Ik word gebeld en denk dat het waarschijnlijk mijn oudste dochter is, die weleens belt op de terugweg naar huis van haar werk. Dan belt ze me even onder het rijden (uiteraard hands free!). Het is één van de weinige momenten dat zij kans ziet om mij te spreken tussen al haar drukke bezigheden door.
Maar het is mijn dochter niet, maar haar jongste zoon. ‘Oma, ben je thuis? Dan kom ik even langs op de racefiets van mamma. Ik ben al onderweg.’ ‘Natuurlijk, kom jij maar even langs. Dat vind ik heel gezellig.’ En daar is hij al snel. Hij eet een waterijsje, dat al tijden lang lag te ‘verijzen’ in mijn diepvries. ‘Lekker, oma.’ Hij heeft 41 km per uur gefietst in deze hitte. Dan nog een broodje met roomboter, dat hijzelf netjes en vakkundig ontdooit, roostert en smeert, met een glas grenadine. We babbelen even wat. Hij weet al wat hij wil worden, industrieel ontwerper en dan liefst met een eigen bedrijf. Hij heeft al zijn onvoldoendes opgehaald en gaat zeker over naar de tweede klas van de mavo. Dat is geweldig en fijn. Na een kort momentje met mij laat hij zijn moeder weten via zijn telefoon dat hij eraan komt. Hij moet om 6 uur thuis zijn voor het eten……