Ahmad en ik zijn beiden met pensioen, zoals veel andere mensen. Van sommige pensionado´s hoorde ik laatst dat zij er moeite mee hadden niet langer een ´positie te bekleden´ in de maatschappij. Dat men zich voelde alsof men er niet meer toe deed. Waarop ik dan weer zei dat zo een positie van ´niets meer hoeven´ ook voordelen heeft voor jouzelf en je omgeving. Hoeveel jonge mensen rennen niet noodgedwongen rond, van verplichting naar verplichting. Hun leven is een race, die af en toe meer weg heeft van overleven dan leven. Een pensionado daarentegen kan te midden van al deze stress een baken van rust zijn voor zijn of haar omgeving. De pensionado heeft tijd om stil te staan bij veel zaken. Heeft ook tijd om een helpende hand uit te steken naar zijn omgeving waar nodig. De oudere man of vrouw die aan de zijlijn staat van het jachtige leven kan dus zeker nog wel wat betekenen voor zijn of haar omgeving, zij het dat dit meestal wel is in een dienstverlenende en onbetaalde rol. Misschien is het daarom zo dat mannen meer moeite hebben met de overgang van werken naar niet meer werken buitenshuis dan vrouwen. Vrouwen zijn van nature (niet boos worden, feministen!) toch meer geneigd ook vervulling te vinden in verzorgende en dienende taken naast misschien een fantastische carrière buitenshuis. Vrouwen kunnen beter dan mannen veel ballen in de lucht houden. Als de carrière dan ineens wegvalt, zijn er nog genoeg ballen over om in de lucht te houden. Ik ben me ervan bewust dat ik hier generaliseer.
Wat mijzelf betreft, ik kan natuurlijk het beste voor mezelf spreken, voor mij geldt het volgende: Ik was altijd een erg dienstverlenend schepsel. Met mij kon je alle kanten op. Ambities had ik nauwelijks, behalve een enorme nieuwsgierigheid. Ik wilde veel van de wereld zien en met name hoe de mens in elkaar stak had mijn interesse. Later kwam ik terecht in een huwelijk met een veeleisende en weinig gevende echtgenoot. Ik bleef dienstverlenend me opstellen, omdat dit in mijn natuur zat. Ik kreeg kinderen. Ik ging leven voor mijn kinderen. Ik deed allerlei soorten werk, waarvan het laatste werk dat ik deed het beste bij me paste. Het was dienstverlenend. De cliënt was koning.
En nu ben ik vrij! Mijn kinderen zijn groot en nemen hun eigen beslissingen. Waar ik kan en wanneer zij daarom vragen help ik hen. Dat is tegenwoordig lang geen dagtaak meer. En ik heb een lieve echtgenoot. Hij vraagt niet veel. Zorgen doen we voor elkaar. De afgelopen jaren hij meer voor mij dan ik voor hem, omdat ik vaker ziek of geblesseerd was dan hij. En nu eindelijk kan ik een beetje meer voor hem zorgen, want nu is hij herstellende van een operatie. En verder?
Verder heb ik ontdekt dat ´iets betekenen´, zij het voor jezelf of voor een ander, niet zo belangrijk is. Ik mag nu van mezelf ook gewoon genieten van het simpelweg ´er zijn´, zonder stress en ingewikkelde problemen. Genieten van het moment, zon op mijn bolletje, een vogel die fluit en een glimlach van een voorbijganger. Ik zoek de dienstbaarheid niet op. Maar als iemand mijn hulp nodig heeft en ik kan wat doen, dan doe ik dat graag. Ik heb alle tijd.