Gelukkig hoeven we niet veel meer

Als iemand me een jaar geleden zou vragen hoe oud ik me voelde, dan zou ik zeggen: ik ben 71 jaar maar ik voel me qua energie als iemand van 33 jaar (ongeveer). Dat is nu niet meer zo. Ik ben nu 72 jaar en ik voel me minder energiek dan voorheen. Net als een auto slijt het lichaam en het energiepeil neemt af, hoe iemand ook zijn best doet om in conditie te blijven. Nu begin ik dat te voelen. Momenteel ben ik nog grieperig en dat drukt me nog meer op het feit van een verouderend lichaam. Maar het is goed om te beseffen dat ik niet meer zoveel van mezelf hoef te eisen en dat ik daar beter vrede mee kan hebben. Dat valt niet mee voor iemand met een nuttigheidsdrang zoals ik.

Als ik mijn situatie van nu vergelijk met de situatie van mijn kinderen, dan huiver ik soms van het verschil tussen wat er van hen dagelijks geëist wordt en het rustige leven dat wij als gepensioneerden mogen smaken. Ik voel me daar soms bijna schuldig om. Dan moet ik mezelf mentaal ´vastgrijpen´ en beseffen dat ik ook tijden heb gehad dat er veel van me gevraagd werd in het leven en dat ook mijn leven niet gladjes als in een ´safe space´ is verlopen.

Ik kan me niet herinneren dat mijn ouders zich druk maakten om mijn wel en wee vanaf het moment dat ik het huis verliet. En zelfs daarvoor was er weinig belangstelling vanuit mijn ouders voor het welbevinden van mijn broer en mij. Mijn broer is een jaar blijven zitten op het gymnasium in een periode dat hij zich het grootste deel van de tijd op zijn kamer opsloot. Achteraf gezien was hij op dat moment depressief, maar daarover werd niet gepraat en het alarmeerde mijn ouders totaal niet. Ik heb het idee dat in onze jeugd over het algemeen ouders zich lang niet zo druk maakten over het emotionele welzijn van hun kinderen als ouders van tegenwoordig. Als je iets mankeerde werd dit al gauw afgedaan met de opmerking dat het vanzelf wel over zou gaan. Terwijl er nu bezorgder op gereageerd wordt door ouders.

Uit de tijd dat ikzelf vier kinderen moest grootbrengen en daarbij ook weleens ziek werd of griep kreeg of andere problemen had, kan ik me niet herinneren dat mijn ouders op de hoogte waren van welke tegenslag dan ook die ik te verduren kreeg. Er was nog geen Whatsapp en de telefoontjes die er zo nu en dan plaats vonden gingen meer over mijn moeders wel en wee dan het mijne. Vragen die gesteld werden hadden een oppervlakkig karakter.

Nu heb ik met een aantal van mijn kinderen een veel intensiever contact en als ik hoor dat één van hen of de kleinkinderen ziek zijn of dat er een ander probleem is, dan voel ik me daar veel meer bij betrokken dan mijn ouders vroeger betrokken waren bij mij. Ik weet niet of dat beter of slechter is. Als ze ziek zijn en daarbij toch hun verplichtingen als opvoeders en verzorgers voor de kinderen doorgaan, dan heb ik met ze te doen omdat ik nog weet hoe dat voelt en hoe zwaar dat is. Maar dan besef ik ook dat ik ze dat niet uit handen kan nemen. Zeker niet hier vanuit Spanje. Ik kan dan alleen maar met ze meeleven en in hoeverre ze daaraan iets hebben weet ik niet. Ook sta ik er vaak versteld van hoe zwaar hun leven bij tijd en wijle is, als werkende ouders met kinderen die ook veel van hun vragen. ´Waar halen ze de energie vandaan?´ vraag ik me dan af. Maar dan besef ik ook dat ik moet begrijpen dat ik naar ze kijk vanuit het energieniveau van mijn oudere lichaam en dat zij als dertigers een veel hoger energiepeil hebben! Dat ik vroeger ook sterk was en me nu niet meer kan voorstellen hoe ik alles (overdrachtelijk gezien tegen weer en wind) kon klaren.

Mijn kinderen zeggen vaak tegen me: ´Mam, geniet van je mooie en gelukkige leven. Je hebt het verdiend´. Dat vind ik zo lief van hen, vooral als ik zie hoe zwaar zij het zelf vaak hebben. Ik zou alle tegenslag voor ze willen wegnemen. Dat zal een moederinstinct zijn. Maar ik weet dat dit helemaal niet de kan en ook niet goed voor hen zou zijn. Ze zijn sterk en alles wat hen overkomt maakt hen alleen maar sterker en nog mooier als persoon. Het leven loopt niet van een leien dakje en het is, denk ik, ook niet wenselijk om dat na te streven. Wat belangrijk is in mijn ogen is de liefde voor elkaar. Liefde geeft de ander vertrouwen, kracht en energie. Samen sta je sterker dan alleen en kan je problemen beter aan. Ik ben blij dat mijn kinderen goede partners hebben en elkaar liefhebben en steunen. Dat geeft mij veel rust.