Gisteren was ik met met o.a. al mijn kinderen en kleinkinderen bijeen (op één kind na, maar dat is bij mijn trouwe bloglezers al bekend). Als ik naar mijn kinderen kijk en ook naar mijn gisteren afwezige kind, dan ben ik intens gelukkig om te zien wat voor mensen zij stuk voor stuk geworden zijn. Ze zitten allemaal ‘lekker in hun vel’, zijn gelukkig met hun partner en degenen die kinderen hebben zijn lieve, toegewijde ouders. Daarnaast zijn ze allen gezond, wat heel belangrijk is. En last but not least, ze zijn succesvol in hun werk. Werk dat bovendien bij elk van hen past en dat ze met hart en ziel doen.
Wat is er nodig om succesvol, liefdevol en toegewijd te zijn in alles wat je doet? Zelfvertrouwen. Er zijn natuurlijk nog meer kwaliteiten en eigenschappen belangrijk, zoals empathie, doorzettingsvermogen, sociale vaardigheden en andere werk- en privéleven-gerelateerde vaardigheden. Ik kan nog wel even doorgaan met opnoemen. Maar hier wil ik het hebben over zelfvertrouwen.
Een kind dat de hele dag hoort dat wat het doet niet deugt en dat wat het probeert toch niet gaat lukken, zal uiteindelijk dit doemscenario waarmaken. Of het gaat (zoals in mijn geval) nog meer dan ‘normaal’ zijn best doen om aan de verwachtingen van de omgeving te voldoen. Maar ook al krijgt dit kind dan daarvoor later de erkenning die het verdient, toch zal het eenmaal in de vroege jeugd geschade zelfvertrouwen niet meer herstellen.
Ik ben nu op een leeftijd aangekomen dat het voor mij niet meer belangrijk is om te ‘presteren’. Maar alsnog komt nu dat ik de waardering en aanmoediging krijg van mijn omgeving om te zijn wie ik ben en te doen wat ik graag doe. En dan merk ik dat dit gewaardeerd wordt. En zo valt het kwartjes bij mij nu eindelijk. Ik had al mijn leven lang kwaliteiten op allerlei gebied, maar ik heb deze kwaliteiten nooit de kans gegeven om uit de verf te komen (soms letterlijk). Wat ik mijn hele leven deed was altijd voor de ander, zonder winstbejag en in een ondergeschikte, dienstverlenende rol. Ik heb dat nooit erg gevonden, omdat ik alles deed met hart en ziel en omdat het bezig zijn om een bepaald resultaat te behalen voor mij leuker was dan het resultaat zelf. Wat ik ook aan het doen was in mijn leven, het schoonmaken van een bejaardenflatje of het zelfstandig doen van een wetenschappelijk onderzoek (maar zogenaamd in de rol van ‘assistent’), ik deed het met overgave.
Ik heb maatschappelijk niet veel bereikt, ondanks mijn studie. Ik ben daar grotendeels zelf verantwoordelijk voor, omdat ik mezelf op diverse momenten in mijn leven kansen ontnam. En ik heb daar geen spijt van. Ik heb niet veel mee hoeven lopen in de karrensporen die door anderen gebaand waren. En ondanks het feit dat ik nooit rijk was, heb ik het altijd goed genoeg gehad. Ik ben een eenvoudig mens met een matig uitgavepatroon.
Maar hoe leuk is het om te zien dat mijn eigenzinnige kinderen, elk op hun eigen gebied, zo succesvol zijn. En dat met relatief weinig diploma’s. Niet één van hen heeft een academische titel of zelfs maar HBO. Ze zijn ‘opgeklommen’ door hun kwaliteiten. En die kwaliteiten zie ik ook in hun privéleven.
Ik ben daar mateloos trots op. En als ik me nu de vraag stel wat ik als moeder daaraan heb bijgedragen, dan kan ik alleen maar zeggen dat ik geen van mijn kinderen ooit heb ontmoedigd of tegengehouden om te zijn wie ze zijn. Ik heb ze hun zelfvertrouwen nooit afgenomen en ik had en heb ze onvoorwaardelijk lief.
En die liefde krijg ik ook van ze terug.