Dat is een wekelijks terugkerende rubriek in de Volkskrant die ik heel graag lees. De 100 jarigen zijn stuk voor stuk flinke mensen met een goede gezondheid. Anders waren ze niet zo oud geworden. Ik vind het interessant om te lezen hoe hun levens in grote lijnen zijn verlopen, maar waar ik het meest van geniet zijn de wijsheden die ze hebben opgedaan in hun lange leven. Zij hebben ruim de tijd gehad om te reflecteren op hun eigen handelen en dat van anderen. En veel van deze ouderen komen tot uitspraken die ik bewonder en die me bijblijven.
Zo zegt een dame dat het geen geen zin heeft om je gelijk te halen bij een ander, als je het niet eens bent. ‘Laat de ander maar zegevieren’, zegt ze hierover en dat vind ik een goede conclusie.
Een ander zegt dat als je een rustig leven wil leiden het verstandig is om de gebeurtenissen te nemen zoals ze komen en daar dan het beste van te maken. Dat het geen zin heeft om tegen dingen in te gaan. Zoals mijn leermeester, sheikh Nazim, ook placht te zeggen: ‘Probeer niet tegen de stroom in te roeien. Als je eenmaal op een boot zit is het verstandig gewoon mee te varen in de richting waarop de boot gaat’. Je kan in je eentje de boot niet laten keren en overboord springen is ook niet verstandig, denk ik daar dan bij. Zoveel energie wordt verspild in het je zinloos afzetten tegen de gebeurtenissen zoals ze plaats vinden. Het advies luidt: je neerleggen bij dingen die je niet veranderen kan en je best doen om dingen die je wel kan veranderen te veranderen en daarbij in staat zijn om het onderscheid te zien.
Een andere uitspraak die ik heb onthouden van een honderdjarige is dat het geen zin heeft en ook niet verstandig is een ander te willen veranderen. Accepteer liever een persoon zoals die is. ‘De verandering van een persoon is ook niet altijd een verbetering.’ voegde zij eraan toe en dat vind ik ook een mooie wijsheid. En de enige die je actief veranderen kan ben je natuurlijk zelf.
Een andere honderdjarige constateert dat vrijwel overal mensen verdiept zijn in het kijken op hun telefoonscherm. Hij merkt op dat ze daarbij vaak verdrietig kijken. Hij ziet ook om zich heen dat mensen steeds meer mooie spullen willen hebben en dat de salarissen er ook naar zijn om die te kunnen aanschaffen. Hij zegt: ‘verhoog de salarissen niet, maar verlaag ze juist’. Zodat mensen niet meer zoveel kunnen kopen en eenvoudiger gaan leven. Dat zou ook vanzelf goed zijn voor het herstel van onze natuurlijke leefomgeving. Ik begrijp zijn hartenkreet, maar ik weet ook dat het een utopie is dat we nu nog zouden teruggaan naar een eenvoudiger leven zonder de luxe die we gewend zijn. Dit is niet in het belang van grote ondernemingen en de aandeelhouders daarvan, die er juist belang bij hebben dat mensen steeds meer gaan consumeren. Zij hebben een grote invloed op de media en sporen mensen aan om te blijven verlangen naar meer en meer materiële zaken.
De mensen van nu zijn als schapen die in die materialistische richting gedreven worden, veelal zonder het te beseffen. De schermen waarop zij kijken geven aan waarnaar zij dienen te verlangen.