Ahmad vertelde mij vanmorgen zijn droom: Hij lag overhoop met een vastgoedbedrijf. Hij had een stuk grond gekocht en wilde daarop zijn huis bouwen. Maar dat was voor hem onmogelijk gemaakt. Want naast zijn stukje grond verrezen grote flatgebouwen en op zijn grond stond een hijskraan, die bouwmaterialen transporteerde.
‘Maar dat mag niet op jouw grond,’ zeg ik. ‘Die hijskraan mag daar niet staan.’ ‘Ja, maar dat was de situatie in mijn droom,’ zegt hij glimlachend. En toen hij daarover wilde klagen bij de verantwoordelijken, was er niemand die hij te spreken kon krijgen.
Ik liet de droom even tot me doordringen. ‘Dus jij voelde je in het nauw gedreven door de belangen van anderen?’ constateerde ik. ‘Ja, behoorlijk!’ ‘Dan moet die situatie nog in je gedachten leven, anders droom je er niet over. Voel je je op dit moment ook in de hoek gedrukt door bijvoorbeeld mijn belangen?’ vraag ik me bezorgd af. ‘Vind je het misschien erg dat je mijn zin hebt gedaan en we nu in Malaga wonen in plaats van in Sevilla?’ ‘Nee, want dat wilde ik zelf ook. Ik wilde niet in Sevilla wonen en ook niet in een dorp in de omgeving daar.’ ‘Maar toch leeft dit rotgevoel nog in je. Misschien heb je bepaalde dingen niet verwerkt. Het is de ‘story of your life’ dat je werd onderdrukt door de belangen van anderen.’ ‘Ja, dat klopt helemaal.’
En dan begint hij te vertellen. Over het rotte werk dat hij in zijn leven noodgedwongen moest doen door het gebrek aan een diploma. Bijvoorbeeld het vervangen van rioolbuizen. Hoe slecht de werkomstandigheden waren en hoe hij dan streed voor zijn eigen belangen, maar ook voor die van zijn collega’s. Dat werd hem nooit in dank afgenomen. Ook dat hij ooit werkte in de bouw en dat hij er meer van afwist dan de opzichter. Hij wees de man erop dat het bouwen van een muur niet volgens de regels was en gevaar opleverde. Dat werd ook niet gewaardeerd. Hij werd ontslagen. Later bleek hij gelijk te hebben en moest die muur opnieuw gebouwd worden. De opzichter werd ontslagen, maar toen was hij zijn werk ook al kwijt. En zo waren er tal van situaties, ook in zijn werk als tuinman. Maar toen was hij inmiddels ambtenaar en konden ze hem niet meer ontslaan, hoewel zij dat drie maal probeerden. Wel konden ze hem afvoeren naar werk dat totaal niet interessant was en geestdodend: beheerder van een sportcomplex. Dat heeft hij de laatste jaren voordat hij werd afgekeurd na een ongeluk op het werk gedaan. Ik kan me voorstellen dat hij nog steeds moeite heeft om al die vernederingen te verwerken. Iemand met zijn intelligentie die het heeft moeten doen met zo weinig waardering.
Ik zeg: ‘Eigenlijk zie ik toch een parallel in onze levens, hoe verschillend die ook waren qua inhoud’. Ik studeerde af in de psychologie en trouwde vervolgens met een analfabeet, die mij geen verdere ontwikkeling gunde. Alles werd voor mij afgekapt. Verschil met Ahmad is dat ik van mezelf al geen eigenwaarde had en hij wel. Ik streed niet, maar meende dat ik het leven verdiende dat ik kreeg. Ik was van jongs af aan gewend om gekleineerd en vernederd te worden. Ik vond het heel normaal dat ik werkte in de catering van een fabriek, in de schoonmaak via uitzendbureaus en andere ondergeschikte baantjes binnen de schooltijden van mijn kinderen. Ik heb nooit durven zeggen dat ik een academische titel had. Integendeel schaamde ik me daarvoor. Maar het feit dat Ahmad en ik allebei onze capaciteiten niet ten volle hebben kunnen benutten en laten zien aan anderen komt wel overeen.
Zijn we daarover gefrustreerd? Ik niet. Ahmad misschien een beetje, omdat hij anders deze dromen niet zou hebben. Ik ben heel blij dat ik nu Ahmad (her)ken. ‘Jij bent het beste dat me ooit is overkomen,’ vertelde ik hem vandaag aan de koffie. Wel laat zijn we elkaar tegengekomen, met onze oude koppen, maar beter laat dan nooit.
Ik ben een zeer beschadigd persoon. Ik heb nooit therapie gehad. Het leven zelf was mijn therapie. Ik voel me nu zeer goed en tevreden hoe mijn leven gelopen is. Als ik kijk naar geluksgevoel, dan kan ik zeggen dat het leven voor mij een stijgende lijn vertoont.