Vanmorgen wilden we, zoals gewoonlijk bij mooi weer, buiten ontbijten. We zagen een vogel (we dachten dat het een spreeuw was) op zijn ruggetje liggen op het terras. De pootjes bewogen zachtjes, dus de vogel leefde nog. Ahmad zette het diertje recht en toen hopte de kleine vogel de tuin in en verschool zich onder de struiken. Hij bleef daar wat rond ritselen, maar opstijgen lukte kennelijk niet. Intussen struinde er ook een grote rat door de tuin, die we wegjaagden.
We aten niet echt rustig, denkend aan dit zielige vogeltje en hoe hem te helpen. Er kwam ook even een soortgenoot op de schutting naar het hulpeloze dier kijken, misschien wel zijn of haar partner. Ik houd het maar even op ‘haar’.
Na het eten besloot ik de dierenambulance te bellen. Ahmad zette de vogel in een schoenendoos van Manfield (waar toevallig een mooi rond gat in zit aan de zijkant). Ik kreeg de nachtdienst aan de lijn. Een meisje zei me dat we de vogel een uur in de doos moesten laten zitten en dat deze dan meestal vanzelf herstelde. Waarschijnlijk had het dier een hersenschudding volgens haar. Maar ik vertelde haar dat de vogel al een tijd in mijn tuin had zitten schuilen en wat had rond gehipt, maar dat ze nog niet hersteld was en dat ik er geen vertrouwen in had dat dit in de doos wel ging gebeuren. Toen mocht ik haar brengen naar de vogelopvang. Met ongepoetste tanden reed ik ernaartoe.
De vogel werd bekeken en we kregen te horen dat het geen spreeuw was maar een jonge merel. Aan haar vleugels mankeerde niets maar haar pootjes waren verlamd. Ze zouden haar nu op een warme plek zetten en goed gaan verzorgen, zodat zij kon herstellen. Als ze hersteld was, dan zou ze tijdelijk in een volière geplaatst worden met vogels van dezelfde grootte en als ze dan helemaal weer ok was, dan zou ze worden vrijgelaten. In de regel is het niet haalbaar om alle vogels terug te plaatsen in het gebied waar ze vandaan komen. Maar wij wonen gelukkig niet ver van de vogelopvang, die gelegen is in Kijkduin.
Opgelucht reden we terug. Ik was ook blij mijn tanden te mogen poetsen. Maar de gewonde merel had in dit geval voorrang.