Zoals ik al eerder vertelde in dit weblog, is mijn buurt de laatste jaren in snel tempo aan het veranderen. Toen ik hier kwam wonen in 1993, woonden hier nog veel oude mensen, die hier hun kinderen hadden opgevoed en hier waren blijven wonen, omdat het hier fijn wonen is in een ruim bebouwde groene omgeving. Met daarbij nog de gemakken van winkels nabij en een eindhalte van de tram, die je brengt naar het centrum en naar het Scheveningse strand. Het was hier in 1993 nog zo anders dan nu. Er liepen hier toen zelfs nog enkele dames rond in de traditionele Scheveningse klederdracht. Ook waren er veel jonge gezinnen met kinderen van dezelfde leeftijd als mijn kinderen toen. De school was op loopafstand en op het veldje voor mijn huis zag je dagelijks kinderen spelen.
Langzaamaan zijn de oudjes verdwenen uit deze buurt. Ze moesten naar een verpleeghuis of ze zijn overleden, een normale gang van zaken. De huizen werden bemand door gezinnen met kinderen, afkomstig uit diverse windstreken. Mijn buurt werd steeds kleurrijker.
Maar enkele ouderen zijn er nog, die er ook al waren toen ik hier kwam wonen. Zo ook mijn overbuurvrouw, die woont in de portiekflat tegenover mijn eengezinswoning. Zij woont daar nu al 50 jaar en heeft de buurt ook zien veranderen. Vroeger heette de woningbouwvereniging nog Patrimonium. Om een huis in deze buurt te krijgen moest men aantoonbaar christen zijn en zij als katholiek moest, alvorens hier te mogen wonen, geloofsbelijdenis doen. Dat was al niet meer zo toen ik hier kwam wonen in 1993.
Zij was de oma van een klasgenoot van één van mijn kinderen. Als mijn jongste zoon vroeger mij nadeed en zwerfvuil ging oprapen op het veldje voor haar portiekwonig, kwam zij direct op haar balkon om hem te belonen met snoepjes of wat geld en ook de andere oudjes in de portiekwoningen beloonden hem rijkelijk voor zijn diensten.
En nu is deze oma heel oud. Of eigenlijk valt het wel mee. Zij is om en nabij de 85 jaar. Dat is maar 15 jaar ouder dan ik. Maar zij heeft wel wat nare kwalen, zoals suikerziekte en anderhalf jaar geleden brak zij haar heup. Dat was in een tijd dat ik al vaker een praatje met haar maakte op straat. Ik kwam haar vaak tegen, als zij met haar buurvrouw (een nog oudere dame) op weg was naar Albert Heijn. Na dat breken van die heup was zij lange tijd in het ziekenhuis. Ze kreeg er allerlei complicaties bij. Een longontsteking en een geblokkeerde darm. Ook had ze doorlig-wonden aan haar voeten, die tot op heden niet genezen zijn. Zij loopt nog steeds moeilijk.
En ik, die toch verder niets bijzonders te doen heeft, heb er nu een gewoonte van gemaakt om voor haar de boodschappen te halen. Iedere keer als ik in haar propere woning kom, gebiedt ze me te gaan zitten. Zijzelf, altijd helemaal in het wit gekleed, en gezeten in een eveneens witte stoel met veel witte kussens, begint dan te vertellen. Hoe het met haar is en wat haar allemaal overkomt, maar de laatste tijd vooral over haar leven. En ik vind dat mateloos interessant. Het zijn stuk voor stuk boek-waardige verhalen. Wat heeft deze dame veel meegemaakt en wat is zij geestelijk nog helder. Het is heel leuk om naar deze rasechte Haagse te luisteren.
Ik doe de kleine klus van boodschappen halen voor haar met veel plezier en ik vind het echt leuk om met haar te praten. Ik wilde al langere tijd zo graag wat vrijwillig werk doen voor oudere mensen en nu is het werk op een heel toevallige wijze naar mij toe gekomen .
Ik vergeet er dan maar even bij dat ik eigenlijk zelf ook een oudje ben. Een oudje dat weliswaar vaker vermoeid is dan in haar jongere jaren, maar verder nog heel goed ter been.