Gluren

Terecht noemde één van de weinige lezertjes van dit weblog mij laatst een gluurder. Ik ben dat inderdaad. En al vanaf mijn kindertijd. Ik heb het van jongs af aan heerlijk gevonden naar mensen te kijken. Wanneer ik als kind in een restaurant zat (kwam niet zo vaak voor, hoor), dan zat ik omgekeerd in mijn stoel, ongegeneerd mensen om me heen te bestuderen. Zodat mijn moeder mij moest aanmanen mijn eten niet te vergeten.Ik was gefascineerd door het gedrag van mensen, vooral het non-verbale, waarvan zij zichzelf misschien niet bewust waren. Het kwam niet altijd overeen met woorden die uit hun mond kwamen. Dat zag ik ook. Ik vond het leuk om alvast te voorspellen wat mensen zouden gaan doen over enkele minuten. Soms kon je dat al zien aan hun gedrag. Mij vielen veel dingen op. Bij mensen, maar het konden ook patroontjes in het kleed zijn of in de wolken. Alles had mijn aandacht.
Dat observeren van alles om mij heen is een tijd weg geweest, toen ik me pijnlijk bewust werd van mijzelf en alles wat er van mij verwacht werd of wat ik me daarover inbeeldde. Nu ik wat ouder word en minder om handen heb, merk ik dat die kinderlijke nieuwsgierigheid naar het menselijk gedrag eigenlijk nooit weg geweest is. Daarom lees ik boeken en daarom kijk ik om me heen. Ik heb nu alle tijd.
Zo ook gisteren.
We zitten op het strand. Het is heerlijk weer, windstil met een kalme zee. Ietwat nevelig. Om mij heen volwassenen en kinderen, onder parasols en in het water. De sfeer is relaxed. Mijn antenne richt zich op een jonge meid, een eindje verderop. Zij zit in een stoel, naast haar een vrouw en daarnaast een man, waarschijnlijk haar pa en ma. Ik zie haar ‘en profil’. Ze is niet lelijk, maar iets bevalt me niet. Haar uitdrukking is ontevreden en arrogant. Dat zie ik van opzij en uit de verte, ondanks de beginnende staar in mijn beide ogen en de zonnebril die zij draagt. Ik doe verder niks met die waarneming. Onder de zon zijn alle soorten schepselen……Ik lees verder in mijn e-reader.
Een uurtje later. De stoel van de man (vader?) is leeg, maar er is nog een meisje in beeld. Zij hoort kennelijk ook tot het gezelschap, maar ik zag haar eerder niet, waarschijnlijk omdat zij in de zee was. Het is een meisje van een jaar of 11. Ze is een beetje getint en heeft een krullende paardenstaart. Zou een halfbloedje kunnen zijn. Ze staat voor de lege stoel met een leeg hulsje van een waterijsje. Ineens staat de ‘arrogante’ meid op uit de linkerstoel en trekt het andere meisje ruw aan haar kuif, zodat ze er een bos haren uit de staart los komt. Daarbij zegt haar lelijke mond ook iets lelijks, dat ik vanaf mijn stoel niet kan verstaan. Vervolgens beent ze weg naar de zee. De moeder blijft rustig zitten, maar doet wel even de haren van het jongere meisje. Ze maakt de staart los en doet het elastiek er opnieuw in, zodat haar kapsel weer gefatsoeneerd is. Het meisje gaat rustig zitten in de nu nog lege rechterstoel. Ik zie geen enkele nerveuze of boze reactie bij haar. Ze huilt niet en haar houding is ontspannen.
Het andere meisje (de kwaaie) komt terug en gaat weer zitten. Haar rug straalt nog steeds agressie uit. Haar moeder begint haar de les te lezen, waarop zij verontwaardigd reageert en vervolgens leest moeder ook het andere meisje de les, die dat rustig aanhoort. Dan begint de boze meid weer. Ze staat op, trekt demonstratief wat kleding aan en klapt haar stoel dicht. Ik versta niet wat ze zegt, maar ze is het duidelijk zat en dreigt weg te gaan. Dat doet ze echter niet. Ze blijft bakkeleien met de moeder en staat dreigend met haar stoel schuin boven de vrouw, wijzend met een priemend vingertje. Ik zie dat moeders rustig blijft zitten. Haar houding verraadt geen enkele angst voor deze dreiging, haar benen relaxed over elkaar heen gelagen. Het jongere meisje is opgestaan en staat nu naast de vrouw. Alsof zij de vrouw wil verdedigen, mocht dat nodig zijn.
De boze meid klapt haar stoel weer uit en gaat zitten, maar nog steeds boos en discussiërend met moeder. Het jongere meisje zit nu achter hun stoelen in het zand. Haar houding drukt uit dat ze wil ‘dat het goed komt’. Ze schept wat met haar handen in het zand. Na een poosje gaat ze zwemmen en de rust lijkt weergekeerd.
Even later zie ik een dikke man bij hun staan. Dat is vader, die is teruggekeerd, kennelijk van een wandeling. Hij wijst naar verderop op het strand. Nu is het tijd om te vertrekken. Maar het kleinere meisje gaat snel nog even in zee met haar surfplank. Dat wekt enige irritatie op bij moeder, die haar terugroept (‘we zouden toch weggaan’).
Het gezelschap sjokt van het strand af, de boze meid voorop. Wij stappen toevallig ook op. Boven wassen ze hun voeten bij de openbare douche. Het jonge meisje neemt er haar gemak van en doucht zichzelf en haar surfplank helemaal, terwijl de anderen op de boulevard op haar wachten.
Als Ahmad en ik wegrijden, zie ik ze langs de weg lopen, de boze voorop en het argeloze jonge meisje achterop. Ik blijft met de vraag zitten hoe de familiebanden liggen. De meisjes lijken niet op elkaar en verschillen ook nog sterk in leeftijd. Het jonge meisje lijkt op geen van de ouders. Haar enige zonde is, zo stel ik me voor, dat zij een stuk mooier is dan de anderen en dat ze behoorlijk treuzelt. Het boze meisje lijkt vol te zitten met frustratie, joost mag weten waarvandaan. Jammer als op die manier een vakantie verpest wordt. Een vakantie is in de regel maar zo kort…..

Eén gedachte over “Gluren

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *