Mijn vader (niet de stief-, maar de echte) is nu 95 jaar oud en ‘still going strong’. Hij woont nog geheel zelfstandig in een mooi appartement in Heerlen en heeft daar een lat-relatie met zijn wat jongere vriendin, die een paar straten verder woont. Eens in het jaar zoek ik hem op en eens in de maand bel ik hem en als ik hem dan aan de lijn krijg, dan lijkt het of ik de stem hoor van een nog jonge vent. Hij kan heel levendig en in goed gekozen bewoordingen vertellen over zijn wel en wee en dat is voor mij een genot om naar te luisteren. Vrijwel nooit in zijn leven was hij ziek, op af en toe een verkoudheid na en ook nu nog is hij kerngezond. Hij loopt zonder stok en doet zijn huishouden geheel zelf, tot en met strijken van zijn onberispelijk zittende kleding.
Hoe heeft hij zo oud kunnen worden? Met Allah’s zegen natuurlijk, maar wellicht ook een beetje dankzij zijn leefwijze. Hij heeft nooit gedronken of gerookt (buiten een pijp in zijn jongere jaren, die hem een interessante ‘look’ gaf). Maar wat belangrijker is: hij heeft zich nooit druk gemaakt om gebeurtenissen en is zo kalmpjes door het leven gelaveerd.
En ook nu nog doet hij het rustig aan. Hij is een man van gewoontes. Hij leidt een leven dat in een vast ritme verloopt. Zijn ontbijtje, zijn krantje, zijn denksport, een wandelingetje, een dutje, rustig zijn huishouden doen, etc.
Het enige dat hij merkt op zijn oude dag is dat de meeste mensen in zijn leven hem niet hebben overleefd. Van zijn 9 broers en zussen is er nog maar één in leven en zij is aan haar huis gekluisterd en blind. Dat verdwijnen van al die mensen in zijn leven doet hem, denk ik, wel veel, want hij brengt dit vaak ter sprake. Verder merkt hij dat hij sneller moe is. Maar……, zo vertelde hij mij, het is voor hem minder vermoeiend om een tijd lang lichamelijke arbeid te verrichten dan gesprekken te moeten voeren met mensen. Liever is hij twee uur lang bezig met het doen van lichamelijke arbeid (zoals zijn grote hobby, het vervaardigen van voorwerpen uit hout), dan dat hij een paar uur met mensen in gesprek is. Na een bezoek aan bijvoorbeeld de buren in zijn flat is hij volkomen uitgeput, vertelde hij me.
En die eigenschap heb ik volgens mij van hem geërfd (naast vele andere, want ik herken veel van mezelf in hem). Want ofschoon ik een grote kletskous ben en graag praat met mensen, put mij dit ook uit. Gisteren was ik de hele dag met mijn dochters. Het grootste deel van de dag hing ik op een loungebank in de tuin van mijn oudste dochter. Maar toen ik uiteindelijk thuis kwam om 21.00 uur kon je me opvegen. Ik was volkomen uitgeput en heb geslapen van 23.30 tot 9.00 uur.