Ik ben een geboren dromer en de emprirische wetenschap zie ik als een denk- en doemethode met beperkingen. In ieder geval in het vak dat ik bestudeerd heb (psychologie) en dat me nog steeds mateloos interesseert. Psychologie raakt aan sociologie, filosofie en theologie, vakken die eveneens minder ‘grijpbaar’ zijn dan bijvoorbeeld de mathematische en natuurwetenschappen. Toch zijn er mensen in ‘mijn’ vak, die zweren bij deze empirische benadering om erachter te komen hoe de menselijke geest werkt. En waarachtig, de empirische methode heeft zijn verdiensten. Door experimenten is heel wat ontdekt. Maar deze methode heeft daarnaast zijn beperkingen. Niemand kan zeggen wat een geweten is of een ziel of wat mensen motiveert, behalve fysiologische processen en omgevingsfactoren en erfelijke aanleg. Tot op heden tasten de psychologische wetenschappers in het duister wat betreft de werking van de menselijke geest.
Maar dankzij een andere tak van wetenschap, de ICT, zijn we nu zover dat we internet hebben en dat we kunnen discussiëren en chatten met meerdere mensen tegelijk, verspreid over de gehele aardbol. Je hoeft je huis niet uit om een pittig gesprek te kunnen voeren over bijvoorbeeld je geloof.
Dat laatste doe ik met veel plezier de afgelopen dagen in een groep waarvan ik lid ben gemaakt, agnostic muslims. Het is een ‘gewaagde’ groep. Immers religies bestaan uit een samenstel van aannames en de islam baseert zich daarbij op een boek, de Qur’an, dat wordt gezien als een samenstel van woorden die direct van onze Schepper afkomstig zijn. Het wordt door het merendeel van de moslims gezien als blasfemie als je deze woorden ter discussie durft te stellen. In de groep agnostic moslims komen mensen er rond voor uit dat ze twijfelen aan bepaalde passages in de Qur’an of er moeite mee hebben om ze te zien als rechtvaardig. Sommigen hebben daarom hun geloof geheel de rug toegekeerd en anderen ervaren zichzelf nog wel als gelovig, maar als gelovige met twijfels. Er worden diverse onderwerpen aangeroerd op een heel open wijze.
Zo heeft een groepslid het probleem in de groep gegooid van zijn huwelijk, Hij is getrouwd, heeft al een kind en een tweede in aantocht en nu heeft zijn vrouw zich bekeerd tot de islam en weigert met hem verder te gaan als hij zich niet ook bekeert, iets wat hij niet kan, omdat dit niet strookt met zijn levensovertuiging. Hij wil ook zijn kinderen niet in de steek laten. Hierop wordt dan met sympathie en verder gaande vragen gereageerd door anderen en zo ontstaat een boeiend gesprek.
Naar aanleiding van dit onderwerp kwam men dan weer op een nieuw onderwerp en een andere discussie, de positie van de vrouw in de islam en wat de Qur’an hierover zegt.
Ik heb me vanaf eergisteren vol geworpen in deze gesprekken. Het geeft me een goed gevoel te praten met andere moslims, niet moslims en ex-moslims over zaken waarover ik ook mijn twijfels heb.
Verschil tussen sommigen van hen en mijzelf is (merk ik) dat ik ondanks de frasen in de Qur’an en hadith die me tegen de borst stuiten en die een aanslag lijken op mijn rechtvaardigheidsgevoel toch vasthoud aan mijn geloof.
Ik rechtvaardig dat voor mijzelf als volgt:
Ik geloof dat profeten van alle tijden zijn gekomen met een zuivere boodschap. Mensen te herinneren aan hun Schepper en dat er universele waarden wat betreft goede intenties en goed gedrag (datgene waar het in wezen om gaat). In sommige gevallen werd deze boodschap opgetekend en in andere alleen van mond op mond doorgegeven.
En bij dat laatste krijg je dan, denk ik, de vertekening. Mensen geven dingen door en schrijven dingen op met hun eigen vooroordelen als extra bagage.
Ook de Qur án, waarvan men zegt dat deze het woord is dat direct komt van Allah, is niet direct opgeschreven, maar jaren later. De feilbaarheid van ons mensen in acht nemend, constateer ik dan dat er dingen in kunnen staan die kunnen zijn aangedikt, afgezwakt of vertekend naar de tijdsgeest van toen. Daarom waarschuwt Allah ook in de Qurán zelf dat sommige dingen letterlijk genomen moeten worden en anderen overdrachtelijk en dat mensen tweedracht zullen gaan zaaien door met elkaar discussies aan te gaan over dingen die zij als letterlijk zien, maar die als overdrachtelijk waren bedoeld.
