Daar zijn diverse voorbeelden van, de ene nog erger dan de andere. Maar ik wil het hier hebben over een geval vlak achter on huis hier.
Ik schreef er al eerder over. Het betreft een grote zwarte hond die zomer en winter, in hitte en koude, de hele dag alleen verblijft op een deel van een dakterras. Het dier wordt niet uitgelaten, maar doet zijn behoeften op zijn eigen kleine stukje leefruimte. Eenmaal per dag komt er een jonge vrouw met een rubber handschoen de drollen weghalen. Daarna spuit ze met een tuinslang het stukje terras schoon. Ik zag een keer dat het dier blij naar haar toe wilde lopen maar een trap kreeg van haar. Want als zij er met de spuit aan te pas komt, dan moet hij even in zijn hok blijven.
Tot mijn schrik zag ik, toen we hier net waren aangekomen, dat er nu twee in plaats van één hond verblijft op dat kleine stukje terras en dat er nu twee grote hondenhokken staan op die plek. Er hangt een kleine, knullig bevestigde lap boven de idioot kleine leefruimte van de dieren. Dit vod moet hen beschermen tegen de hete zon overdag, maar het grootste deel van de dag geeft de doek geen schaduw op hun hoekje. Dan zie je ze met een open, hijgende bek schaduw zoeken achter hun hokken. Soms lopen ze rondjes om hun hokken om toch enige beweging te hebben. Telkens als de vrouw komt om hun gevangenis schoon te spuiten of om ze een bak eten te geven, zie je ze kwispelen van blijdschap, maar nooit zie ik dat zij door haar worden aangehaald of uitgelaten.
Ik kan het niet aanzien hoe die dieren moeten leven. ´Is hier geen dierenbescherming?’ vraag ik Ahmad. Jawel, maar die zullen in zo een geval niets doen.
Ik weet dat de eigenaar van de hond geen Spanjaard is, maar een Engelse. Het is een lange vrouw met wit lang haar, die heel af en toe naar de honden komt kijken en ze dan wel even aait. Maar haar zie ik vrijwel nooit. De verzorging wordt gedaan door een schoppende kenau en dit schoppen doet zij waarschijnlijk zonder medeweten van de oudere vrouw.
Toevallig zie ik de oude vrouw vandaag lopen met een boodschappenkarretje, als ik terugloop van de tandarts. Ze loopt een klein stukje voor me en ik voel woede in me opkomen. Ik overweeg haar aan te spreken op haar behandeling van de honden. Ze loopt een beetje mank en voorovergebogen en ik haal haar in. Terwijl ik haar inhaal bedenk ik me dat ik beter mijn mond kan houden. Hoe groot is de kans dat zij haar gedrag tegenover de honden zal wijzigen op grond van mijn commentaar? Nul komma nul, denk ik. Het is een oude dame en ik neem aan dat zij zich bewust is van wat zij doet met haar honden en dat zij het kennelijk wel normaal vindt.
Thuisgekomen vertel ik Ahmad dat ik de vrouw bijna had aangesproken, maar dat ik het toch niet deed. ´Dat is verstandig,´ vindt hij. ´Ze zou waarschijnlijk na dat gesprek niet anders omgaan met haar dieren, maar alleen een hekel aan jou krijgen.´
Dit vind ik verschrikkelijk maar ik weet ook niet wat je zou kunnen doen.
Ik begrijp wel dat je je heel machteloos voelt.