Mijn buurtje gaat achteruit. dat zeggen mijn kinderen en ook al mijn buren. En eerlijk gezegd zie ik het ook wel. Het blijft een groene buurt met veel ruimte tussen de huizen, wat ik niet zie in chiquere wijken van Den Haag, waar elke vierkante meter benut wordt voor wooncomfort en de bewoners recht in de de vensters van de overburen kijken.
Als mensen de huizen netjes onderhouden ziet het er hier heel aardig uit. En veelal is dat wel het geval. Alleen jammer dat voor sommige mensen het schoonhouden van hun omgeving stopt bij de voordeur. Ik was niet blij verrast, toen ik bij thuiskomst in ons vlakke land de mooie grasmat voor mijn huis bezaaid zag met papiertjes, blikjes, zakjes en ander kleurrijk afval. Ik vind dat geen gezicht. Dus al na een nachtje slapen begon ik vrolijk al het zwerfvuil met een plastic zakje als ‘handschoen’ in een grote plastic zak te gooien. Al bukkend en strekkend, wat helemaal niet slecht is voor het lichaam!
Terwijl ik daarmee bezig ben en probeer geen viezigheidje over te slaan, komt mijn buurvrouw langs. ‘Je ken het wel weghalen, maar morgen legt het er weer,’ zegt ze. ‘Elke avond komen hier kinderen spelen en die gooien telkens nieuw afval neer.’ Het mag mijn pret niet drukken. Ik wil het graag schoon zien.
De volgende avond zie ik inderdaad een hele groep kinderen verschijnen met zakken snoep en andere etenswaren. ‘Ik ga even met ze praten,’ zeg ik. ‘Laat mij het maar doen, mam,’ zegt mijn zoon bereidwillig en hij gaat inderdaad even een praatje maken met de kinderschare.
De volgende dag merk ik dat het niets geholpen heeft. Weer ligt het grasveld bezaaid met de kleurrijke rotzooi. Wat bezielt die moeders om hun kinderen erop uit te sturen met zakken proviand, zonder instructie wat te doen met afval? Maar eerlijk is eerlijk, er is ook geen prullenbak te bekennen. Er staat wel een bankje en er zijn wat speeltoestellen, maar nergens een bak om afval te lozen. Vroeger bood ik kinderen aan om alles in mijn container te dumpen, maar dat gaat nu niet meer, sinds we ondergrondse afvalverzamelpunten hebben bij het huis. Waar moeten ze het laten? Ik bedenk me dat ik daarover wel wil gaan praten met de verantwoordelijken die zich uitsloven om deze buurt goed te houden. Mooie missie voor een gepensioneerde.
De dagen erna heb ik geen fut om te rapen en ben ik al blij dat ik mijn eigen lichaam overeind kan houden na de operatie, Het blijft rommelig voor mijn keukenraam. Maar dan zie ik vandaag ineens dat alles schoon is. Wie is er bezig geweest om het zwerfvuil te rapen? Ik heb dat even gemist, maar het is wel hoopgevend.
Te lamlendig om veel te doen zit ik in de tuin en luister naar de gesprekken van mijn buren. Ze hebben het over iemand die chemo krijgt en over iemand anders die zo ziek is ‘dat ze er niks meer aan doen’. ‘Ja, dat krijg je helemaal gratis,’ verzucht mijn buurvrouw laconiek. Intussen staar ik naar de vogeltjes in mijn tuin en besef dat ik geluk heb met een beetje rugpijn en wat nasleep van een operatie. Er zijn jongere mensen dan ik die ten dode zijn opgeschreven en veel meer lijden
Daarna is er visite bij de buren en weer luister ik onwillekeurig gesprekken af. ‘Alle huizen worden gegeven aan de buitenlanders,’ hoor ik een bezoeker zeggen. ‘Nog een paar jaar en dan worden wij het land uit gezet.’ Ik moet in mezelf lachen om het zwart wit-denken en het beknopte van deze opmerking. Want niemand reageert verder op deze woorden en het gezelschap gaat vrolijk over op een ander onderwerp. Zo gaat dat bij deze simpele zielen…..
Ach ja, dit zijn de mensen waartussen ik woon. Nederlanders die vermoedelijk op Wilders stemmen en verder medelanders van andere kleur. Het zijn allemaal beste mensen, goed voor hun familie en kinderen en harde werkers. Uitkeringstrekkers zijn er waarschijnlijk ook genoeg.
Mijn buurt gaat achteruit, jawel. Woonden hier vroeger nog gezinnen en ouderen, die hier al meer dan 40 jaar de huizen bezet hielden, nu is er een leegloop doordat de oudjes overlijden of naar bejaardenhuizen gaan en de jongeren vluchten naar randgemeentes met minder allochtonen. De ruime en goedkope woningen worden bezet door grote gezinnen. Ik woon nu in allochtonia, maar ik voel me hier nog steeds thuis..
Nog één puntje van kritiek: de overlast van meeuwen! Dat komt doordat mensen hele pannen met eten van de balkons gooien en halve broden. En dat doen ze dan ook nog vaak ’s avonds. Dat trekt ongedierte aan en meeuwen en andere rovers, die krijsen en onze ramen vol poepen. So be it.
So be it!
Machteloos ervaren hoe het nieuwe plebs jouw en mijn wereld veroverd.
Gelatenheid over de volstrekt mechanische en zelfkritiekloze manier van leven die deze mensen er op na houden.
Verbijstering over de manier van opvoeden, over het verdraaien van verantwoordelijkheid, over vergaande bemoeizucht, over het intimideren, over crimineel gedrag, over het lak hebben aan regels en wetten.
Slechts mopperend toezien hoe het explosief toenemende onbenul, ondersteund door kinderbijslag en andere gratis gemakken, de vertrouwde samenleving in alle geledingen ontwricht.
Lijdzaam en angstig begrijpen dat zij, aangemoedigd door ‘Gutmenschen’ en kontendraaiende bestuurders, ons goede land over zullen nemen en in het verderf storten.
Dat onze kleinkinderen al geen veilige en rustige toekomst meer zullen hebben.
Dit en meer doet mij beseffen dat ik, dat jij, dat onze leeftijdgenoten de kracht en de spirit niet meer hebben om het tij te keren.
Wij zijn geneigd om alles maar samen te bundelen in een gevoel van “Na mij de zondvloed”, of nog erger, te vertalen naar “If you can’t fight them, join them.”
So be it?
“Een volk dat voor tirannen zwicht zal meer dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht!” (Henk van Randwijck)
Ik word triest van mijzelf! Ik neem een lekker sinaasappeltje. Oranje boven! Dat nog even wel.
Go with the flow, zit niet zo in mijn aard tragisch en vervelend genoeg. De onvrede knaagt nogal. Misschien is het wel een schuldgevoel naar mijn nageslacht; zo jammer dat ik een verdorven samenleving moet overdragen.
Love is all… Je hebt je rose bril weer gevonden. ?