Dat klinkt al vermoeiend en dat is het ook. Jezelf van alles opleggen. Waar komt dat toch vandaan? Kinderen hebben er weinig last van, dus ik denk dat dit er bij de opvoeding wordt ingepompt. Zo ook bij mij. Ik was een kind met veel fantasie en ik kon uren dromen en spelen, zoals waarschijnlijk de meeste kinderen. Totdat ik naar school moest. Voorbij was de tijd dat ik dromerig uit het raam staarde op het ritme van de arbeidsvitaminen, terwijl mijn moeder meezingend haar huishouden deed. Voorbij was het veilige gevoel dat ik had in mijn eigen omgeving.
Daar was ineens dagelijks de school, waar ik me moest verweren tegen mondige kinderen die streden om wie er in de poppenhoek of de blokkenhoek mocht spelen. Ik was daarin niet bepaald haantje de voorste, maar liet me door andere kinderen meevoeren in het avontuur. Gelukkig was ik meestal wel omringd door vriendinnetjes en vriendjes. Daarna kwam de ‘grote’ school, die mij bijzonder gemakkelijk afging. Ik wist altijd alle antwoorden, alsof ik alles al eerder gehoord had. Misschien kwam dat wel omdat ik altijd op kleine scholen zat met meerder klassen in één lokaal, zodat ik de info een paar keer tot me kon laten doordringen. Daarna de middelbare school en dat werd al een stuk vervelender. Ik moest ineens huiswerk maken en er was niet één vak dat me echt interesseerde. Meestal zat ik achterstevoren op mijn stoel met mijn vriendinnen te kletsen en briefjes te schrijven of in mijn agenda te kliederen. De woorden van de leraren gingen volkomen langs me heen. Ik had 16 uur per week Latijn en Grieks, iets waarvan ik het nut toen absoluut niet inzag. Ik vertaalde mechanisch teksten zonder me te verdiepen in de inhoud van wat ik las.
Als ik een proefwerk kreeg, dan moest ik ineens alle stof uit mijn hoofd leren, wat me meestal wel lukte, maar de geleerde stof beklijfde nauwelijks. Na mijn schooltijd verwachtte iedereen dat ik zou gaan studeren, maar dat trok me helemaal niet. Ik had alleen maar een vaag idee dat ik wilde reizen en veel van de wereld zien. Zo kwam ik terecht bij de spoorwegen, waar ik werkte als informatrice. Je had dan vrij reizen, het eerste jaar alleen binnen Nederland en daarna in heel Europa. Dat leek me een goed begin voor mijn reisplannen. Maar zover kwam ik niet. Al na een jaar kwam ik erachter dat ik mensen op een zinvollere manier wilde helpen dan ze alleen maar te wijzen welke trein ze konden nemen. Het voor hen uitrekenen van de voor hen goedkoopste rondreis door bijvoorbeeld Rusland maakte me alleen maar nerveus en kriegel. Daar woog een goed salaris niet tegenop, omdat ik niet geïnteresseerd was in geld. Ik besloot psychologie te gaan studeren.
De psychologiestudie viel me ontzettend tegen, maar inmiddels had ik geleerd wat dat betreft niet naar mezelf te luisteren, maar door te zetten. Ik meende dat je iets hoort af te maken waaraan je bent begonnen. En waarom? Dat wist ik niet. Ik had me tevreden gesteld met het antwoord dat volwassenen me altijd gegeven hadden op deze vraag als kind: “Daar kom je vanzelf nog wel achter”. Dus ik maakte deze studie af, hoewel ik niets had met psychologen en hoe deze mensen hun werk plegen uit te voeren.
En zo volgden er nog heel wat studies, werkzaamheden en bittere pillen die ik braaf slikte, gewoon omdat het moest. Ik had geleerd taken vol te houden, ook al stonden ze me niet aan. Zo moest ik ook mijn eerste huwelijk volhouden van mezelf, hoewel de situatie alles behalve prettig was. Ik kon daar pas na 16 jaar uitstappen op het verzoek van mijn oudste dochter. Ik had in mijn hele leven nooit geleerd voor mezelf te kiezen en mijn eigen weg te volgen.
En nu betrap ik mezelf er weer op dat ik al een jaar iets doe, wat me veel energie en doorzettingsvermogen kost, terwijl ik er weinig positiefs aan beleef: mijn dagelijkse huiswerk van opa. Ik heb veel geleerd van opa Khalil omtrent de juiste uitspraak van het Arabisch, de consonanten en de klinkers en hun combinaties. Ik weet nu iets meer over het stoppen of juist doorlezen bij het reciteren van de Qur’an. Maar ik wordt moe van het steeds maar moeten herhalen van dezelfde oefeningen. Het kost me dagelijks tijd en ik doe het niet meer met plezier.
Ik kan de Qur’an reciteren, maar niet als een Arabier en dat zal me ook wel nooit lukken. Ik wil hiermee verder gaan op mijn manier en in mijn tempo, maar ik weet dat opa mij daarvoor niet de ruimte gaat geven. Het moet allemaal op zijn manier. Durf ik die confrontatie aan? Ik wil elke dag een stukje Qur’an reciteren in het Arabisch en daarna de vertaling bestuderen. Ik wil de cursus ‘Arabisch begrijpen en verstaan’ die ik ooit heb aangeschaft gaan doen. Ik wil de grammatica van het Spaans oppakken en mijn vocabulaire in die taal ook uitbreiden. Ik wil weer gaan sporten. Ik wil meegaan met de flow en alles doen voor de mensen om mij heen wat voor mijn handen komt (en eigenlijk moest dit bovenaan staan). De tijd die dan overblijft is voor mezelf en deze wil ik besteden op een manier die ikzelf voor mijzelf zinvol vind.
Dat heb ik vannacht allemaal bedacht, toen ik de slaap niet kon vatten, iets waarvan ik sinds het einde van de ramadan af en toe last heb. Het kan zijn nut hebben, zo een slapeloze nacht……
Ik lees je stukje met veel bewondering, ik weet dat het je veel heeft gekost, dit besef.
Kies voor jezelf, Shabnam!
Je bent het waard en ‘jezelf’ is een waardevolle vrouw.
Wat een onverwachte en lieve reactie! Dankjewel.