Laatst las ik een boek van Philip Huff, getiteld ‘wat je bloed weet’. Het gaat over de jeugd van een jongen, zijn kleinere broertje en grotere zus en de gevolgen van die jeugd op hun verdere leven.
In een ogenschijnlijk ‘normaal’ en welvarend gezin gebeuren dingen die niet normaal zijn, zoals een vrijwel constante en gewelddadige ruzie tussen de ouders en af en toe mishandeling van de kinderen, met name de zonen. Daarentegen is er wel sprake van mooie vakanties, lidmaatschap van de hockeyclub en andere dingen die geld kosten. ‘Kakkersleed’ noemt de schrijver de jeugd van die kinderen ergens in het boek. De ouders worden beschreven als mensen die niet in staat zijn tot zelfreflectie, maar zich eerder zien als slachtoffer. Zij hebben toch hun kinderen alles gegeven wat ze konden en hun best gedaan? Waarom zijn die kinderen zo ondankbaar. De kinderen noemen hun ouders op een bepaald moment ook niet langer pappa en mamma (of vader en moeder) maar noemen ze bij hun voornamen, alsof ze de rol van ouder niet waardig zijn. De hoofdpersoon uit het boek durft het bovendien aan om zijn ouders flink de waarheid te zeggen over hoe zij als ouders gefaald hebben en uiteindelijk willen de twee zoons niets meer met hun ouders te maken hebben.
Ik zie in dit boek veel overeenkomsten met mijn eigen jeugd en die van mijn broer, maar ik ben blij dat ik nooit zo ver ben gegaan door mijn ouders ‘de maat te nemen’. Zoals in het geval dat beschreven wordt in dit boek was het ook in het geval van mijn ouders (dat wil zeggen mijn moeder en stiefvader) zo dat zij op hun beurt slachtoffer waren van dingen die verkeerd waren gegaan in hun jeugd. Je kan hierop zeggen: ‘Is dat een excuus en moeten zulke mensen wel besluiten kinderen te krijgen?’ Dat is gemakkelijk gezegd. Kinderen komen in veel gevallen vanzelf zonder dat daar lang over wordt nagedacht. En niemand krijgt een handleiding mee over hoe je de kinderen met liefde kan opvoeden en ze kan laten worden tot hun beste zelf. De meeste ouders maken hier of daar fouten, sommigen meer dan anderen
Ik ben blij dat ik mijn ouders nooit heb geconfronteerd met hun gedrag, maar ze heb geaccepteerd zoals ze waren. Het blijven mijn ouders en zij verdienen mijn medeleven over hoe hun eigen jeugd geweest moet zijn. Mijn stiefvader kwam uit een liefdeloos gezin met een vader die zelf als jongen van 16 jaar van huis is weggelopen vanwege mishandelingen. Mijn stiefvader hield niet van kinderen in het algemeen en wij waren bovendien niet zijn kinderen. Hij heeft zijn eigen zoon zijn hele leven aan zijn lot overgelaten. Hoe konden wij dan verwachten dat hij van ons zou kunnen houden als een vader? Onze biologische vader speelde geen enkele rol in ons leven vanaf zeer jonge leeftijd. Dat is gewoon pech hebben voor mijn broer en mij. Maar ik zie het niet als een reden om daar mijn hele leven onder te moeten lijden en daarom mijn ouders te moeten verachten. Ze zijn er alle drie niet meer (mijn vader, mijn stiefvader en mijn moeder). Ik heb ze vergeven, zoals ik ook hoop dat mijn kinderen mijn eventuele fouten zullen vergeven.
… in dit boek veel paralellen met …
Gelukkig weer een spelfout gevonden. Een vaak voorkomende en begrijpelijke zelfs. ?
Hoop dat je me kan vergeven? heb het woord nu vervangen door ‘overeenkomsten’.
Hahaha!