Ik heb me in het verleden laten opleiden om ‘mensen met problemen’ te kunnen helpen.
De studie viel me al tegen en wat me helemaal tegenviel is wat ik aantrof in het werkveld. Ik werkte in de psychiatrie met chronische patiënten, in een crisisopvang en in een tbs-instelling. In al deze werkvelden schrok ik van de wijze waarop men mensen meende hulp te moeten verlenen. Het strookte totaal niet met mijn opvattingen.
In de tbs-instelling vond ik dat het lot van de forensische patiënten veel te veel afhing van willekeur. Om de zoveel tijd werden rapporten geschreven of de tbs al dan niet verlengd diende te worden en naar de hand van die rapporten oordeelde de rechter. Mensen die goed konden praten en zich binnen de instelling sociaal wenselijk gedroegen werden eerder ontslagen. De grootste gluiperds kwamen weg met hun afschuwelijke daden, terwijl anderen langer ‘in behandeling’ moeste blijven, alleen omdat ze niet zo aardig waren in de omgang of te zwijgzaam. Een systeem dat rammelt van alle kanten, zoals nu ook keer op keer blijkt. Mensen die niet ontslagen zouden moeten worden komen te vroeg vrij en anderen blijven jaren zitten, terwijl er helemaal geen gevaar is voor recidive.
Ook in de psychiatrie zag ik dat er meer gehandeld werd vanuit onmacht dan vanuit enig inzicht in de situatie van elke individuele patiënt. Mensen werden in de regel zo gedrogeerd dat ze zich gedroegen als slaapwandelaars. Daarachter zat dan weer angst voor eventuele woedeaanvallen van patiënten of andere narigheid. Van behandeling was weinig sprake, zeker bij de chronische patiënten. Als er al sprake was van behandeling, dan werd gewerkt vanuit schema’s die men geleerd had in studieboeken. De boeken waarvan ik zes en een half jaar ook kennis mocht nemen. Elke hulpverlener had zijn methodiek en in het keurslijf daarvan werd de patiënt bekeken en behandeld. Ik kon me er niet in vinden.
Ik zag in de wijze van behandelen meer terug van de ‘hangups’ die de therapeut hinderden dan dat ik zag dat de patiënt of cliënt werkelijk gezien werd in zijn totaliteit als mens. Het probleem stond centraal en niet de mens. En de therapeut gooide daar al zijn vooroordelen op los.
Ik paste niet in deze wereld en dacht dan ook al gauw dat ik de verkeerde opleiding had gekozen, maar daar was niets meer aan te doen.
Hoe verrast was ik gisteren toen ik een psychiater hoorde praten op radio 1. Hij vertelde dat de geestelijk gezondheidszorg momenteel zo overvraagd wordt dat het niet meer hanteerbaar is. Mensen hebben zoveel problemen dat het niet te doen is (laat staan te betalen) om iedereen de aandacht te geven die hij nodig heeft. Tot mijn verrassing hoorde ik hem zeggen dat gebleken is dat het niet werkt om de problemen van mensen in te delen in categorieën en daar dan standaardbehandelingen op los te laten. Ook de vragenlijsten aan het begin en einde van een behandeling die nu nog gebruikt worden zouden niet alleen totaal onbruikbaar zijn, maar bovendien onnodig veel geld kosten aan mankracht. Er moet meer gewerkt worden vanuit intuïtie en elke hulpvrager moet gezien worden als een uniek mens met vragen die betrekking hebben op een fase in zijn leven of bepaalde verwerkingsproblemen uit het verleden. Hij pleitte er ook voor om meer gebruik te maken van internet, omdat het niet rendabel meer is om iedereen letterlijk de gang naar de behandelkamer te laten maken. Ook had hij het over ‘ervaringsdeskundigen’. Mensen die soortgelijke problemen hebben gehad als een hulpvrager en deze op een bepaalde manier hebben weten op te lossen.
Allemaal dingen, waarmee ik gewerkt heb in mijn laatste baan als trajectbegeleider voor langdurig werklozen met een veelheid aan problematiek. Ik was ook verrast dat het een psychiater was die ik hoorde spreken. Immers dat waren in het verleden de medici die problemen zagen als een ‘ziekte, waar een pilletje voor is’. Ik was blij met de bevindingen van deze man, die waarschijnlijk spreekt uit ervaring in een jarenlange praktijk. Maar verdorie, waarom had ik die inzichten al 40 jaar gelden en werd ik toen aangezien voor een zwever.
Voor mij is hulpverlening (alleen al van het woord krijg ik kotsneigingen) een tweeledig proces, een interactie tussen mensen. Daarbij kan de één de ander soms nuttige inzichten helpen krijgen door net die reacties te geven die de ander op dat moment behoeft. In de interactie moet degene die zich opwerpt als ‘hulpverlener’ zich goed bewust zijn van de processen die in hemzelf plaatsvinden. Zonder dat zelfinzicht kan je onmogelijk de ander van nut zijn. En dan gaat het om authenticiteit, eerlijk zijn tegen jezelf en anderen. Mensen zijn nu dol op dat woord. Op radio en tv smullen mensen van andere mensen die authentiek durven zijn. Gelukkig is het nu mode. Maar het zijn waarden die zo oud zijn als de mens zelf. We zijn die waarden alleen uit het oog verloren door allerlei belangen die onze relaties kleuren (of liever ontkleuren).
Ik vertel mijn bevindingen aan Ahmad, mijn echtvriend. Hij zegt: ‘Waarom begin jij niet een website waarin je digitaal mensen helpt?’ Ik vind het aanvankelijk wel een goed idee. ‘Ik zou het helemaal gratis willen doen’, zeg ik. ‘Omdat ik vind dat zoiets als menselijke hulp bij menselijke problemen eigenlijk een vriendendienst is die je elkaar zou moeten geven als buren of gewoon als medemens.’
We brainstormen wat door over de website. Ahmad wil hem wel voor me maken. Hij heeft ook zijn hobby’s. Maar dan bedenk ik me dat ik het eigenlijk misschien helemaal niet wil en aankan. De hele dag met een krom ruggetje achter de pc naar mensen luisteren met problemen, via skype of al typend met mijn twee vingertjes.
Ik ben nu net vrij van alle verplichtingen! Lekker met pensioen. Ik heb genoeg vrijwilligerswerk gedaan in mijn leven. Of dingen gedaan die ik niet terugzag in mijn loonstrook. Ik hoef nu juist lekker niets. Waarom zou ik mezelf weer van alles gaan opleggen? Problemen zijn er genoeg. Mensen om naar te luisteren in mijn omgeving eveneens. Waarom zou ik ze gaan zoeken? Naar elkaar luisteren is iets wat we gewoon kunnen doen, elke dag. Daarvoor hoef ik geen website te beginnen.
Dus het gaat niet door 😉 Weer een plan dat in mijn kuiten verdwijnt, net als mijn boek.
Je post maakt me blij, iemand die nadenkt. Ik kom er op terug.
Je wordt niet alleen ouder, maar ook wijzer. Beter schep je geen onoverzichtelijke stroom van morele verplichtingen. Achter de Geraniums is het goed toeven (af en toe). Eendjes voeren leidt tot inzicht. ????