Toen we hier aankwamen, zagen we dat er niet alleen beneden ons doodlopende straatje naarstig gebouwd is, maar ook op het gemeenschappelijke dak van onze twee verdiepingen hoge flat.
Ahmad vond het prima dat de buurman een enorm geval op zijn eigen dak had gebouwd, maar met het hekwerk dat reikt tot het dak boven onze computerkamer/logeerkamer was hij minder blij. Gaten boren die lekkages kunnen veroorzaken in het toch al poreuze bouwwerk waarin we leven, vindt hij geen goed idee. Er wordt al genoeg geklaagd over lekkages bij onze benedenburen, na elke schaarse maar hevige regenbui die hier kan vallen. Hij belde de bewonersvereniging om te vragen of de buurman toestemming had gevraagd en gekregen voor zijn bouwsels. Nee, dat was niet zo. Kennelijk belde de dame van de ´comunidad´ daarna direct de buurman, want die stond nog geen kwartier later voor onze deur op zijn toch al hoge benen. Het is een enorme man met grote spierballen (misschien gekweekt met een beetje hulp van anabolen?). Hij heeft vroeger bij de Gardia Civil gewerkt, maar is daar ontslagen vanwege agressief gedrag. Nu is hij uitsmijter in een disco. Hij heeft ruzie met veel van onze buren in dit gebouw, maar tot op heden was de verstandhouding met ons goed.
Ik zit op de het terras van mijn laatste restje koffie te nippen, als ik de man op agressieve toon tegen de veel kleinere Ahmad tekeer hoor gaan. Wat denkt hij wel, om iets te zeggen over een recht dat hij meent te hebben. Ahmad blijft rustig, maar houdt wel voet bij stuk. Wat de buurman doet op het dak van zijn eigen woning moet hij zelf weten. Maar hij wil wel dat hij het hekwerk boven ons dak weghaalt. ´Dat is pure jaloezie!´ roept de man uit en daarvan moet ik even in mezelf grinniken. Uiteindelijk belooft hij het hekwerk weg te halen, maar ´tussen jou en mij is het nu voortaan afgelopen´ voegt hij er boos aan toe. ´Prima,´ antwoordt Ahmad dapper en de man verdwijnt.
Na de ruzie voelt Ahmad zich toch niet erg lekker. Hij houdt helemaal niet van gesteggel. Ik stel hem gerust en zeg dat hij niets verkeerds heeft gezegd, maar alleen voet bij stuk heeft gehouden en dat ik dat wel dapper van hem vind. Ook zeg ik dat ik de indruk heb dat M. een man is die misschien wel snel boos is, maar ook snel weer goed. ´Dat weten we niet,´ zucht Ahmad.
Een half uur later zien we dat het hekwerk inderdaad weg is. ´Als hij ook de ontstane gaten in de muur maar dicht stopt,´ zeggen wij tegen elkaar.
Vandaag wordt er weer aan onze deur gebeld. Het is nogmaals de buurman, maar ik hoor hem vanuit de badkamer nu op veel rustiger toon tegen Ahmad praten. Hij komt zijn excuses aanbieden. Hij zegt dat Ahmad gelijk heeft en dat zijn bouwsel esthetisch geen gezicht is. Ahmad zegt dat dit echt niet zo is. Hij heeft geen enkele moeite met de overkapping die M. gebouwd heeft op zijn dak. En al helemaal niet met de trap die hij heeft gebouwd naar het dak vanaf zijn balkon, want die voorziet in een behoefte van de alle inwoners in dit gebouw. Het was immers eerst helemaal niet mogelijk het dak op de gaan zonder gevaar. (Er is namelijk geen mogelijkheid ingebouwd bij de constructie van dit gebouw om het dak op te kunnen.)
M. biedt Ahmad aan om even te komen kijken, samen met hem op het dak, naar wat hij gebouwd heeft. En dat doet Ahmad. M legt uit dat hij de overkapping heeft gebouwd als uitlaatklep voor hemzelf tijdens een eventuele volgende lockdown. Hij zegt dat hij helemaal gek wordt van het opgesloten zijn en hij gebruikt de ruimte boven om te trainen. Zonder dat wordt hij helemaal gek, legt hij uit. Zo gek dat hij in staat is iemand iets aan te doen. Het hekwerk was bedoeld voor zijn 4 katten, die vaak in de nacht op het dak hun feestje vieren. Hij is bang dat ze vallen. Maar dat kon toch ook van de zijkant van het gebouw, waar geen hek was geplaatst, denkt Ahmad bij zichzelf.
Zeker is dat deze man misschien wel agressief kan zijn, maar dat hij al met al een klein hartje heeft. En hij is helemaal gek op zijn katten.
´Hoe was zijn huis vanbinnen?´ vraag ik nieuwsgierig. Er hingen heel veel yoga-achtige posters. Zijn vriendin was niet thuis. Zij was een zwerfkat aan het zoeken, waarvan ze gehoord hadden dat die ziek is. Ze wil het dier naar de dierenarts brengen. ´Ach,´ zeg ik. Dat is toch wel heel lief. M. heeft beloofd dat hij de gaten van het verwijderde hekwerk gaat dichten. Ook ontdekten beide mannen, al wandelend op het dak en pratend, een verstopt kanaal boven onze keuken en dat gaat M. voor ons ontstoppen. Wij zijn allebei blij dat we geen ruzie meer hebben met deze buren. Ruzie met buren is nergens goed voor.