Het is fijn om weer thuis te zijn. Onze tuin is nogal een puinhoop, nu de woningbouwvereniging ons een extra halve meter lengte heeft gegeven en alle vier de achtertuinen op een rij heeft voorzien van een oersterke schutting met deur. De hele buurt ziet nu zijn tuinen omringd door hetzelfde schuttingwerk. Dat ziet er beter uit dan de diverse soorten schuttingen, hekwerken en begroeiing, waarmee hier iedereen zijn tuin voorheen placht af te zetten. Het was een allegaartje en bij sommigen zag de omheining er mooi uit, maar bij anderen was het een rommeltje.
Dus daarom heeft de woningbouwvereniging besloten deze prachtwijk-krachtwijk te voorzien van identieke schuttingen. Voor ons betekende dat bovendien een halve meter meer tuin en de afbraak van onze eigen schutting, die nu ligt te wachten op hergebruik voor afscheiding tussen ons en de buren aan één kant. Achterin de tuin en ook achter het schuurtje dat we zelf hebben neergezet is een loze ruimte ontstaan, die gedeeltelijk moet worden betegeld en afgedekt met dakbedekking om op die manier toch nog nut te hebben als opslagruimte. Dus er is werk te doen voor ons senioren.
We doen het stap voor stap. Ahmad de ‘jardinero’ het meeste en ik ben zijn hulpje. Verder wil ik het tegelen tegen betaling uitbesteden aan vaklieden met een sterke rug.
Er valt dus nog niet echt veel te genieten van de tuin. We kijken tegen wat rommel aan. Daar kan ik heus wel tegen, maar wat mij opvalt en wat me verbaast en wat ik echt heel jammer vind is: er zijn geen kleine vogels en geen insecten in mijn buurt meer te zien. Op wat vliegen na. De vogelpopulatie bestaat nu uit meeuwen, kraaien, eksters, duiven en hier en daar een merel (godzijdank nog wel hier en daar een merel!) Ik zie geen pimpelmeesjes, roodborstjes en mussen meer. Ze pikten nog zo ijverig aan het vogelvoer, de laatste keer dat we hier waren. Ik heb vogelvoer opgehangen, maar ik zag sindsdien nog geen enkele kleine vogel. Op de nootjes kwamen wel wat gasten af. Overwinteraars, die je zowel hier als in Spanje in grote hoeveelheden aantreft, de groene dwergpapegaai of reuzenparkiet (kies maar).
Ik ging vandaag op de fiets naar de supermarkt om te checken of er echt in de hele buurt geen kleine vogels te bekennen zijn. Ik zag er niet één.
Ik weet dat er in deze waterrijke buurt een rattenplaag heerst en een meeuwenplaag (vanwege grote hompen brood die kwistig van balkons worden gegooid door de omwonenden hier). En ik weet dat er gif wordt gespoten hier en daar tegen bestrijding van ongedierte. Ik constateer al jaren minder muggen op hete dagen. Dat is iets wat ik niet echt mis. Maar insecten zijn wel nodig voor het biologisch evenwicht.
Wat is er toch gebeurd vanaf 1993, toen ik in deze buurt kwam wonen? Ik weet nog dat ik toen een flinke tijd uit mijn raam kon staren, in blijde verwondering over de veelheid van vogeltjes in mijn tuin. Dat is nu al een flinke tijd minder. Maar nu lijkt het zelfs voorbij te zijn.
Je moet de diertjes wel faciliteren natuurlijk. Een paar mezenkasten op een metertje of drie hoogte. Een stapel takken en ander tuinafval om als hommelnest te dienen en zo zijn er nog wel meer voorzieningen te treffen. Veldbloemen zaaien voor bijen, lieveheersbeestjes en vlinders bijvoorbeeld. Voedsel moet je de diertjes voornamelijk zelf laten zoeken en niet aanbieden, tenzij de omstandigheden dat nodig maken. Belangrijk is ook dat je katten weert uit je tuin. Het zijn aaibare lustmoordenaars.
