Een paar weken gelden vertelde ik jullie over mijn val in de campo. Ik liep met mijn twee camera’s, waarvan één in de hand, naar mooie doorkijkjes te zoeken om te fotograferen of filmen en verloor mijn evenwicht. Waarschijnlijk door een los- of vastzittende steen of kei, die je veel hebt liggen hier op de berg. Ik bezeerde mijn knie en was blij met de verder goede afloop.
Maar wat ik niet verteld heb is dat dit niet mijn enige val in de campo is. Ik ben de eerste keer gevallen,toen we een heel stuk langs de snelweg liepen bij Monda om onze auto te bereiken na een wandeling. Ik viel toen best lelijk tegen de vangrail en er bloedde ook wat, maar ik weet niet meer welk lichaamsdeel. Dat is alweer bijna een jaar geleden.
Maar nog erger is dat ik ook vandaag op onze wandeling op de berg ben gevallen en ook de vorige week! Alle vier de keren viel ik naar links en dat is maar goed ook, want mijn camera’s hangen rechts of ik heb er één in mijn rechterhand. De vorige week brak ik mijn val met mijn handen en had ik slechts schaafwonden op mijn handpalmen.
Vandaag nam ik mij voor extra voorzichtig te zijn. Ik liep met mijn bamboestok, net als Ahmad. Het vallen gebeurt meestal als we helling af lopen op de terugweg. Ook vandaag had ik kennelijk een minimomentje van onachtzaamheid en ja hoor. Daar lag ik weer.
Wat beverig en beschaamd stond ik op. Gelukkig weer niets gebroken, wat een zegen is met mijn osteoporose. Maar dit keer een bloedende rechterpink. De schaafwonden van vorige week waren vandaag net genezen.
Wat onzekerder loop ik voorzichtig verder en probeer mijn voeten wat naar buiten te zetten, net als Ahmad. Misschien geeft dat wat meer stabiliteit. ‘Ik durf bijna niet meer met jou op pad te gaan,’ zegt Ahmad. ‘Straks breek je een keer een been en dan weet ik niet hoe ik jou naar de auto kan krijgen.’ Ik ben er wat stil van. ‘Ik hoop dat dat nooit gebeurt. Ik ga proberen nog voorzichtiger te zijn. Als we nu niet meer gaan wandelen, dan doen we niets meer. Ik ben al een schijterd als het om auto rijden gaat tegenwoordig. Als ik ook niet meer durf te lopen, dan komen we nergens.’ ‘Dat is ook waar,’ zegt Ahmad. Terug in Alhaurin zie ik een vrouw met een rollator. ‘Eigenlijk heb ik zo een ding nodig,’ zeg ik. ‘Maar daar kunnen we de berg niet mee op,’ zegt Ahmad.
Ik weet dat het niet meer zo best gesteld is met mijn evenwichtsgevoel. Ik ben gauw duizelig. Dat merkte ik voor het eerst bij een cursus buikdansen. Als je mij laat draaien ben ik zo de weg kwijt. Ik zou een heel slechte draai-derwish zijn. In attracties als de achtbaan en draaiende dingen kan ik al jaren niet meer. Ik kom daar kotsend uit. In de auto wordt ik gauw wagenziek, als ik even niet uit het raam kijk. Het minste last heb ik daarvan als ikzelf rijd. Kortom ik moet opletten. Mijn evenwichtvermogen is een zwakke plek geworden.
Maar ik wil toch blijven wandelen op de berg. Het is zo schitterend.
Vervelend!
Misschien toch je ogen nog een keer laten opmeten!
Anders kneepads ????