Het lijkt wel of de duvel ermee speelt. Telkens als Ahmad iets lichamelijks mankeert en ik hem wil verzorgen zoals hij dat ook voor mij doet in dagen dat ik ziek, zwak of misselijk ben, dan krijg ik tegelijk met hem ook wat.
Vorige keer gebeurde dat toen hij met een infectie van zijn galstenen in het ziekenhuis lag. Ik zocht hem daar een paar dagen op en al op de tweede of derde dag werd ik na thuiskomst van een bezoek aan hem in het ziekenhuis met hevige buikpijn acuut afgevoerd naar de eerste hulp. Ik bleek een ileus te hebben waar men pas na twee dagen lijden op de eerste hulp achter kwam. In een 3 uur durende operatie werd het levensgevaarlijke euvel hersteld door een reddende engel van een chirurg. Daarna lagen Ahmad en ik naast elkaar in een kamer in het ziekenhuis te herstellen. Gelukkig waren toen zijn kinderen en mijn kinderen er om langs te komen en ons te voorzien van nodige dingetje.
Dit keer wilde ik dat zoiets zeker niet zou gebeuren. Omdat ik wist dat zijn kinderen te ver zaten en alle drie moesten werken en mijn kinderen eveneens. Ik wilde er voor hem zijn. Nou, dat lukte dit keer wel maar niet helemaal zoals ik had gewild. De nacht voordat ik hem naar het ziekenhuis zou brengen om geopereerd te worden werd ik heel beroerd. Ik zal niet in details treden. Maar de dag van de operatie zat ik, terwijl hij geopereerd werd en daarna moest bijkomen in de verkoeverkamer, beroerd te wezen in een stoel vanwege slaap- en vochtgebrek. Ik sprak ineens bijna geen woord Spaans meer (kon niet op woorden komen en verstond niks). Ik reed half versuft weer naar huis, toen hij weer in zijn ziekenhuisbed was teruggekeerd en we begrepen dat zijn operatie geslaagd was.
De volgende dag reed ik weer naar hem toe in de vroege ochtend met wat spullen en hapjes. We namen aan dat hij nog wel een paar dagen zou moeten blijven. Maar tot onze verrassing hoorden we dat hij dezelfde dag alweer naar huis mocht met katheter en plaszak. Met allebei een suf hoofd zochten we een apotheek die weekenddienst had. Ik merkte dat Ahmad naast me in de passagiersstoel zich niet zo lekker voelde als in zijn bed. Elke beweging deed pijn.
En nu zijn we alweer de tweede dag samen thuis en ik merk dat ik toch een griep heb opgelopen en niet alleen maar reageerde op eten dat niet lekker viel ofzo. Ik heb nog steeds een hoofd vol watten en voel me zwak. Maar rond stiefelend in ons eigen optrekje merk ik dat ik de verzorging van mijn lief heel goed aankan. Samen worden we wel weer sterk. Ahmad is er op dit moment slechter aan toe dan ik.
Woensdag heeft hij een afspraak om de katheter met het plaszakje te verwijderen. Het zal een opluchting voor hem zijn als hij weer een broek aan kan trekken en niet meer hoeft rond te lopen in een djellaba van mij.
Het voelt als een zegen om in dit soort omstandigheden samen te kunnen zijn.