Vandaag las ik in mijn digitale krantje dat drie keer zoveel bijstandsgerechtigden psychische zorg ontvangen als werkenden.
Dat kan goed kloppen. Mijn werk was vroeger het begeleiden van mensen met een bijstandsuitkering die vanwege een veelheid van psychosociale problemen ver van de arbeidsmarkt waren komen te staan. Mijn taak was het deze mensen toe te leiden naar meer levensvreugde door het helpen wegnemen van deze veelheid aan innerlijke en situationele ellende. Dit deed ik in opdracht van de Sociale Dienst. Uiteraard ging het daarbij niet om het geestelijk welzijn van deze mensen, maar om een uiteindelijke uitstroom naar betaald werk.
Bij sommigen had ik succes. Bij anderen minder.
Naast mensen die werkelijk psychisch leden waren er ook komedianten, die met succes hyperventilatie, straatfobie en andere mentale klachten veinsden. Rugpijn was ook een gewilde vage klacht, die moeilijk te verifiëren is. Maar mensen die werkelijk kampten met angsten, huwelijks- en opvoedingsproblemen en een algeheel gebrek aan zelfvertrouwen kon ik meestal wel helpen. Ik kon bij mijn werk putten uit opgedane kennis in mijn psychologiestudie en mijn eigen levenservaring. Eigenlijk was er geen probleem dat ik tegenkwam dat ik niet ergens van herkende. Mensen voelden zich in de regel begrepen door mij en daardoor kon ik ze figuurlijk bij de hand nemen. Altijd wist ik wel een snaar te raken bij mensen. Onder al die ellende en zwakheid zat altijd iets moois. Bij iedereen kon ik wel iets vinden dat de persoon enthousiasmeerde, iets dat hij/zij graag deed en goed kon. Mijn motto was dan ook: ‘iedereen kan wat’.
Nu zit ik zelf in de positie van uitkeringsgerechtigde. Ik ben gepensioneerd en heb recht op AOW en pensioen. Ik hoef niet meer te werken en niet meer te solliciteren. Wat een vrijheid! Maar deze vrijheid is niet zo eenvoudig als het lijkt. Ik kan me een ander artikel herinneren dat ik ooit las en dat vermeldde dat er veel depressie voorkomt onder ouderen. Dat kan veel oorzaken hebben. Zoals het niet langer hebben van een gestructureerde dagbesteding, het achteruitgaan van kracht en gezondheid, het verlies van dierbaren en sociale uitsluiting: het wegvallen van omgang met collega’s en eventuele zorg voor kinderen.
Je moet je maar zien te vermaken!
Ahmad en ik doen ons best wat van ons gepensioneerde leven te maken, met wisselend succes. Wij zijn allebei graag bezig met iets. Liefst ook nog iets dat enig nut heeft. En dat laatste valt niet mee. Het is niet gemakkelijk om telkens weer wat nieuws te bedenken. Ik hield me tot nu toe onledig met het schrijven van stukjes in mijn weblog, koranles van opa Halleluja, het schrijven van een boek (staat in mijn pc om verder te bewerken), het tekenen van portretten en het maken van filmpjes en foto’s. O ja, en niet te vergeten sporten en yoga. Met dat laatste ben ik gestopt, omdat ik het niet fijn vind om verplicht bepaalde dagdelen ergens te moeten zijn.
Maar steeds merk ik dat ik aan iets begin met heel veel enthousiasme en dat ik er na een tijdje weer op uitgekeken ben. The story of my life.
En nu denk ik: genoeg van dit alles. En ik zeg tegen mezelf: probeer eens niets te willen en te hoeven, maar simpelweg er te zijn. Te zien wat er om je heen is en gebeurt (zonder dat je het direct hoeft vast te leggen op een filmpje, fotootje of in een verhaaltje). Wees gewoon even stil en kijk om je heen, mens. 😉
mooi geschreven!
dankjewel 🙂