Gisteren was het Valentijnsdag, een dag waarop mensen hun liefde voor of vriendschap met een ander laten blijken. Door attenties, cadeautjes, kaartjes, bloemen, enzovoort.
Ik heb daarvan weinig gemerkt. Het was voor mij een dag als elke andere. Wel kwam de herinnering bij me boven van hoe Valentijnsdag voor ons vorig jaar is verlopen. We waren toen in Alhaurin de la Torre en gingen toevallig op 14 februari naar Malaga, naar het Cortes Ingles (te vergelijken met de Beijenkorf in Nederland). Daar boekten we een reisje naar de Algarve in Portugal voor een dag of acht.
Begin maart (ik meen 8 maart) reden we erheen. We hadden het daar heerlijk en we boften enorm met het weer, dat verrassend zonnig en warm was voor de tijd van het jaar. We genoten van wandelingen in de mooie omgeving en lagen zelfs een keer even languit te zonnen op het strand. In het hotel was er nog weinig te merken van het virus, dat toen al rondwaarde in het noorden van Spanje, in Madrid en heel Catalonië. Er was een groep oudjes uit het noorden van Spanje, die gewoon met ons aansloot bij het buffet. Er was nog geen sprake van mondkapjes en een 1.5 meter samenleving. Hoewel we in het nieuws al hoorden over het virus, dat al lang niet meer alleen in China voorkwam, leek men op onze vakantiebestemming te doen of er helemaal geen virus bestond. We stonden met onbekenden samen in de lift en aten tijdens een excursie gezellig samen een lunch met toeristen uit Engeland, Ierland en Canada. De Amerikaan was een gepensioneerde man, die voor het eerst van zijn leven in Europa was en vol enthousiasme vertelde naar welke plaatsen in Europa hij nog meer wilde afreizen. Niemand leek een vermoeden te hebben van de tijd, die ons te wachten stond.
Op 15 maart was onze vakantie in Portugal afgelopen. We stapten ’s morgens in de auto om terug te gaan naar Alhaurin. Toen we de grens tussen Portugal en Spanje passeerden, verbaasden we ons over de Gardia Civil, die op het tegenliggende wegdeel autopassagiers controleerde en terugstuurde naar Spanje. Je kon Portugal niet meer in, als je daarvoor niet een geldige reden had!
Bij een benzinestation annex ‘servicio’ wilden we, zoals we gewend waren, koffie drinken en wat eten. Maar daar bleek dat je alleen nog kon tanken. De WC en het restaurant waren gesloten. Je moest je behoeften maar ergens doen aan de kant van de weg. Er stonden wat vrachtwagens geparkeerd, waarvan de chauffeurs dezelfde verrassing als wij te verwerken kregen. Ik had met ze te doen. Zij moesten hun werk die dag doen zonder WC, eten en drinken. De overgang was erg plotseling en niemand leek erop voorbereid te zijn.
Later hoorden we dat er in de loop der tijd talloze initiatieven voor de vrachtchauffeurs ontstonden vanuit de bevolking. Rijdende snackbars met drinken en maaltijden om de vrachtwagenchauffeurs alsnog van eten en drinken te voorzien tijdens hun werk.
Eenmaal thuis kwamen we erachter dat sinds precies de dag dat onze vakantie in Portugal beëindigd was, Spanje in een totale lockdown terechtgekomen was. Wat dat voor ons en andere mensen in Andalusië betekende is te lezen in eerdere stukjes in dit weblog (vanaf maart 2020).
Maar wat ik me gisteren wel realiseerde is wat een geluksvogels wij eigenlijk zijn geweest met deze laatste heerlijke vakantie op het nippertje. Hoe precies kwam dat uit! ? Dat hadden we zelf nooit zo kunnen ‘plannen’.