Inmiddels ben ik in het tweede seizoen van the Crown terecht gekomen. Ik zie natuurlijk, net als iedere kijker, dat het een vrijwel onmogelijke taak is voor een koning of koningin om alleen verantwoording aan God af te leggen en te staan boven alle politieke en emotionele perikelen uit het dagelijks leven.
Maar ik zie wel dat koningin Elizabeth, zoals gespeeld door de actrice in deze serie, erg haar best doet om boven haar emoties te blijven staan, in ieder geval voor het oog van de buitenwereld. Ook doet zij haar best om te leven naar de gedragsvoorschriften voor wat zij ziet als een goede christen. Zij breekt haar edele koninginnenhoofd bijvoorbeeld over de betekenis van het begrip vergeving, als het erom gaat haar oom al dan niet te vergeven. Ik bewonder haar om het feit hoe zij haar emoties in het openbaar vrijwel altijd in bedwang heeft. Bijvoorbeeld als zij zojuist heeft gemerkt dat haar man vreemd is gegaan en zij onmiddellijk daarna een onderhoud heeft met haar eerste minister. Zij laat dan echt niets van haar emoties blijken.
Maar intussen gebeurt er van alles in haar familie en heeft zij binnen de muren van haar paleis, en ook elders ongezien, haar emotionele uitbarstingen. Voor het publiek mag ze alleen teksten oplezen, die niet door haarzelf zijn geschreven, maar door haar adviseurs en politici met elk hun belangen.
Koningen en koninginnen zijn ook maar mensen en wat er van hen gevraagd wordt om de mythe tot leven te brengen is niet op te brengen voor de meeste gewone zielen. De enigen die daartoe in mijn ogen in staat zijn geweest in de geschiedenis zijn de heilige profeten. Een voorbeeld van een profeet, die ook koning was is Salomo (Suleiman). Hij was een schatrijke koning, maar desondanks een heilige en zeer rechtvaardig. Hij was ook koning in een tijd dat een koning nog werkelijk heerste over een groep mensen en besluiten zelf nam. Dat is in de hedendaagse monarchieën al lang niet meer zo. Koningen en koninginnen zijn marionetten geworden van de regering, een rol waaraan weinig eer te behalen is. Voeg daarbij dat zij zich in de regel wentelen in weelde en ver af staan van de (werkende) bevolking, dan is te begrijpen dat zij steeds minder respect verdienen en krijgen.