Zodat je zelf minder of op den duur helemaal niet meer hoeft te werken. Dat kan je doen door te beleggen in aandelen of in cryptomunten of door huizen te kopen en die duur te verhuren. Je krijgt dan huur, terwijl het huis dat je gekocht hebt daarbij nog toeneemt in waarde. Dubbele winst. Enorm rendement. Dit zijn allemaal dingen die mensen met veel geld kunnen doen. Ik zag het in de serie ´Sander en de kloof´, die ik terugkijk op NLZiet. Sander geeft toe dat hij een huisjesmelker is en hij noemt zich liberaal. Maar hij vindt het alsnog allemaal niet eerlijk. Zoals de kansenongelijkheid in het onderwijs, die steeds meer toeneemt, omdat rijke ouders hun kinderen plaatsen op dure privéscholen met kleinere klassen en meer individuele aandacht voor het kind. Sander vraagt ouders of ze er geen moeite mee hebben om hun kind te bevoordelen boven kinderen uit een armer gezin? Het antwoord is ´nee´. Een ander stel koopt starterswoningen in Sneek om deze te verhuren. Voelen zij zich niet schuldig dat zij zich verrijken ten koste van de starter, die door hun tussenkomst moeilijk aan een koopwoning komt? Ook hier is het antwoord ´nee´. De kloof tussen de rijken en de minder rijken beeldt Sander uit door middel van poppetjes. Twee groepen die elk in hun eigen wereld leven. Hierbij stelt Sander zich voor dat de rijken in hun eigen bubbel leven en alleen maar naar elkaar kijken. De minder rijken (die een veel grotere groep vormen dan de rijken) kijken (in de beleving van Sander) verlangend naar de rijken en komen misschien wel ooit ´de kist met goud´ halen ?. Tussen deze groep minder rijken en de rijken is een soort wegversperring en een kloof die steeds groter wordt. Sander plaatst zichzelf te midden van de groep rijken met een spiegel, die hij zijn lotgenoten voorhoudt.
In aflevering vier rijdt Sander mee met een vrachtwagenchauffeur, een ZZP-er die vrachten vervoert in zijn eigen vrachtwagen. Deze man verklaart veel uren te werken voor steeds minder geld, omdat de onkosten steeds groter worden en hij bovendien veel belasting betaalt.
Aan het eind de aflevering valt het Sander op dat deze chauffeur nog steeds positief is en zich kennelijk niet laat ontmoedigen door de voorstelling van zaken zoals Sander die hem voorspiegelt en die berust op de werkelijkheid zoals die nu is. Hoe lukt het deze chauffeur om zo positief blijven? De man geeft rustig antwoord: ´Veel geld hebben wil niet zeggen dat je gelukkiger bent,´ zegt hij. ´Ik ben gelukkig en ik houdt van mijn werk´. ´King of the road,´ merkt Sander op. ´Nee, king van mijn eigen gedachten, dat is het belangrijkste´, antwoordt de man.
Hij laat zich niet gek maken. Het zijn inderdaad twee werelden. De mensen die werken om te leven en de mensen wier voornaamste doel het is zo snel mogelijk hun vermogen dat al groot is nog groter te maken. De motivatie die zijzelf daarvoor geven is dat zij op zoek zijn naar ´vrijheid´. Dat die vrijheid ten koste gaat van anderen is daarbij kennelijk niet belangrijk.
Ik ga de laatste twee afleveringen van Sander en de kloof nu ook bekijken. Vrolijk makend is het asociale gedrag van de rijken niet, maar wel interessant. ´Geld dat voor je werkt´, zoals een ballon die zich met lucht blijft vullen. Tot hij knapt. Een ander tot mij sprekend beeld vormen de bellen die een kind blaast met een beetje zeepsop. Ze blijven zweven in de lucht tot zij uiteen spatten.
Inderdaad, mijn liefste. Geld is namelijk een abstract begrip en valuta zijn de fysieke uitdrukking daarvan. Maar dit “geld” moet, om “waarde” te hebben, worden gedekt door een fysiek product, hetzij om te worden geconsumeerd (b.v. een appel) of om te worden gebruikt (b.v. een meubelstuk), zonder producten van de reële economie is geld waardeloos. Je ziet dat in oorlogen, wanneer de economie geruïneerd is: je kunt veel munten bezitten, zelfs miljoenen, maar zonder producten heeft geld geen waarde. Dus valuta, of ze nu fysiek of virtueel zijn, zijn als rook.
Geld is pas belangrijk als je het nodig hebt.