Laatst vroeg iemand mij hoe ik dacht over huisdieren. Of ik het ermee eens was dat je, als je eenmaal een huisdier hebt, dat je dat dier dan ook zo goed mogelijk moet verzorgen en met alle liefde die je hebt moet omringen. Daarmee ben ik het helemaal eens. Heb je geen tijd om een huisdier aandacht te geven, begin er dan beter niet aan.
Laatst was Lulu, het hondje van mijn oudste dochter weer bij mij, voor de tweede keer sinds ik weer in Nederland ben. Ik ben de favoriete oppas. En dat is niet zo gek, want als krasse gepensioneerde bejaarde heb ik voldoende tijd om het kleine hondje alle aandacht te geven, die het behoeft.
Ik vind het eigenlijk heel aandoenlijk om de kleine Lulu te zien in haar doen en laten. Het is een gehoorzaam en zeer aanhankelijk hondje. Mensen denken al gauw dat zo een klein hondje het liefst de hele dag op schoot zit of mee te nemen is in een tas: het hondje als accessoire, bij wijze van spreken. Maar chihuahua’s zijn hondjes die juist houden van veel beweging. Ze kunnen heel hard rennen, als mini hazewinden. En ze hebben alle instincten van een grotere hond. En dat vind ik zo aandoenlijk. Dit ver door gefokte minihondje heeft dus alle instincten en neigingen van haar grotere soortgenoten, maar wordt telkens geconfronteerd met haar weerloosheid als gevolg van haar mini-gestalte. Dat vind ik zielig. Ik vind het eigenlijk in bijna alle gevallen zielig dat dieren gedomesticeerd worden om te voldoen aan de behoeften van mensen. Ze zijn zo afhankelijk gemaakt, dat ze niet meer in hun behoefte aan voedsel en bescherming kunnen voorzien en zodoende aan ons zijn overgeleverd als pasgeboren baby’s. Maar dit is in hun geval levenslang, want ze zullen nooit meer in staat zijn om voor zichzelf te zorgen. Dat ze in aanbidding naar ons opkijken en onderdanig naar ons luisteren wordt door mensen aangezien voor liefde, maar het is gewoon noodzaak om te overleven. Lulu is net zo lief en aanhankelijk tegen mij als ze in mijn huis is als tegenover mijn dochter bij haar thuis. Ik ben hier voor haar ‘de leader of the peck’. Natuurlijk heb ik tedere gevoelens voor haar, als ze in aanbidding vragend naar me opkijkt, maar tegelijk doet het me pijn. Ik vind dat een huisdier in een vernederende, afhankelijke rol is gedrukt door de mens.
Het houden van (huis)dieren door de mens is volgens mij ontstaan uit gemak of noodzaak. De koe en het schaap voor de melk, de kaas en de wol. Kippen voor de eieren. Het paard en de ezel voor het werk op het land. De hond (meestal buiten gehouden) voor de waak. De kat om muizen te vangen. In de loop der tijd heeft het houden van huisdieren zich ontwikkeld tot een cultus. Honden zijn gefokt in diverse rassen om beter te passen bij de wensen van de mensen. De kat is in huis gehaald als aaibaar huisdier en krijgt zoveel voer, dat het jagen op muizen voor de meeste katten niet meer interessant is.
Mijn moeder was een hondenliefhebster en we hadden altijd een hond in huis. Mijn moeder beschouwde zichzelf altijd als nummer één voor de hond en het lukte haar ook vaak de honden zo af te richten, dat ze alleen bij haar wilden zijn en dat mijn broer en ik ze zelfs niet uit kon laten. Als ik dat probeerde, dan liep het dier te trekken aan de riem als of ik het mee wilde sleuren naar het schavot. Dus dat ging niet. Het trieste is echter dat toen mijn moeder op sterven lag, dat toen haar toenmalige hond niet in haar buurt wilde zijn. De hond vermeed haar zoveel mogelijk, alsof zij de dood rook en er niets mee te maken wilde hebben. Toen mijn moeder overleed gaf mijn stiefvader onmiddellijk de hond weg aan buren.
Ikzelf heb ooit een zwerfkat in huis gehaald die een ware kameraad voor mij werd en kilometers liep om terug te keren naar mij, toen mijn stiefvader hem had weggebracht naar een boerderij ver weg (gelukkig mocht ik hem toen alsnog houden). Vanwege deze bijzondere kat was ik lange tijd gek op katten, maar zo een kat als Thomas heb ik nooit meer gehad. Daarna had ik nog twee katten voor mijn kinderen. Uit het asiel en allebei ook wel speciaal. Maar uiteindelijk bedacht ik me dat het houden van een kat je slechts maakt tot een dienaar van die kat. Toen ze allebei overleden waren nam ik me voor geen huisdieren meer te nemen.
Ooit heb ik een papegaai meegesmokkeld op de boot van Suriname naar Nederland. Ik had hem meegenomen voor mijn toenmalige vriendje. Hij had een papegaai gehad die was overleden, wat hij heel erg vond en ik wilde hem verrassen en troosten met deze papegaai. Heel schrijnend was dat de papegaai kwam uit de binnenlanden van Suriname. Hij was geweest van een klein jongetje uit een dorp van Trio Indianen. Deze mensen kenden het geld nog niet en de papegaai werd geruild voor een paar flutprullen, zoals een spiegeltje e.d. Het jongetje huilde bij het afscheid van zijn papegaai en ik schaamde me kapot. Eenmaal in Nederland, bleek mijn toenmalige vriendje helemaal niet meer zo een behoefte te hebben aan een papegaai. Hij gaf hem aan een oud vrouwtje die het dier goed zou verzorgen. Korte tijd later hoorde ik dat Goedoe gestorven was.
Ik houd van dieren. Begrijp me niet verkeerd. Maar ik zie ze graag in hun natuurlijke omgeving.
Helemaal met de inhoud van je verhaal eens! Nooit geen huisdieren meer. Al kan ik me voorstellen dat andere mensen er anders over denken, zoveel mensen zoveel wensen.
Ik begrijp niet wat er tegen is om dieren (honden, katten, konijnen, cavia’s) uit een asiel op te vangen.
Ze zijn al op deze wereld en ze zoeken een goed tehuis.
Dat is natuurlijk iets anders dan een papegaai uit een exotisch land wegrukken bij een huilend kind voor een klojo die er eigenlijk geen trek in had. Dát is idd fout.
Vandaag vroeg iem op FB om opvang voor een kat van 18. Haar vrouwtje van 90 was overleden en het enige dat die vrouw wou was dat haar kat goed terecht zou komen. Ik hoop vurig dat iemand met een goed hart voor dieren die kat zal opvangen en niet zal zeggen dat de kat dan maar ‘in haar natuurlijke omgeving’ moet vertoeven.
Mij is ook een raadsel wat je bedoelt met die ‘natuurlijke omgeving’ voor dieren die al vele eeuwen zijn gedomesticeerd.
Het is één ding om de afhankelijkheid van huisdieren te erkennen, zoals de kat of de hond, en een ander ding heel anders is om te denken dat je (huisdieren) dieren in hun natuurlijke omgeving moet bevrijden. Zoals je zegt in je artikel: “Maar dit is in hun geval levenslang, want ze zullen nooit meer in staat zijn om voor zichzelf te zorgen”.
Zeer goed gezegd en zeer goed onderbouwd.
Lo diré también en castellano.
Una cosa es reconocer la dependencia de los animales domésticos, como el gato o el perro, y otra cosa muy diferente es pensar que hay que soltar a los animales (domésticos) en su ambiente natural. Como bien dices en tu artículo: Pero esto es de por vida en su caso, porque nunca podrán volver a cuidarse a sí mismos.
Muy bien dicho y muy bien razonado
Jeanne, lees nog eens rustig mijn artikel. Ik beschrijf juist dat er dankzij deze jarenlange domesticatie van dieren voor deze dieren geen terugkeer meer kán zijn naar een natuurlijke omgeving, zoals Ahmad hierboven citeert. Ik zal in een volgend artikel beschrijven wat ik bedoel als ik zeg dat ik dieren graag zie in hun natuurlijke omgeving.
Nooit geweten dat de Oranje Nassau een illegale papegaai vervoerde! Zijn er meer geheimen? ????????