Ik ga ze niet meer schrijven, de klagerige sjagerijnige stukjes over hoe de islam miskend of gehaat wordt. Het heeft geen zin en er zijn zoveel ergere dingen in het nieuws waarover ik me kan opwinden. En ben ik degene die daar dan commentaar op moet geven? Nee. Om veel redenen niet, maar een belangrijke reden is dat ik lui ben in het me verdiepen in media. Ik lees meestal niet veel meer dan de koppen van het nieuws en ik neem niet de moeite om te zoeken naar wat er allemaal geschreven of gezegd wordt over een bepaald onderwerp in diverse media. Ik houd me bij wat me zoal toevallig ter ore of onder ogen komt en dat is meer dan genoeg en ik trek me het meeste te veel aan. Maar veranderen kan ik toch niets, ook al schreeuw ik nog zo hard. En naast alle pijn, honger, onderdrukking, uitbuiting en wreedheid is er ook nog altijd schoonheid, liefde, dapperheid en zachtheid. En dat zijn de dingen die naar het licht leiden en blij maken.
Ik heb eigenlijk altijd bekend gestaan als iemand die overal het positieve ziet. Daarom past het geween en geklaag over dingen die ik toch niet kan veranderen niet bij mij. Toen ik vroeger nog werkte met groepen langdurig werklozen, waren er altijd mensen in die groepen die de sfeer naar het negatieve wilden trekken. “Het heeft voor ons allemaal geen zin. Niemand geeft ons werk. We hebben hier echt niets aan, enz..” En het was ook echt zo dat veel van deze mensen kampten met schulden, een slechte gezondheid en/ of trauma’s uit een ellendig verleden. Wie was ik dan om hun de “sunny side of life” te willen laten zien.
Toch gebeurde het dat juist de grootste negatievelingen uiteindelijke de trouwste bezoekers van de groep werden, die het jammer vonden als het vakantie was. En dat bereikte ik niet door met ze mee te klagen. Juist niet. Het ging erom hoe je, gegeven de situatie zoals die nu eenmaal was, toch een plek daarin kon vinden die bij jou paste.
En daar gaat het eigenlijk nog steeds om: je eigen plek te bepalen temidden van alles om je heen, het mooie, het lelijke, de stilte en de storm.
Gisteren zag ik op het nieuws mensen die waren afgeslacht in een dorp in Syrië. Men wist niet of dit gedaan was door het Syrische leger of door de rebellen (hoe verward moet de situatie dan zijn….). Een groot aantal slachtoffers was al gestorven, maar één van man lag op het punt van sterven. Men vroeg hem of hij nog wat wilde zeggen. “Zorg goed voor mijn moeder”, zei hij, “Ik houd van haar”. Dan schiet ik vol van ontroering. Hij zei niet: “Die en die klootzakken hebben dit gedaan”. Nee, daar was hij niet mee bezig. Hij dacht aan zijn moeder, die achter bleef en van wie hij hield. Wilde dat zij goed verzorgd werd. Moge zijn ziel rusten in vrede en moge zijn moeder kracht krijgen bij het dragen van haar verlies.
De profeet Mohammed sws heeft gzegd dat er een tijd zal komen dat het vasthouden van je geloof moeilijker zal zijn dan het vasthouden van een hete kool in je handen. Volgens mij zitten we nu in die tijd. Daarom zeg ik tegen mezelf: “Stop met het je druk maken over wat anderen vinden en geloven”. Ik heb het druk genoeg met het vasthouden van “die hete kool” in mijn handen.