Gisteren was het weer zover. Meer dan duizend bommen en granaten werden de lucht in geslingerd van de vroege ochtend tot diep in de volgende morgen. Het geknal is ook nu nog niet helemaal uit de lucht. Dit zinloze kruit verschieten maakt me intens verdrietig, al van kinds af aan. Vuurwerk heeft me nooit kunnen bekoren, evenals pretparken en alles wat namaak is en veel geld kost. Ik ben een simpele ziel, die het meeste houdt van toevallige schoonheid, die zomaar ineens je oog bekoort of gezelligheid die er ineens is. Het opgelegde en gedwongen gedoe van ‘dat iets feestelijk moet zijn of leuk’ heeft me altijd benauwd.
Bij dit alles spelen verschillende dingen mee. Ik houd niet erg van ‘dingen plannen die naar mijn gevoel niet te plannen zijn’: familiegevoel, feestelijkheden, ‘iets moois beleven’, dat zijn allemaal dingen die voor mijn idee niet voor het grijpen liggen maar cadeautjes die soms toevallig op je weg komen. Dus het hele gedoe van verjaardagen, kerstmis, nieuwjaar, suikerfeest en dat het dan dus gezellig en feestelijk moet zijn heeft voor mij iets van een gedwongenheid en gekunsteldheid waar ik niet van houd.
Daarbij komt dat ik ben opgevoed door ouders die zuinigheid hoog in het vaandel droegen. Geld werd nooit over de balk gesmeten en alle genoegens die ik als kind mocht smaken waren eenvoudig en goedkoop van aard.
In mijn rol van moeder had ikzelf niet veel geld te makken en waren noodzakelijkerwijs de pleziertjes die ik mijn kinderen gunde ook goedkoop. Erop uit met een tas vol meegebrachte etenswaren en drinken was het leukste wat ik hen te bieden had. Pretparken en vakanties waren ver van ons bed en daarover werd niet eens gesproken.
Hoe anders is de tijd nu. Mijn kinderen hebben genoeg geld te besteden en mijn kleinkinderen hebben al heel wat vakanties, pretparken, vakantiehuisjes en andere geldverslindende pretbelevenissen mogen meemaken. Hun kamertjes liggen vol met het mooiste speelgoed en de laatste technische snufjes. Gelukkig zijn het alsnog lieve en niet verwende kinderen. Ze zijn nog even blij als ik ze laat spelen in een gratis speeltuin of in een bos als wanneer ze naar de Efteling gaan. Maar het zijn wel kinderen van deze tijd en die tijd is er één van weelde en luxe. Geen één of twee paar schoenen, maar wel vier paar aan hun snel groeiende voeten en diverse winterjassen en héél veel kleding.
Dat wordt allemaal voor hun gekocht door mijn kinderen, die niet bang zijn om geld uit te geven. Over hun eigen kleding wil ik het niet eens hebben. Van het geld van één jasje van mijn zoon koop ik een hele winteroutfit. Van de sigaretjes die hij in rook laat opgaan kan ik een maand een heel gezin te eten geven. Hielden wij vroeger dansfeestjes door een zaaltje te huren en wat wijn en bier bij elkaar te sprokkelen met een groepje van drie of vier, nu is het heel normaal om 50 of 80 euro intree per persoon te betalen voor een dansfeest. Tel daarbij op het parkeergeld en de benzinegeld (want voor zo een feest ga je gerust een stuk rijden naar een andere stad) en de consumpties en dan ben je voor een avondje stappen zo een paar honderd euro kwijt. Dat is voor mij ondenkbaar, maar voor jonge mensen van nu heel normaal.
Ik heb nu best genoeg centjes en zou misschien wel wat ruimer kunnen leven, maar ik ben het gewoon niet gewend. Vroeger niet en nu niet en ik zal er nooit aan wennen. Ik heb in Pakistan gewoond tussen mensen die nog minder hadden dan ik ooit gehad heb en ik heb jaren in een kraakpand gewoond met zeer eenvoudig sanitair en dat heeft me misschien nog soberder gemaakt dan ik was. Ik ben echt een comsumindermens en zal dat altijd blijven. Het is voor mij nog steeds een sport voor een prikkie lekker eten op tafel te toveren, omdat ik dat jaren heb moeten doen. Ik ben de lachende fietser die langs de autofiles rijd.
Ik kan echt niet tegen verspilling en ‘prefabricated happiness’. De mooiste dingen van het leven zijn gratis.