Toen we laatst naar Delft fietsten kwamen we langs een boerderij waar een bordje hing met de tekst kasbonen te koop en eieren te koop. We hadden op dat moment geen eieren nodig, maar we namen ons voor daar eieren te kopen als onze in de winkel gekochte eieren op waren.
De eieren waren op en het was mooi weer om te fietsen, dus wij gingen op weg naar de eieren. Het is een heel plezierig fietstochtje dat grotendeels leidt langs fietspaden zonder autoverkeer.
Ik had los geld meegenomen om gepast te kunnen betalen, want het was een soort zelfbedieningskastje waaruit je de producten kon halen en betalen. Ik was ook blij om wat munten te kunnen neertellen uit een pot munten die ik inmiddels verzameld heb door boodschappen die ik via de pin heb voorgeschoten voor de buurvrouw terug te krijgen in muntjes.
We komen aan bij het kastje met de eieren en de kasbonen. We lezen een getypte waarschuwing dat er cameratoezicht is. Dat schrikt ons niet af, want we hebben niks kwaads in de zin. Ahmad houdt zijn hand op met de munten en ik wil de munten tellen om gepast te kunnen betalen voor een doos met 10 eieren die volgens de prijslijst 3 euro moet kosten. Ik vind dat flink aan de prijs, maar besluit dat ik het wel over heb voor hopelijk verse eieren van kippen die heerlijk mogen scharrelen.
Ineens hoor ik een stem naast me. ‘Hé hé, dat is niet de bedoeling.’ Ik kijk opzij en zie een jonge man staan. Zijn plotselinge aanwezigheid voelt als een kille mistige bries die ineens de mooie heldere en zonnige dag lijkt te verduisteren. ‘Het is niet de bedoeling dat jullie met kleingeld betalen. Daar word ik niet blij van. Ik moet van dat geld kippenvoer kopen en de handelaar in kippenvoer accepteert geen klein geld. Hebben jullie geen papiergeld?’ Ahmad en ik staan wat bedremmeld te kijken als twee kleuters die net betrapt zijn op het jatten van appeltjes. ‘Nee, dat heb ik niet bij me,’ zeg ik. ‘Ik wilde eigenlijk van mijn kleingeld af. Maar ik heb nog wel een 2 euro en een 1 euromunt.’ Ik geef hem de twee munten, en ik pak een doos met eieren uit het kastje.
‘Willen jullie niet ook wat kasbonen?’ vraagt hij nu wat vriendelijker en uitnodigend. ‘Nee, ik vind ze duur. 3,50 euro voor 400 gram vind ik duur,’ zeg ik zuinig. ‘Maar het zijn Hollandse kasbonen en dat proef je wel. Dat is heel anders dan de bonen in de winkel die uit Marokko komen.’ ‘Dat maakt mij niet uit,’ zeg ik tegen de blonde gozer. ‘Ik kruid de bonen meestal. Maar bedankt voor de eieren. De volgende keer neem ik papiergeld mee.’
We stappen op de fiets, nog een beetje beduusd van het koude welkom van de jongeman, die ineens naast ons stond of hij ons betrapte op een crimineel feit. We horen wel kippen kakelen, maar zien ze niet. ‘Volgens mij zij het ook geen echte scharrelkippen,’ zegt Ahmad. ‘Ik ga niet nog eens bij hem kopen.’ ‘Ik ook niet.’
Daarna fietsen we terug langs een andere route. Al met al wel een heel leuke rit op de fiets weer.
Vanmorgen aten we een eitje uit de doos. Het was wel heel lekker.