Ik denk dus dat veel van de verwarring bij mij en bij anderen, gelovig of niet gelovig, hierdoor ontstaat.
En dan houd ik vast aan het idee dat bij mij al ontstond toen ik een kleuter was. Dat er een God bestaat en dat deze alle verbeelding te boven gaat, maar dat deze zich kenbaar maakt door veel onverklaarbare gebeurtenissen, zoals het wisselen van dag en nacht, de perfecte harmonie van de natuur en de samenhang tussen gebeurtenissen, die ik niet kan verklaren via een causaal verband.
Ik houd het er maar op dat mijn hart meer kan bevatten dan mijn verstand en daarom vind ik de term agnostic muslim (onwetende moslim) wel van toepassing op mijzelf. Ik geef mij over aan een Schepper die ik nooit gezien heb en van Wie ik het bestaan niet kan bewijzen, omdat mijn verstand daartoe niet toereikend is.
Je hebt een prachtige brug gemaakt van de psychologie en het empirisme, via de ITC, naar (jouw) religie. Geniaal! Zelfs de Profeet (vzmh en mhdgh) zou hierover zeer opgetogen zijn. ????
Oh ja ik heb nog gereageerd op de naaidoos, mocht dit je ontgaan zijn door je verwoede discussies over het ongrijpbare. X
Proef ik hier een lichte ironie? ????
Je reactie op de naaidoos is me niet ontgaan. Had er alleen niet zo gauw een antwoord op. ????????
Inderdaad een tikje ironisch. Geen echte spot hoor! Het verschil is flinterdun en in religieuze zaken kan dit soms dodelijk zijn, heb ik vernomen. Mocht je je afvragen wat mhdgh beduidt: moge hij dit gezien hebben.
Mijn grootste bezwaar tegen religie is het volkomen ontbreken van humor, van luchtigheid, van relativering. Ik heb toch zeker de bijbel en de catechismus mogen bestuderen maar ik heb zelden of nooit kunnen lachen, tenzij ik daar een eigen draai aan gaf. Idem met de enkele passages uit de Koran die ik heb geprobeerd te begrijpen. Omdat ik, zeker in mijn jonge jaren, last had van een soepele fantasie, veranderde een bijbelse voorstelling in mijn hoofd vaak in een komedie à la “The life of Brian” van Monty Python. Hierom kon ik dan onbedaarlijk in de lach schieten. Helaas stuitte dit doorgaans op onbegrip van de omgeving. Toen ik misdienaar was gebeurde er altijd wel iets dat nu niet bepaald in heilige sferen pastte. Ik herinner mij een avondmis in de Vondelkerk, hier in Amsterdam, nog voordat Gerard van het Reve aldaar God een ezel noemde. Het was het moment van de consecratie, waarbij van de gelovigen verwacht werd dat zij stilte en opperste devotie zouden betrachten. Dat moment suprème werd door mijn mededienaar aangekondigd met een handschel die bestond uit een samenstel van vier kleine, zeg maar: fietsbellen van brons op een frame met handvat. Nu wilde het ongelukkige toeval dat een van de bellen losraakte en, de stilte verwoestend, door de kerk stuiterde, tot verbijstering van de parochianen en de kapelaan. Ik zat geknield op mijn kussentje te hikken van de slappe lach, waardoor ik na de dienst vermanend werd toegesproken door de koster. (die overigens zelf van de kerkwijn snoepte, zo wist ik). Humor was blijkbaar een zonde.
Ik heb mij wel eens afgevraagd of God een oude zuurpruim was die zijn eigen schepselen niet waardeerde. Maar dat was in de tijd dat de Heer nog een gezicht en een baard had. ????
K.u.t. Ik had een lange reactie geplaatst die verdwenen is van mijn mini-schermpje. Nu nog maar een kleinere versie.
Herken dat ‘de slappe lach krijgen in de kerk’. Overkwam mij vaak als kind. ????
Ook kan ik beamen dat religieuzen en met name fanatici erg zuur kunnen zijn. Daarom ben ik blij nu in een groep te zitten met mensen die openlijk durven te reflecteren op de islam als geloof.
Doet me goed.