Opruimen

Vandaag stormde het en wind die om het huis giert maakt mij altijd onrustig. Ik had geen zitvlees om opa’s oefeningen (bijna 3 uur lang!) te doen. Ik kreeg een beter idee. Ik ging opruimen.
Ik begin met de spullen en boeken uit mijn moeders huis die al bijna een jaar in een krat en in vuilniszakken onder een bed liggen (ja! onder de twijfelaar, die ik ooit tweedehands kocht nadat ik treurde om het verkochte bed van wijlen mijn broer). Het zijn spullen en boeken die ik ooit dacht te verkopen, maar dat is er nooit van gekomen. Daarom gaan ze nu naar de Kringloop, die het spul woensdag komt ophalen, samen met een oude tv die nog goed werkt. We hebben al dozen gehaald bij de supermarkt, die Ahmad verstevigd heeft met breed plakband. Ik begin met de spulletjes in te pakken: een Delfts blauwe klok die het niet meer doet en een dito vaasje met een molen, hand beschilderd en uniek in oplage staat erop, maar ik vind er niets aan. Verder een eng beeldje uitgehouwen uit de ivoren slagtand van een getergde olifant (brr) twee grote houten beelden met duivelachtige gezichten, een tinnen melk- en suikersetje dat onbruikbaar lijkt en een even onbruikbare tinnen theepot op een standaard, waarin ooit petroleum heeft gebrand om de thee warm te houden en een tinnen kandelaar. De laatste twee attributen vindt Ahmad mooi. Mijn historicus houdt van dit soort ouderwetse voorwerpen. Ok, die bewaar ik voor hem. En dan valt me ineens op dat het inderdaad twee mooie objecten zijn.
Ik ga verder met de boeken en merk dat er boeken bij zijn die ik wil bewaren: kinderboeken zoals Tijl Uylenspiegel en de Reis om de Wereld in 80 dagen van Jules Verne, sprookjesvertellingen en ‘de Zwarte hengst Bento’, een boek dat mij in mijn jonge jaren tranen met tuiten liet huilen van ontroering. De avonturen van Olie B Bommel, vertellingen van Bomans en boeken van Cissy van Marxsveld waar ik ook dol op was. Biggles en Frits Deelman (wat mijn broer las) laat ik weg. Ik weet niet of deze boeken mijn kleinzoons ook zullen boeien en denk van niet.

Verder nog wat volwassen boeken, die mij boeiend lijken en tot mijn verrassing vind ik in één ervan een boekenlegger met de verjaardagsdatum en de naam van mijn geliefde broer Hans erop geborduurd. Nog geen drie jaar later zou hij overlijden. De rest verdwijnt in twee grote dozen. Daar zitten drie bijbels bij (ik heb er al één), Blavatsky, Midas Dekkers en heel veel Tolkien, waar ik niets aan vind.

Eenmaal zo lekker bezig besluit ik ook mijn kleding weer eens uit te zoeken om de zak met oude draagbare kleding aan te vullen die ook mee mag naar de Kringloop. Ik pas dingen en merk dat mode niets betekent. Veel dingen die oud zijn staan nog leuk en veel nieuwere dingen niet. Eigenlijk is het met kleding bij mij zo: het bevalt me of niet en als het me niet bevalt draag ik het nooit en kan het weg en als het me wel bevalt draag ik het tot het tot op de draad versleten is. Maar alsnog ben ik een idioot bewaarmens. Ik vind een zak schoenen onder mijn bed, die ik nooit meer kan dragen (want met hakken) en in sommige ervan zitten nu gaten door de tand des tijds. Weg ermee. Ik heb nog oude BH’s van misschien wel 15 jaar terug, omdat ik telkens als ik een nieuwe kocht dacht de oude te moeten bewaren als reserve. Verder heb ik een hele la met lelijke leggings in  kleuren die ik nooit zal dragen. Ik draag alleen zwarte en bruine. Weg met grijs en paars en met afzakkende leggings! De la is dan bijna leeg.
Dat doet me denken aan vroeger…in de tijd met mijn eerste ex. Ik bewaarde toen ook van alles voor nóg slechtere tijden. Zo kan ik me herinneren dat ik in de schuur een oude legerjas bewaarde. Ik weet bij God niet meer hoe ik daaraan kwam. Maar de gedachte achter het bewaren van die jas was dat er ooit een heel koude winter zou kunnen komen en dat ik dan misschien geen kachel had en niets om mij en mijn kinderen mee te verwarmen. Dan zou die oude jas nog van pas kunnen komen. We konden dan altijd nog onder die jas slapen. Wat een gedachte…..
Wat betreft de jassen heb ik het nog niet helemaal afgeleerd. Ik heb bijna al mijn jassen bewaard en aangezien ik niet bepaald ‘sleets’ ben, heb ik nog veel jassen, ook uit mijn brommertijd. Die bewaar ik ook nog steeds voor hele koude winters. En dan niet te vergeten het enorme aantal jassen van mijn jongste zoon die elk seizoen een nieuwe jas koopt. De jassen die hij niet meer wil dragen vind ik te mooi en te duur voor in de kledingzak. Die moeten naar andere jongemannen die er heel blij mee zullen zijn en ik wil ze persoonlijk uitdelen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *