Levensechte droom

In mijn droom hoor ik een klein kind huilen. Daarna hoor ik klappen, alsof dat kind geslagen wordt, en een boze mannenstem. Het is donker en ik sta buiten te kijken naar een huis. Het beeld is zo helder en duidelijk alsof ik daar echt sta. Het is een mooi pand, waar ik schuin voor sta. Ik zie dus een  stuk van de zijkant en de voorkant, maar vooral de zijkant van het huis. Het bestaat uit drie verdiepingen. Achter de ramen mooie verlichting. Het is duidelijk een huis in een dure wijk.
Ik hoor meer klappen en meer gehuil en ik maak me zorgen om dit hulpeloze kind. Dan schrik ik wakker met het sterke gevoel dat ik wat moet doen. De politie bellen bijvoorbeeld, maar dan besef ik dat ik gedroomd heb.
Ik blijf hierna een tijd wakker liggen met ellendige herinneringen en een daarbij behorend naar gevoel. De volgende ochtend vraag ik me af of wat ik heb gedroomd misschien echt gebeurd is vannacht. Ergens op de wereld. Ik zou het huis zo kunnen uittekenen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *