Gisteren moesten we weer naar Hengelo, mooi stekkie op het platteland in de Achterhoek en broedplaats voor emoties, mooi en minder mooi.
Ik had me voorgenomen dit keer niet gillend gek te worden, zelfs helemaal niet gek. Gewoon niet denken aan 350.000 die ons is ontfutseld door de “vriendin” van de vruchtgebuiker. Dat is gelukt en het werd een mooie dag.
We hebben de dag niet kunnen uitkiezen, want we moesten erheen wegens een afspraak voor het vervangen van een watermeter. Toen we aankwamen goot het van de regen en het was 11 graden. Niet echt weer om het gras te maaien, hetgeen wel heel hard nodig was, want het stond erg hoog.
De deur ging moeilijk open en dat kwam doordat de dakgoot naar beneden was gezakt. Er zat naast regenwater ook heel veel smurrie in.
Na een lekker kopje melkkoffie ging Ahmad de messen van de grasmaaier vast slijpen, hetgeen nooit eerder gedaan was. Ik wist ook wat me te doen stond. Met een schep overal de dakgoten bevrijden van hun smurrielast van jaren. Terwijl ik dat aan het doen was, staande op een ladder, terwijl de regen zachtjes op me neerviel, kreeg ik een raar geluksgevoel. Een herkenbaar gevoel dat ik jaren terug ook had toen ik met mijn broer in de stromende regen aan het spelen was in een speeltuin die totaal verlaten was. Een vertrouwd gevoel. Intussen bleef ik heerlijk de prut uit de dakgoot scheppen en genoot ervan dat hierdoor het water de pijpen weer kon instromen.
Het werd langzaamaan droog en Ahmad ging het superhoge en nog natte gras toch maar maaien met de messen op halve breedte. Intussen pakte ik de garage/ schuur aan. Verwijderde spinnenwebben van tientallen jaren van de muren en veegde de vloer, die ooit door mijn lieve broer van beton is voorzien. Ook het pad ernaartoe veegde ik en zo kon ik nog een putje bevrijden dat overdekt was met smurrie. Heerlijk, dat ontstoppen.
Eigenlijk werk ik het liefst met mijn handen, dacht ik bij mezelf. Net als mijn broer, die zijn hele leven werkte als klusjesman. Allebei hebben we psychologie gestudeerd, God weet waarom. We hebben er bijna niets mee gedaan. We zijn pas in ons element als we dingen met onze handen kunnen aanpakken. Ik herinner me dat ik ooit noodgedwongen bejaardenflats schoonmaakte en dat ik ook toen zo kon opgaan in dat werk. Ik zou ook best boerin willen zijn.
Er kwam een man met een hond aan, die ik al eerder had gezien en hij maakte een praatje met me. “Komen jullie helemaal uit Den Haag om het gras te maaien?”. Ja, onder andere, naast nog een flink aantal andere klussen. Hij bood aan om het gras voor ons bij te houden. Zei dat hij dat ook al deed voor mijn stiefvader, in zijn laatste jaren. Gratis! Nou ja, graag. “U hoeft zich niet verplicht te voelen, want wij komen één keer per maand wel om de tuin bij te houden” Maar als u het wilt doen af en toe. Heel graag! Dan kunnen wij ons met de andere werkzaamheden bezighouden. Hij gaf me zijn telefoonnummer. Wat aardig! De Achterhoek is duidelijk Den Haag niet.
Tenslotte brak de zon door en moe maar voldaan konden we in het zonnetje de meegebrachte bami eten. Tevreden lieten we het huis weer achter, het stond er weer aardig bij. Nu nog een koper zien te verleiden.