Men zegt dat je om een schatting te maken van hoe oud een hond is vergeleken met een mens, dat je dan de leeftijd van de hond met 7 moet vermenigvuldigen, Dus een hond van 2 jaar zou 14 jaar zijn in mensenjaren, enz.
Loulou, mijn logeerhondje is 12 en zou dus vergeleken met een mens 84 jaren tellen. Je kan aan haar merken dat ze al wat ouder is. Was ze vroeger een hondje dat heel hard kon rennen en veel kon spelen, nu is ze een stuk rustiger en is haar grootste genoegen al snuffelend een wandeling te maken. Ze kan een flinke tijd blijven plakken op één plek en krijgt er dan maar geen genoeg van om blaadjes, boomstammen en andere objecten te besnuffelen. Uiteindelijk sluit ze haar onderzoek dan af met een piepklein plasje, waarbij ze een achterpoot de lucht in steekt alsof ze zich een reu waant.
Ze luistert heel goed naar mij en hoeft dan ook niet aan een lijntje te lopen. Als we een straat oversteken blijft ze netjes naast me staan en steekt ze pas over als ik het zeg. Ik houd haar de hele wandeling goed in de gaten. Ik kijk wat ze doet op elk moment, of ze niet gaat rollen in een overblijfsel van een kadaver en of ze geen rommel eet van de straat. Haar drolletjes raap ik netjes op met de daarvoor bestemde zakjes om ze vervolgens weg te gooien. Blij constateer ik dat de dagelijkse buit in de zakjes aanzienlijk is. Ze eet goed en heeft mooie stevige drollen die er makkelijk uit komen. Dat was anders toen ze hier net was. Toen zag ik haar te lang persen op te uitgedroogde keutels. Ik ben er trots op dat het zo goed met haar gaat en dat zij dagelijks met gemak haar brokjes eet en goed drinkt, meestal uit de drinkbak van de de vogels. In het begin zag ik nog ribbetjes op haar slanke kleine lijfje, maar nu ziet zij er wat steviger uit. Ze loopt ook met meer zelfvertrouwen, alsof de buurt een beetje van haar is. Af en toe komt haar jeugd even terug en zie ik haar achter een groepje duiven aan rennen.
Vandaag op de terugweg naar huis zie ik haar ineens met iets in haar bek. Het lijkt op een stuk hout, maar ik begrijp dat het dat zeker niet is. Het is een halve frikandel! Waarschijnlijk op straat achtergelaten door iemand die er geen trek meer in had. Ik wil het vette en gezouten stuk vlees onmiddellijk weghalen uit haar bek, maar zij is mij te snel af en rent langs me heen met de frikandel tussen haar kaken. Ik ren achter haar aan, maar zij is veel te snel. Met wapperende oortjes snelt ze voor me uit. Af en toe blijft ze even staan om een flink stuk van de frikandel te verorberen. Zodra ik haar bijna te pakken heb sjeest ze weer weg. Ik heb het nakijken. Ik zie de frikandel steeds kleiner worden. Als ze mijn huis bereikt rent ze er een stukje voorbij, het hoekje om. Ik weet dat ze daar stiekem het laatste restje van de frikadel zit te verorberen. Ik berust erin en laat het maar zo. Ik heb deze strijd verloren. Even later zie ik haar aan komen lopen. Haar bekje is leeg en ze likt haar lippen af. Bij binnenkomst kijkt ze me aan, wachtend op haar hondensnoepje. ‘Je krijgt geen snoepje,’ zeg ik, ‘want je bent stout geweest. Je hebt niet geluisterd naar mij’. Intussen bedenk ik me dat zij de dag van haar leven heeft gehad vandaag. Je kan het een dier niet kwalijk nemen dat het geen afstand doet van een eenmaal gevonden ‘prooi’.
Vroeger was het in veel huishoudens gewoon dat mensen geen speciaal hondeneten hadden. De hond kreeg gewoon restjes van wat was overgebleven in de pot. Gezond voor de hond was dat natuurlijk niet. Loulou heeft vandaag een topdag gehad. Een hond ziet dat anders dan ik. Maar dit moet niet te vaak gebeuren.