Elke ochtend gooi ik wat overgebleven broodrestjes en stukjes kaas op de aarde in onze tuin, ter aanvulling van het verdere voedsel dat er hangt voor de vogeltjes. Deze winter komen ze in grote getale en in vele soorten. Meesjes, merels, mussen, roodborstjes, spreeuwen, papagaaien, eksters en duiven. De slimme eksters hebben altijd snel de kaas te pakken. Het door mij gestrooide brood is al snel op en verder zien we door de dag heen de andere vogels eten van de nootjes, zaadjes, vetbollen en de vogeltaart.
Maar elke ochtend zie ik heel schichtig een lekkere mollige huiskat haastig van me weghollen als ik de tuindeur open. Deze kat vindt het leuk om met name in de nacht te jagen in mijn tuin op muisjes die er ook wel zijn, maar zich nu overdag minder laten zien dan andere jaren. De kat schrikt van mij en denkt dat ik hem niet graag zie in mijn tuin, maar niets is minder waar. Ik ben blij met deze jager die vooral in de nacht en vroege ochtend onze tuin komt vrijwaren van te veel muizen.
Vandaag waande het heerlijke wollige beest zich onbespied en kon ik hem kieken vanuit het raam, terwijl hij op zijn gemak op onze tuinset zat, waarschijnlijk luisterend naar het muizengetrippel daaronder. Deze jager is welkom!