Gisteren heb ik me weer verdiept in het boek I Tjing.
In de vertaling van Richard Wilhelm bestaat de I Tjing uit drie delen, waarvan het eerste boek het eigenlijke orakelboek is, ‘de Tekst’ geheten. De twee laatste delen bestaan uit een uitleg van de wijsheid achter de I Tjing (voor zover die in woorden te vatten is). Het tweede boek ‘het Materiaal’ bevat een beschrijving en uitleg van de tekens. Het derde boek ‘de Commentaren’ lijkt een herhaling van het eerste deel, maar is een tweede versie van het orakelboek met de 64 tekenen, aangevuld met commentaren, waarvan er een groot aantal van Confucius zijn.
De oorsprong van de I Tjing dateert uit 3000 voor Christus. Het is één van de weinige boeken die niet vernietigd zijn gedurende al die jaren. Wel is er een uitbreiding gekomen. Was het eerst alleen een voorspellend boek, later werd eraan toegevoegd hoe men als gewaarschuwd mens het lot kon veranderen. Alles berust op het principe dat er wetten zijn die de kosmos beheersen en dat die zijn weerslag hebben op al het leven op aarde. Een mens is daarbij uniek in die zin dat hij een keuze heeft om zijn denken en handelen aan te passen aan de wetten in de kosmos en niet tegen die wetten in te gaan. De keuzes die de mens maakt bepalen heil of onheil.
Het is een boek met een heel ingewikkelde materie die het resultaat is van het denken van grote denkers en wijzen. Het is voor de doorsnee mens moeilijk te begrijpen hoe het kan dat het toeval zoveel betekenis kan hebben. Zelfs een grote wijze als Confucius was gedurende zijn leven nog niet klaar met het werkelijk doorgronden van de I Tjing. Hij heeft eens gezegd dat hij een half leven meer zou willen leven om de I Tjing beter te leren begrijpen.
Tja, en wie ben ik dan om me te verdiepen in dit boek en te trachten er wat van te leren. De eerste keer dat ik me verdiepte in de laatste twee delen van de I Tjing was dat lui liggend op de tuinbank en ik snapte er eigenlijk geen jota van. Gisteren deed ik een nieuwe poging, ditmaal liggend op de bank in de huiskamer. Bepaalde beschrijvingen van het materiaal (de tekens) gingen iets meer voor me leven, maar alsnog bleef het grootste deel voor mij vaag. Maar de universele wijsheid achter dit boek blijft aan me trekken.
Wat ik heel frappant vind is dat de mens die wordt weergegeven in de lijnen van het hexagram als de middelste twee lijnen tussen de plaatsen van hemel en aarde wordt gezien als ‘edele’ die handelt uit liefde en rechtvaardigheid.
Laten dit nu net de deugden zijn die in alle godsdiensten worden geprezen als belangrijk! Als kind begreep ik al dat er wetten zijn, ik noemde ze kosmische wetten. Ga je tegen die wetten in, dan voelt dat niet goed en luister je naar die wetten (door te luisteren naar de zachte stem van je geweten) dan voel je je goed en in harmonie met je omgeving. Althans zo ervoer ik dat. Ik kon dat nooit een naam geven en zocht overal naar theorieën, filosofieën of geloven die deze gedachtengang bevestigden.
Uiteindelijk kwam ik terecht bij de Islam. Islam betekent letterlijk ‘overgave’. En dat wil zeggen overgave aan de Wil van Allah. Wat is Allah? Wij kunnen Allah niet kennen. Het zijn de wetten van de kosmos, waarover de I Tjing spreekt. In alle geloven wordt gepredikt dat je je moet schikken naar de wetten, die in elk geloof gesteld worden. Dat kunnen de 10 geboden van Mozes zijn of andere voorschriften die in andere geloven meer nadruk krijgen. Feit is dat alle geloven een afspiegeling zijn van de noodzaak voor de mens om zich in harmonie te weten met de wetten in de kosmos op elk moment. En geen moment is hetzelfde, maar alles verandert voortdurend en dus ook de eisen die op elk moment aan de mens gesteld worden. De I Tjing gaat ervanuit dat de mens handelt vanuit liefde en rechtvaardigheid en, naar ik aanneem, de diverse geloven ook. Alle profeten waren waarschuwers, die de mensheid wezen op het belang van ‘Adab‘, goed of nobel gedrag.
Dat helaas veel geloven zich hebben ontwikkeld tot onverdraagzame bolwerken, waar geen welwillend oog meer is voor andere geloven en waar men de overeenkomst tussen alle geloven volledig negeert, maar daarentegen de nadruk legt op de superioriteit van de eigen rituelen, is jammer. Want in wezen is het doel van elk geloof en ook datgene wat wordt aangeraden in de I Tjing het volgende:
Dat men zijn handelen naar beste kunnen in harmonie brengt met de kosmische wetten van elk moment en dat men dit doet vanuit liefde en rechtvaardigheid.
Dat vind ik een mooie gedachte.