik liep met mijn toekomstige kat regelrecht naar de balie. ‘Dit wordt hem.’
De asielmedewerker zei me dat ik hiermee goed werk verrichtte, want Wauwser (zo werd mijn kat in het asiel genoemd) stond op de nominatie om afgemaakt te worden. Hij was namelijk al eerder door iemand meegenomen, maar deze mensen hadden hem teruggebracht. Hij kon niet bij hun aarden, omdat ze niet de mogelijkheid hadden om hem naar buiten te laten gaan. Hij was nu al te lang in dit asiel en niemand wilde hem. Wauwser moest beslist een huis met een tuin, waar hij in en uit kon lopen. Kwam dat even goed uit. Die had ik toch! Mijn broer had ook al een kattenluik gemaakt in de deur naar de tuin.
Eenmaal thuis ging Wauwser direct naar buiten en bleef een tijdje weg. Ik begon me zorgen te maken. Straks weet hij niet meer waar hij woont, dacht ik. Dat bleek onterecht. Na een paar uurtjes kwam hij terug. Hij probeerde zich door het kattenkluik te wurmen, wat bijna niet lukte. Want hij had een grote duif in zijn bek, die niet in de breedte door het luik paste. Met moeite propte hij de dode vogel naar binnen en legde die neer voor mijn voeten. Een cadeau, omdat ik hem zo gastvrij ontvangen had. 😉
We zochten een naam voor de gecastreerde kater, want Wauwser vond ik drie keer niks. Het werd Adelante, omdat dit in het Spaans betekent. ‘Kom maar naar voren/ kom maar binnen.’ Ik wist toen nog niet dat ik ooit een Spaanse man zou trouwen. Ik sprak geen woord Spaans, maar had dit woordje uit het volgende liedje, dat in die tijd een hit was:
https://youtu.be/1maSbuu1H5M
Ik luisterde indertijd liedjes via een walkman. Had geen sjoege van de video. Vond het gewoon mooi klinken.
Adelante was ook bijzonder op een heel eigen manier. ‘King of the hood’.
Hij ontpopte zich als een kat die wel aangehaald wilde worden, maar nooit op schoot kwam. Wel kwam hij geregeld naast me zitten op de bank. Hij had echter niet zoveel interesse in mijn oudste dochter, die juist een kat zocht voor haarzelf om te knuffelen. Daarom gingen we nog een kat halen in het asiel. Zie volgende artikel.