Vanmorgen had ik na het ontbijt een kleine discussie met de man naast me. Hij is Andalusiër en is daar vrij trots op. Hij heeft zich zelfs verdiept in de geschiedenis van zijn ’tierra’ en daar in 2006 een boek over geschreven. Nu, bijna twintig jaar later, heeft hij dit boek digitaal gratis op zijn weblog gezet en dat wordt nu veel gelezen door andere Andalusiërs. Hij krijgt na zoveel jaren veel complimenten voor zijn boek. Ik vind dat fijn voor hem, maar ik herken niets in de gevoelens van deze mensen. Het komt op mij heel nationalistisch over, hoewel Ahmad zegt dat hij nooit de intentie heeft gehad om nationalistische gevoelens aan te wakkeren met het schrijven van zijn boek. Hij wilde eenvoudigweg alleen maar de geschiedenis van Andalusië belichten vanuit een ander perspectief dan zoals deze tot op heden wordt gepresenteerd in de schoolboeken in zowel Spanje als in andere landen.
En dan ontstaat een gesprek over hoe geworteld een mens zich voelt. Voor Ahmad is het zo dat zijn identiteit sterk bepaald wordt door het feit dat hij een Andalusiër is en dat de geschiedenis en de leefwijze van zijn voorouders sterk bepalen hoe hij in het leven staat. Dat gevoel van geworteld zijn herken ik helemaal niet in mijzelf. Voor mij zou het een ideale wereld zijn als er geen grenzen bestonden en iedereen evenveel recht had om waar dan ook zich te bevinden. Ik zie het zo dat we toevallig geboren worden op een bepaalde plek, maar dat dit niet bepaalt hoe we in het leven staan. In mijn geval in ieder geval niet. Ik ben geboren in Breda, maar heb daarna in mijn leven op zoveel verschillende plaatsen gewoond dat ik niet zou weten wat mijn ’thuis’ is. Ik ben opgegroeid met een moeder, die mij pas waardeerde als persoon toen zij terminaal ziek was. Mijn vader kende ik niet vanaf mijn derde jaar en ik groeide op met een stiefvader, voor wie ik tot mijn volwassenheid bang was. Ik hield veel van mijn broer Hans en hij gaf me enigszins een gevoel van thuis zijn en gewaardeerd worden als persoon. Maar helaas overleed Hans toen hij 47 jaar was. Op 43-jarige leeftijd zocht ik uit eigen initiatief contact met mijn biologische vader. Ik zocht hem gedurende meer dan 25 jaar elk half jaar op, maar hij bleef volhouden dat hij geen band met mij voelde, omdat we geen gemeenschappelijke geschiedenis hadden. Pas vlak voor zijn dood toonde hij enige interesse in mijn leven en kwam hij erachter dat ik 4 kinderen had. Evenals van mijn moeder heb ik toen van hem afscheid kunnen nemen op een liefdevolle manier. De enige familieband die ik voel is die met mijn eigen kinderen. Maar ook bij hen besef ik dat zij ‘geleend goed’ zijn en dat zij nu hun eigen leven leiden met hun eigen gezin. Voor mij is de wereld één grote familie en ik zie weinig onderscheid tussen wie en waar. Ik voel me al mijn hele leven een eenling, die reageert op mensen om mij heen met alle compassie die ik in me heb.
Trots zijn op ‘mijn land’ of ‘mijn afkomst’ of wat dan ook. Dat herken ik niet. Ik ben hier alleen gekomen en moet mijn leven zo goed mogelijk leven tot ik ook alleen zal verdwijnen uit deze wereld. Ik herken mezelf erg in de woorden van deze anarchist:
Ahmad stuurde mij deze afbeelding en liet me zo zien dat hij me heel goed begrijpt ?. Ahmad geeft me alle liefde die ik nooit eerder kreeg. Een geschenk uit de hemel. En daarnaast mijn kinderen ?. Ik voel me zo rijk dat ik dit mag meemaken op oudere leeftijd. ?? Alhamdulillah. Dank aan onze Schepper.