Mijn weblog wordt gelezen door heel weinig mensen. In mei waren het er al minder dan in april en in juni worden het er waarschijnlijk nog minder. Hoe weet ik dat? Dat kan ik zien in google analytics. Daarin wordt netjes bijgehouden hoeveel mensen mijn weblog per dag, per week en per maand bezoeken. Ik kan niet zien wie het zijn. Dus wees gerust, jullie anonimiteit is gewaarborgd. Wel kan ik zien welke pagina’s bezocht worden. In de maand ramadan waren dat veel stukjes die ik schreef over de islam en vooral een stuk geheten ‘onenigheid over de gebedstijden’. Dat was toen interessant voor degenen die aan het vasten waren. Immers de tijdstippen van het ochtendgebed en het gebed bij zonsondergang bepalen dan hoe lang je moet vasten. Maar de ramadan is al lang voorbij en het is bijna vakantietijd. Wie heeft er dan nog interesse om te lezen over het wel en wee, de dromen en hersenspinsels van een bijna 70-jarige vrouw. Alleen de werkelijk trouwe lezers houden dit vol. Gek genoeg zijn dat mensen die ik van heel lang geleden ken, maar die ik in levende lijve veelal al heel lang niet meer heb gezien. Ik waardeer dat heel erg. Omdat dit voor mij het contact met een stukje van mijn leven van lang geleden nog een beetje levendig houdt. Ik ben nog steeds de Monique of de Shabnam die zij hebben gekend. En ik voel me met hen nog een beetje verbonden, als ze reageren op mijn stukjes. Zo mooi is dat.
Een ander stukje nostalgie wil ik hier delen met mijn lezers. Vroeger woonde mijn oma van moeders kant (een volbloed Zeeuwse vrouw) in Scheveningen. Zij woonde in een flatgebouw, geheten Duinhove. Ik kan me nog heel helder herinneren hoe het was als mijn broer en ik bij haar waren. Wij speelden dan verstoppertje in de marmeren gangen en de drie trappenhuizen van het gebouw. Een grote bron van attractie was de lift, die helemaal van glas was. Je kon als je omhoog en omlaag ging het gewicht met de kabels voorbij zien komen. Er was een huismeester die verbleef in een kantoortje in de mooie marmeren hal. Het hele gebouw had iets plechtigs en het rook er naar steen, vooral in de kelder, waar mijn oma een opslagruimte had. Ik vond die geur heerlijk.
Het appartement van mijn oma bestond uit twee even grote kamers met een keuken daartussen. De keuken had glas in lood ramen. Ik vond het daar prachtig, ook hoe mijn oma het had ingericht met haar antieke meubels. Zij dronk thee uit wijde kopjes en daarbij kregen wij een bruin boterhammetje met roomboter en een gekookt eitje. Tot de dag van vandaag ben ik daar dol op.
In de avond kwam aan de kant van het flatgebouw waar mijn oma woonde (Duinhove flat 10) vaak paard en wagen voorbij (tjonge wat ben ik oud!). Op de wagens zaten nettenboetsters in klederdracht! Zij reden daar met een vracht netten die zij hadden gerepareerd voor de vissers. Wat een mooi geluid was dat geholdedebolder van die wagens en dat geklap van die paardenhoeven op de kinderkopjes. Soms moesten we voor oma naar de bakker in de buurt en dan moesten we een allison (brood) halen.
Gisteren was ik met Ahmad in de buurt van het Zwarte Pad in Scheveningen. Dat is vlakbij de Zwolsestraat, waar de flat van mijn oma gesitueerd was. Ik móest gewoon weten of het authentieke flatgebouw er nog stond. En ja, het is er nog. De mooie ramen zijn inmiddels vervangen door moderne dubbelglas vensters. De lift (zo zag ik, omdat ik even binnen kon spieken, omdat er juist een verhuizer bezig was) is niet meer van glas, maar is vervangen door een saai ‘normaal’ model. De gangen zijn helaas nu bedekt met lelijke vaste vloerbedekking, maar de hal en de muren zijn nog steeds van marmer.