Liefde

In een voorgaand stukje zei ik dat ik daar in mij jeugd niet veel van heb gehad. Dat is met name liefde van de kant van mijn ouders. Verder hadden wij weinig familie en mijn ouders gingen niet graag met de rest van familie om. De familierelaties betroffen vrijwel uitsluitend het gezin dat bestond uit mijn stiefvader, mijn moeder, mijn broer en ik. De liefde die ik niet mocht ontvangen van mijn ouders werd ruimschoots gecompenseerd door de liefde die ik deelde met mijn broer Hans. Wij waren veel samen. Tijdens de vakanties, die mijn stiefvader het liefst placht door te brengen in eenzame oorden met veel natuur. Maar ook thuis. Omdat wij vanwege de militaire carrière van mijn stiefvader vooral in onze vroege jeugd bijna elke twee jaar verhuisden, waren mijn broer en ik veel op elkaar aangewezen. Onze goede broer-zus-relatie was het enige echte houvast dat we hadden. Want telkens opnieuw moesten we weer wennen aan een nieuwe leefomgeving, een nieuwe school en nieuwe kameraadjes.
Beiden zijn mijn broer en ik uiteindelijk uitgegroeid tot mensen met niet al te veel vertrouwen in de wereld om ons heen. We waren vriendelijk tegen iedereen, maar echt dichtbij lieten we niemand komen. Mijn broer was daarbij behoorlijk zwijgzaam. Ik daarentegen kon je de oren van je kop kletsen, maar echt dichtbij liet ook ik niemand komen. Zodra iemand mij echt aardig begon te vinden, werd ik bang. Ik kon het me gewoon niet voorstellen. Dacht dat ik niemands liefde waard was.
Dat heb ik eigenlijk mijn hele leven volgehouden. Vriendschappen ontstonden wanneer mensen mij zochten, maar zelden of nooit stapte ik op iemand af die mij aardig leek om een vriendschap te beginnen. Mijn omgeving bestond uit ‘aangewaaide personen’.
Ook met de mannen in mijn leven ging dat zo.
Toen ik kinderen kreeg, kostte het mij echter geen enkele moeite om van hen te houden. Je kan eigenlijk wel stellen dat vanaf de geboorte van mijn eerste kind mijn kinderen mijn leven waren. Ik leefde met hen en voor hen.
Van mannen heb ik eigenlijk altijd gedacht dat ze voor mij altijd een ‘vreemdeling’ zouden blijven en lang niet zo belangrijk als mijn kinderen, mijn eigen bloed. Toevallig trouwde ik ook drie keer met mannen die letterlijk vreemdeling waren, in de zin van ‘niet Nederlands’. En dat terwijl ik me zo graag uit in mijn eigen taal!
Maar vandaag besef ik ineens dat ik nu een man naast me heb, mijn lieve Ahmad, die werkelijk lief is, die ik volkomen vertrouw, die van mij houdt en (zo besef ik nu) van wie ik ook steeds meer ben gaan houden. Het heeft geduurd voordat ik de rugzak met ellende die ik heb verzameld in mijn leven heb kunnen wegzetten. Ik kijk nu met nieuwe ogen naar Ahmad en besef dat hij werkelijk mijn zielmaat is en dat ik evenveel van hem houdt als van mijn kinderen. En dat is veel!
Ik prijs mezelf heel gelukkig met de mensen die ik nu om mij heen heb. Mijn lieve kinderen en hun partners. Mijn kleinkinderen. En…….nu ook een beetje mijn echte vader de heer Theunissen, van wie ik via zijn buren via whatsapp fotootjes mag ontvangen en updates hoe het met hem gaat. Die naar me zwaait op de foto en belangstellend naar mij vraagt.
Ik voel me rijk wat betreft liefde …….

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *