Hoogtepunt van de dag is voor mij het middageten (almuerza), zittend in de zon op een terras. We gaan meestal naar hetzelfde terras en vandaag bestelden we daar een bord boquerones (gefrituurde piepkleine visjes) en een bord gemengde salade. Dat samen met brood en een bordje olijven is voor ons meer dan genoeg. Lekker met een flesje water. Wat dat betreft vallen we een beetje uit de toon hier, want de nationale drank is toch echt wel bier. Ook wordt er bijzonder veel varkensvlees genuttigd. Dit overmatige gebruik dateert nog uit de tijd van de inquisitie, toen mensen heel overtuigend moesten bewijzen dat ze echt geen moslim waren. Al voor de tweede keer komt er een man met een gitaar een mooi flamencolied zingen. De flamenco is ontstaan in de 16e eeuw toen het eenvoudige werkvolk mocht aantreden om de rijken te amuseren met zang en dans, terwijl die zich wentelden in ledigheid. En ook nu proberen mensen wat geld te verdienen door mensen op terrasssen en in bars te vermaken met hun zang en gitaarspel. Helaas zingt de man steeds slechts één lied (maar wel bijzonder mooi en gevoelig!) en dan gaat hij met zijn gitaar rond om het geld op te halen.
We besluiten als toetje een ijsje te gaan eten en slenteren verder naar de ijssalon. Onderweg komen we een groep mannen tegen met eigenaardige over hun rug hangende lappen op hun hoofd geknoopt. Zij zijn aan het oefenen voor de semana sancta (heilige week) die eraan komt. Deze week wordt gevierd rond pasen en eindigt altijd op de dag van de opstanding van Jesus Christus. In Andalucía is deze week een waar spektakel, waarin optochten worden gehouden met grote draagbaren waarop beelden worden meegezeuld van de Heilige Maagd Maria en Jesus Christus. Die draagbaren zijn erg zwaar en werden van oudsher gedragen door huurlingen, werklui die gewend waren zware lasten te dragen, zoals havenwerkers en landarbeiders. Nu is het een onbetaald iets en wordt het gedaan door jonge vrijwilligers. De mannen die gedurende meer dan zes uur deze draagbaren moeten voortzeulen bij toerbeurt zijn aan het oefenen met een zwaar loden frame, allemaal lopende in de pas, met het zware ijzeren gevaarte op hun schouders.
Tijdens de semana santa zie je ook veel mannen verkleed in een soort spookgewaden met puntmutsen in precies de stijl van de Ku Kluksclan. Dit gebruik dateert ook uit de 16e eeuw toen moslims die meededen aan de processie zich onherkenbaar wilden maken uit schaamte voor hun geloofsgenoten. De gemiddelde Andalusiër weet echter absoluut niet meer waar dit gebruik vandaan komt.
Hey moedertje,
Leuk om te lezen dat jullie het zo fijn hebben. Geniet er lekker van!!!
Dikke kus, Leila
Kus terug en tot gauw