Zoals sommige van mijn lezers waarschijnlijk wel weten heb je grafiet potloden en carbon potloden. Tot nu toe tekende ik altijd met grafiet potloden. In die soort heb je verschillende hardheden met elk hun eigen donkerheidsgraad. Ik tekende eigenlijk hoofdzakelijk met het doodgewone HB-potlood, het meest gebruikte en overal te verkrijgen potlood. Ik kocht er daarna meer potloden bij in verschillende mate van zachtheid, maar eigenlijk gebruikte ik die potloden nauwelijks. Hooguit voor het tekenen van een vlak dat absoluut donkerder moet zijn, zoals bijvoorbeeld haar of een kledingstuk of een gedeelte van het oog.
Nadeel van grafiet is dat het in sommige gevallen kan glimmen en dat het geen duidelijk beeld geeft als je de tekening bekijkt vanuit de verte.
Omdat ik ook in het bezit ben van enkele carbon potloden heb ik gisteren de techniek van het tekenen met carbon bestudeerd. Ik keek naar de video’s van Yong Chen, omdat ik daarop toevallig terecht kwam. Hij liet zien dat het bij het tekenen van carbon vooral gaat om het aangeven van schaduw en licht. Dat spreekt mij wel aan.
Vandaag ging ik aan de slag met een zwart carbon potlood. Tekende wijlen mijn lieve broer na van een foto. Ik probeerde me ook een beetje te houden aan de techniek van het meten van verhoudingen door met je potlood de verhoudingen na te gaan. Merkte eigenlijk vrijwel direct dat dit mij niet ligt. Ik ben gewend op het oog te tekenen. Zit er daarom natuurlijk weleens flink naast, maar ik ben niet van het passen en meten.
Dapper begon ik met grote streken op mijn enorme vel papier. Carbon is weinig subtiel in het aanbrengen. Zacht drukken of hard drukken kan je lang niet zo nauwkeurig doseren als met een grafiet potlood. Ik had gezien dat Yong Chen gewoon klodderde met zwart en de contouren daarna verzachtte met zijn vinger. Het rare vond ik dat hij in de video daarbij helemaal geen vuile handen kreeg. Ik deed wat hij deed en zag dat mijn broer (zoals ik hem ken) aardig gelijkend op mijn enorme vel papier verscheen, maar naarmate ik meer wilde perfectioneren verdween hij steeds meer en hij werd een andere man en ikzelf werd steeds zwarter. De zwarte piet vegen zaten zelfs op mijn wangen, zag ik toen ik op een goed moment mijzelf tegen kwam in de spiegel van de wc. De punt van mijn carbon potlood werd steeds stomper en mijn kneedbare gum steeds zwarter. Het nadeel van carbon potloden is ook dat je ze niet normaal kunt slijpen met een puntenslijper. Je moet ze slijpen met een mesje en dat is een heel secuur werkje. De punt moet heel lang zijn en wat stomp, zodat je met de zijkant eventueel ook grote vlakken kan vullen. Dit secuur slijpen lukte mij noch Ahmad. Met een veel kleiner en lang niet perfect potlood ging ik verder.
Mijn lieve broer Hans werd steeds onherkenbaarder. Ik wilde toch doorzetten en de moed niet opgeven, tekende, smeerde en gumde door, al lang niet meer genietend van het proces. Tot mijn potlood viel en de punt afbrak. Dat was voor mij het teken dat ik het mocht opgeven. Tekenen met carbon is niet voor mij weggelegd. In ieder geval niet letterlijk van een foto als portret. Het lijkt me wel een goede techniek voor karikaturen of tekeningen waarin alleen gewerkt wordt met zwart en wit en waarin grijstinten achterwege gelaten worden. Misschien dat ik er in dat soort ‘gevallen’ wel wat mee kan. Maar daar ben ik nog niet aan toe. Ik heb deze tekening uit mijn schetsblok gescheurd en weggegooid. Het is de tweede tekening in mijn korte tekencarrière die ik weggooi. En die andere had ik ook verpest met het carbonpotlood. Dat was toen ik nog niet wist wat het verschil was tussen grafiet en carbon. Ik pakte gewoon maar wat in mijn vingers kwam.
Kan niet zeggen dat ik met voldoening terugkijk op mijn tekenactiviteit van vandaag. Maar het goede nieuws is dat het nu eindelijk gestopt is met regenen.