Na het slopen begint dan natuurlijk het weer opbouwen en dat begon vrijdag met de komst van een tegelzetter en een stukadoor.
De tegelzetter was een man van ongeveer mijn leeftijd die al heel vroeg (dat is vòòr 8 uur in de ochtend) voor mijn deur stond. Het was een wat bleke man, die zwijgend zijn spullen binnenbracht en direct in de WC aan het werk ging met zijn cement en tegels. Om het ijs wat de breken en toch even zijn stem te horen vroeg ik of hij alvast een kopje koffie wilde. Nee, dat hoefde niet. De man bleek toch te kunnen praten en vroeg of ik er bezwaar tegen had dat hij zijn muziek aanzette. Nee, hoor. Via zijn I-phone klonken direct jaren 70 nummers en de man werkte gestaag en routineus verder.
Wat later kwam de stukadoor, een jongeman van ongeveer de leeftijd van mijn jongste zoon. Hij ging een slaapkamer stuken. En dat moest hij doen met het raam dicht, omdat het stukwerk anders te snel zou drogen. Het was 30 graden en de zon scheen de hele dag op het raam, dus hij werkte in een soort sauna. ‘Wil je wat drinken?’, vroeg ik bezorgd. Nee, hij had van alles bij zich, maar natuurlijk niet gekoeld. Ik wist hem toch na een paar uur te verleiden tot een glas koude limonade en even later aan een bord met stukjes watermeloen. Intussen werkte hij dapper door. En beneden deed de tegelzetter dat ook op het ritme van zijn zijn muziek. Hij was duidelijk gewend zijn ding te doen op zijn manier, zijn eenmansfeestje…Hij moest nog twee jaar en dan wachtte zijn pensioen, vertelde hij me later, terwijl hij onbekommerd voor mijn neus zijn werkbroek verwisselde voor een andere broek. Ik wierp intussen maar even een bewonderende blik op zijn strak gezette tegelwerk.
Terwijl de mannen boven en beneden hun werk deden, hingen Ahmad en ik wat rond. Echt tot iets zinvols kom je niet op zulke dagen. On 16.00 uur vertrokken ze. De tegelzetter had zijn werk, tegels aan de muur en op de vloer, afgerond. De stukadoor moest nog terugkomen voor één muur en dat gaat vandaag gebeuren.
Ik hoopte op een nieuwe toiletpot en wasbak in mijn juist betegelde WC, maar de opzichter, die ook even kwam kijken, hielp me uit deze droom. Nee, de tegelvloer moest eerst twee dagen drogen en pas maandag zouden de WC-pot en wasbak geplaatst worden. Dus wij moesten het nog een heel weekend met ons vieren doen met het noodtoiletje dat ze me gebracht hadden en dat ik in mijn bijkeuken had neergezet. Wat een ellende.
Ik was bang voor een ‘overload’ en we durfden nauwelijks door te spoelen. Papier gooiden we in een vuilnisbakje. Maar eens zou het ding toch vol zijn en ik vreesde dat dit zou gebeuren voor maandag! En inderdaad, op zaterdag zag ik dat het toiletje zo goed als vol zat. ‘Je kunt hem gewoon leeg gooien’ had de opzichter gezegd. Het toilet zou ook niet zo ‘chemisch’ zijn, maar er werden tegenwoordig biologisch afbreekbare spulletjes in gebruikt. Maar waar moesten we het neergooien? De tegelvloer in de WC mochten we niet betreden en ik moest er niet aan denken dat het spul gedeeltelijk naast het gat zou terechtkomen. Mijn heroïsche zoon loste dit voor mij op. Midden in de nacht droeg hij samen met zijn vriendin het geval naar buiten, waarna zij nog even terugkwam voort een grote gieter met zeepsop. Ze hebben onze uitwerpselen gedumpt op een braak liggend hellinkje. Daarna was Allah zo genadig om een enorme onweersbui te laten losbarsten, zodat de resten goed zijn weggespoeld. De volgende dag was er absoluut niets te ruiken, verzekerde mijn zoon mij. En ik was opgelucht dat het noodtoiletje er nog een dag tegen zou kunnen.
En nu…..staat eindelijk een loodgieter de toiletpot en het wasbakje te monteren. We moeten het noodtoilet netjes leegmaken en schoonspoelen voor we het teruggeven. Maar dat is geen probleem, nu we over enkele uurtjes weer een WC-pot hebben.