Ahmad en ik hebben besloten er even op uit te gaan met de fiets. Even op en neer naar die molen in Monster, waar je een ijsje kan kopen en dan dat ijsje rustig op kan likken op een bankje met je rug tegen die molen.
Voor vertrek pompt Ahmad nog even mijn achterband op, die eigenlijk al een tijd wat poreus is en heel langzaam leeg loopt, zodat hij ongeveer elke twee weken wat lucht nodig heeft.
Onderweg merk ik dat mijn band steeds leger wordt en op de Monsterse Weg voel ik dat ik bijna op de velg rijd van mijn achterband. ‘Ahmad, mijn band is leeg’, roep ik. Ik stap af en Ahmad ook en dan stopt er een bus naast me. De chauffeur roept: ‘Waar moet je heen?’ ‘Naar Monster,’ zeg ik. ‘Of eigenlijk naar die molen daar.’ ‘Stap maar in,’ zegt hij. ‘Met fiets en al?’ vraag ik onnozel. ‘Ja. wat dacht je dan.’ ‘En mijn man, mag die ook mee?’ ‘Nou, hij kan fietsen en dan zien jullie elkaar daar.’ Ja, dat is natuurlijk logisch. Ik stap in, achterin de bus. Een aardig meisje met een ‘Afrikaanse look’ helpt me mijn fiets naar binnen te slepen. Ik rijd mee, in de bus, staande naast mijn fiets, zonder mondkapje en zonder wat te betalen.
‘Er is daar ook een fietsenwinkel,’ roept de chauffeur. Hij zet me daar af en ik constateer tot mijn blijdschap dat de fietsenwinkel vlakbij de molen en de ijssalon is. Ik vraag aan de jongens in de fietsenwerkplaats of ik mijn band mag oppompen. ‘Breng maar hier’, zegt een behulpzame jongen. Hij blaast lucht in mijn achterband. ‘Je achterband is heel slecht. Ik kan niet garanderen dat hij vol zal blijven’, zegt hij. ‘Zo niet, dan kom ik terug,’ zeg ik. Als ik bij de molen kom, zie ik Ahmad al zitten. Wat heeft hij hard gefietst! We eten ons ijsje en kijken daarna naar mijn band. Die is alweer zacht. We lopen naar de fietswerkplaats. ‘Kunnen jullie nu een andere band op mijn fiets zetten? Want ik moet helemaal naar Den Haag’ vraag ik. ‘Nee,’ zegt één van de reparateurs. ‘Maar je kan wel een leenfiets meekrijgen en je fiets is morgen gerepareerd.’ ‘Dat is fantastisch!’ roep ik. Hij noteert mijn naam, adres en telefoonnummer en neemt mijn fiets in. Ik krijg van hem een mooie gazelle fiets mee.
Ahmad en ik rijden blij naar huis, door de bossen. We voelen ons gezegend. Wat een geluk en wat aardig kunnen mensen soms zijn.
Ik houd van Den Haag, mooie stad achter de duinen……