Zoals alles heeft het zijn voor en tegen, ouder worden, Voordeel is dat je blij mag zijn dat je het wordt, want zovelen worden helemaal niet oud. Hun leven wordt al afgebroken als zij er net mee begonnen zijn of er net midden in staan.
Ik heb het geluk al een beetje oud te zijn geworden, 61 jaar, en heb deze leeftijd bereikt met een gezondheid, waarover ik niets te klagen heb. Dat is een ander voordeel. Want hoeveel mensen kunnen helaas niet zeggen dat ze een goede gezondheid hebben. Zij moeten leven met pijn of ongemak.
Een ander voordeel is dat je met de jaren het een en ander leert en dat je dat geleerde heel goed kan gebruiken als je ouder bent.
Dat klinkt alleen maar goed tot zo ver.
Nadeel voor mij is dat ik me helemaal niet oud voel, maar ongeveer een jaar of 35. Vandaar dat het schrikken is, als iemand mij vraagt om een foto en ik een foto van mijzelf maak met de webcam. Het lijkt of mijn vel te groot is geworden voor mijn gezicht en dat de zwaartekracht daar vervolgens een wreed spel mee speelt.
Het duurt even voordat ik de klap van de confrontatie te boven kom en ik merk dat daaraan een heel arsenaal van gedachten en gevoelens gekoppeld is.
Deze maatschappij heeft afgedaan met vele taboes, maar de taboes rond oud worden en sterven zijn nog steeds levensgroot aanwezig. Oud zijn betekent voor velen niet meer mee doen, er niet meer toe doen.
Hoeveel oudjes zitten niet in bejaardenhuizen tevergeefs op bezoek te wachten. Hun kinderen hebben geen tijd voor hen.
Wat zonde van alle kennis en wijsheid die te vinden is in de niet meer zo rimpelloze hoofden van deze mensen. Wat een schat aan ervaring waar niemand iets mee doet.
Is daar niet iets voor te bedenken? Een kenniscentrum, waar ouderen zich aanbieden als adviseur, luisterend oor, vakman of -vrouw, vertel-opa of -oma? Is dat niet te organiseren? In plaats van de oudjes bezig te houden met allerlei gepunnnik en gefrunnik. Laat de ouderen zelf vaststellen waar ze goed in zijn of iets vanaf weten en laten de jongeren zich aan deze nog niet vergane kennis laven, in plaats van de oudjes werkloos en doelloos aan de kant te zetten.
Dit kan allemaal gebeuren zonder winstbejag en gedoe.
Maar daar zit juist het kernprobleem. Er valt niets te halen bij de ouderen, zo wordt gedacht. Alsof kennis en ervaring geen goud waard zijn.
Ik heb jaren mogen werken als trajectbegeleider voor langdurig werklozen. Mijn taak was alles uit deze mensen met allerlei belemmeringen voor werk te halen wat erin zat aan creativiteit en motivatie. Met als uiteindelijk doel betaald werk. Elk stapje daar naartoe was waardevol en de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid telde forse bedragen neer om deze mensen te laten begeleiden door deskundigen. Met als uiteindelijk doel toch te verdienen, als deze mensen uit de uitkering zouden geraken.
Er wordt nu al niet meer geïnvesteerd in mensen die door psychosociale of lichamelijk belemmeringen ver van de arbeidsmarkt staan. Laat staan dat de ouderen nog als de moeite waard gezien worden.
Maar iedereen weet dat de wereld een spiegel is, waarin wij onszelf ontmoeten. Als wij waardering krijgen voor wat we doen of kunnen, dan groeien wij en als deze waardering uitblijft verpieteren wij. Uiteindelijk kunnen mensen lichamelijk en psychisch ziek worden door een gebrek aan motivatie en creativiteit, die sterk beïnvloed worden door de reactie van de omgeving.
Geldt dit niet net zo goed voor ouderen? Ik denk het wel.
In bejaardenhuizen wordt gewerkt met vrijwilligers voor de dagbesteding e.d.
Ik zou graag een steentje bijdragen om een programma te ontwikkelen, waarin deze vrijwilligers door middel van bijvoorbeeld vragenlijsten kunnen peilen welke de kwaliteiten van elk van de ouderen zijn. En deze kunnen dan worden ingezet op ontmoetingsmiddagen of -ochtenden tussen ouderen en buurtbewoners van klein tot groot. Elke oudere kan achter zijn eigen tafeltje of in zijn eigen hoekje individueel advies geven, er kunnen lezingen worden georganiseerd, waarin ouderen het woord voeren en kennis delen.
Dit kan ook in buurthuizen plaatsvinden waarin ouderen uit de buurt jongere mensen uit de buurt kunnen adviseren. Eventueel zijn zelfs werkplaatsen mogelijk waarin ouderen vakkennis overdragen aan jongeren. Er kunnen middagen voor kinderen worden georganiseerd waarin ouderen verhalen vertellen aan kinderen over vroeger.
Als dit soort dingen niet meer spontaan plaatsvinden, zoals vroeger toen oma en opa nog in het gezin inwoonden en hun eigen plek daarin hadden, laten we het dan organiseren.
Zo zie je tot welke gedachten de confrontatie met een gerimpeld hoofd kan leiden. Zucht.