Helaas is het inderdaad zo dat veel soorten in het eco-systeem onderhevig zijn aan allerlei kwalijke invloeden. Er zullen definitieve veranderingen plaats vinden door natuurlijke oorzaken, maar zeker ook door menselijke handelingen. Hopelijk kunnen we door een juiste aanpak het leed nog wat verzachten, maar erg hoopvol ben ik niet. Ik kijk onmiddels met genoegen naar de aanvliegende koolmeesjes en aardhommeltjes in mijn achtertuin van 3,5 x 6. Merels, spechten, allerlei ganzen, Vlaamse gaaien, reigers, eksters, spreeuwen, houtduiven, kneutjes, boomklevertjes, ze zijn hier allemaal nog waar te nemen. De huismus, vroeger veelvuldig present, heeft zich verplaatst naar gebieden aan de rand van de stad. Schiphol, een logische plek voor vliegend gedierte, barst er van. Ik ben wel bezorgd over honingbijtjes en vlinders. De aantallen hier in de buurt zijn aanzienlijk afgenomen de laatste jaren, evenals de echte Amsterdammers ?
Theo heeft gelijk: je moet de diertjes wel faciliteren. Ruim de tuin niet te netjes op en zaai bloemen die bijen en hommels aantrekken.
Ik heb zoals je weet een grote wilde tuin in een dorp. Kleine vogeltjes zat en ja, ook mussen.
Bijvoeren mag trouwens wel van Vogelbescherming. Maar beter is het als de vogels zelf hun insecten en wormen en slakken vinden.
Genoeg groen in mijn tuin en omgeving aan de rand van den Haag. Ik zit aan de rand van een beschermd vogel broedgebied. Het gaat ook niet alleen om mijn tuin. In de hele groene wijk waar ik woon zie ik minder kleinere vogels. Er is een overvloed aan roofvogels. Er is echt iets veranderd hier sinds mijn afwezigheid in deze buurt en daar kan ik met mijn tuinactiviteiten niet veel aan veranderen. Ik ga wel mijn best doen natuurlijk.
Het is idd raar dat de kleine vogels uit je hele buurt zijn verdwenen.
Maar veldbloemen zaaien kun je allicht proberen. Ze zien er in elk geval leuk uit, ook als ze nog geen bloemen hebben maar alleen opkomend groen zijn.
De hele buurt staat vol veldbloemen, heesters, bomen en struiken. Onze tuin was 3 maanden onaangeroerd en stond vol groen. Er is echt iets aan de hand. Minder eenden ook. Wel van die grote. Er is een meeuwenplaag in den Haag. Heeft ook in de krant gestaan. Het is de schuld van ons mensen. Ik zag in mijn tuin een kraai een muisje eten. De sterken nemen het over van de zwakkeren hier
Ik zit al een tijd na te denken over “het is de schuld van ons mensen”. Wat bedoel je daarmee? Als je tegelijk zegt dat de buurt vol staat met “veldbloemen, heesters, bomen en struiken”.
Ik trek je observatie niet in twijfel. Ik begrijp het gewoon niet wat dan de schuld van de mensen zou zijn.
Jeanne, met de schuld van ons mensen bedoel ik, dat mensen in mijn buurt (en ook in andere buurten van Den Haag) brood en ander eten weggooien en dat dan niet in kleine stukjes, maar in grote hompen. Of zelfs hele broden. Er komt dikwijls voor iedereen post vanuit de gemeente in de brievenbus met het verzoek om dit niet te doen, omdat dit niet alleen meeuwen maar ook ratten aantrekt. Veel mensen trekken zich daar nog steeds niets van aan.
Er zijn in sommige buurten broodcontainers gezet, zodat mensen daar hun niet opgegeten brood kunnen dumpen, maar kennelijk is het makkelijker om het uit je raam te gooien. In de vuilnisbak mag niet volgens het geloof van velen. Ze denken dat ze zo goed bezig zijn.
De wilde bloemen, heesters en struiken staan er al heel lang. Ook de bomen, die in veel gevallen gevaarlijk groot zijn geworden en hoog boven de portiekwoningen en huizen uit torenen. Deze wijk is heel ruim en groen gebouwd in de 50er jaren aan de rand van Den Haag, toen er nog genoeg ruimte was en de huizen niet zo dicht op elkaar gebouwd hoefden te worden. Dat is op zich heel fijn, al dat groen en die ruimte, maar door het gedrag van de bewoners is het biologisch evenwicht hier verstoord. Dat vind ik heel jammer, omdat ik het langzaam heb zien gebeuren. Maar dit keer schrik ik echt van hoe het is veranderd in drie maanden tijd.
Nu begrijp ik je beter.
En dat is echt tragisch, wat je beschrijft.