Ik houd van waarheid, van alles wat eerlijk is en open en daarom dus gezien mag worden.
De waarheid is als een stralende zon, die alles verlicht en die elke leugen schielijk doet wegkruipen in de donkere krochten en spelonken waar deze thuis hoort.
Dit wordt een wat langer verhaal, omdat ik nu een van mijn stokpaardjes ga berijden. Dus alleen bedoeld voor de geduldige lezer!
Als ik terugblik op mijn leven dan constateer ik dat het zoeken naar wat waar is en geen leugen als een rode draad door mijn leven loopt. Al sinds mijn kindertijd observeerde ik graag mensen en waar ik daarbij vooral op lette was of ze waarachtig waren. De mensen die ik als eerlijk beschouwde mocht ik graag en ik voelde me direct bij hen op mijn gemak; je kon ze in de ogen kijken en met ze spelen en lachen. De mensen die dat niet waren noemde ik “snuurberlak”, een ander woord ervoor kon ik niet bedenken. Mensen die zich “snuur” gedroegen. Het werd een begrip in het gezin waarin ik ben opgegroeid.
Als kind was ik nogal meegaand, bijna volgzaam. Ik deed niet moeilijk, maar speelde wat andere kinderen wilden spelen en nam zelden een leidende rol op me. Ik werd niet gauw boos. Behalve als ik iets “niet eerlijk” vond. Dan kon ik helemaal door het lint gaan.
Ik herinner me nog een gebeurtenis uit mijn jeugd, die voorgoed in mijn ziel gegrift staat. Ik was nog een kleuter en ging toen naar school bij de nonnen in Vught. Ik was dol op ringetjes (die je om je vinger kunt dragen), maar ik had er geen. Dus had ik er zelf één gemaakt van kleine kraaltjes. Een vriendinnetje van me had wel een ringetje, niet van een edelmetaal, maar een goedkoop exemplaar, dat je vroeger weleens bij snoepgoed cadeau kreeg. Zij vond mijn ringetje mooi en ik het hare, dus we besloten te ruilen.
Op een dag zag het broertje van dat vriendinnetje mij met dat ringetje dat van zijn zusje was geweest. “Je hebt het gestolen”, zei hij. Ik antwoordde dat dit niet waar was, maar dat ik geruild had met zijn zusje. Hij geloofde me niet en ging naar soeur (een non, die de juf was) om te vertellen dat ik een dief was. Ik werd bang. Was al bang voor soeur, omdat ik eerder al een keer door haar over de knie was gelegd voor een pak slaag ten overstaan van de hele klas. Dus……o stom!…..ik stopte het ringetje haastig in de zak van mijn jas, die in de gang hing.
Soeur ging mij fouilleren en vond uiteindelijk de ring in mijn jaszak en maakte mij uit voor dief waar alle kinderen bij waren. Ik moest het ringetje onmiddellijk teruggeven aan mijn vriendinnetje. Ik zei: “Maar Ankie, zeg dan dat we hebben geruild. Ik heb toch niet gestolen?” Ankie, “mijn beste vriendin”, hield echter haar mond en pakte het ringetje aan.
Ziedend van verontwaardiging ging ik naar huis. Ik wilde mijn hart uitstorten bij mijn ouders en verwachtte van hen dat zij naar de school zouden gaan om de zaak recht te zetten.
Bij mijn thuiskomst bleken zij in een wat lacherige stemming te zijn en ze vonden mijn boosheid nogal vermakelijk. “Maak je niet zo druk”, zei mijn stiefvader en “wil je een snoepje?” Ze hadden een grote witte puntzak met snoep. “Nee, ik wil geen snoepje!” zei ik “ik wil dat jullie met mij meegaan naar soeur om te vertellen dat ik geen dief ben”.
Ik kreeg mijn zin niet. En het gelach van mijn stiefvader ging over in woede, toen ik bleef doordrammen. Ik kreeg een pak slaag en werd opgesloten in mijn kamer, waar ik nog geruime tijd bleef brullen als een leeuw tot ik uitgeput raakte.
Dit is een voorbeeld uit mijn jeugd, waarvan ik me er veel meer kan herinneren. Ik werd boos als ik zelf ten onrechte beschuldigd werd van iets maar even goed als dit een ander overkwam.
De ironie wil nu dat ik uitgerekend met een man trouwde, die mij 16 jaar lang beschuldigde van de meest absurde dingen, die ik geen van alle ooit gedaan had. Ik hield zielsveel van de man en dacht dat dit alles op een misverstand moest berusten. Eens zou hij toch achter de waarheid moeten komen en beseffen dat zijn beschuldigingen niet waar waren? Ik bleef daar maar in geloven tegen beter weten in en ben pas uit deze verschrikking weggegaan met mijn vier kinderen, toen zijn verdenkingen zich ook begonnen te richten op mijn oudste dochter. Momenteel is de man gehuwd met een andere vrouw en naar ik vernomen heb gaat zij door dezelfde hel als ik. De man blijkt schizofreen te zijn en last te hebben van waanvoorstellingen. Liefde maakt blind.
Vanaf mijn 43e levensjaar, kun je zeggen, is mijn eigenlijke leven begonnen, sinds ik me langzaamaan bevrijd heb van de schimmen uit mijn jeugd en de nare ervaring van mijn eerste huwelijk.
Maar…..nog steeds loopt dat zoeken naar en opkomen voor waarheid als een rode draad door mijn leven. Ik houd echt niet van liegen en dat weten ook mijn kinderen. Hoewel zijzelf geen moeite hebben met een leugentje hier of daar weten zij dat dit bij mij anders ligt en dat respecteren zij. Liegen doet me letterlijk pijn (als een dolk in mijn rug) en ik zie het niet graag. Terwijl ik de waarheid wonderschoon vind in zijn echtheid en puurheid, hoe hard ook soms.
Dus mijn motto is niet “zoek jezelf”, maar “wees jezelf”. Wat valt er te zoeken? Kijk gewoon naar wat er is. Binnen jezelf en buiten jezelf. Leg je kaarten open op tafel en verschuil je niet. Om met een modewoord te spreken “wees authentiek”. Alleen dan krijg je contact met jezelf en de wereld. Zoek alleen waarheid, haqq!!!!!
(dankjewel mamma)