Oud en nieuw

Het zegt me niet zoveel. Elke dag is een nieuwe dag, waar dan ook in het jaar. Maar toch hangt er iets spannends rond de jaarwisseling. Knalletjes en knallen hier en daar (ruim voor de jaarwisseling) kondigden al aan dat veel mensen maling hebben aan het vuurwerkverbod.

Zoals gewend bakte ik gisterochtend mijn oliebollen. Die drang ontstaat bij mij vanzelf, elke oudejaarsdag.

Dit keer was ik dubbel gewaarschuwd door berichten in de krant dat Koopmans ‘in enkele verpakkingen’ vergeten is gist toe te voegen, iets wat ik in de praktijk al had mogen ervaren. Een euvel dat, zoals ik heb gemerkt, ook voorkomt bij andere producenten (zoals Jumbo). Ik heb daardoor geleerd niet meer te vertrouwen op de kwaliteit van het oliebollenmeel (zoals het ‘vroegah’ was). Het kan geen kwaad om aan het meel bakpoeder of bicarbonaat toe te voegen.

De rozijnen liet ik vanaf de avond ervoor wellen (tip van een professionele oliebollenbakker uit de krant). Rustig ging ik gisterochtend te werk. Ik voelde dat het dit keer goed zou lukken. Langzaam voegde ik het lauwe water toe, terwijl mijn deeghaken hun werk deden. Het werd een mooie massa. Terwijl de twee bakken met deeg afgedekt stonden te rijzen bij de verwarming (één met en één zonder rozijnen) belde ik mijn nicht van vaders kant om haar een gelukkig nieuwjaar te wensen. Zij vertelde mij o.a. dat zij in haar meer dan 80-jarige leven nog nooit een oliebol gebakken had. Het leek haar veel werk.

N.B. Toen ik later op het nieuws de lange rijen zag staan van mensen die op 31 december in winkels en kramen oliebollen wilden kopen, prijsde ik mij gelukkig dat ik in de beschermde omgeving van mijn huis in nog geen uurtje ruim 40 oliebollen zelf had gebakken.

Ik bracht er zeven naar mijn buurvrouw, die al eerder oliebollen had geproefd van mij en had gezegd dat ze de mijne lekkerder vond dan die van de bakker. ‘Deze zijn voor jou. Geef die van de bakker maar aan je bezoek.’

Daarna gingen we met de oliebollen zonder rozijnen naar mijn jongste zoon en gezin. We hadden ook gemarineerd vlees bij ons om kroketjes te maken, wat Ahmad samen deed met mijn schoondochter. Rond 17 uur wilde ik thuis zijn, om dronken automobilisten en rondslingerend vuurwerk voor te zijn.

Mijn kinderen wilden best dat we bleven tot 24 uur om samen naar Pannekoek te kijken op hun grote tv. Maar wij houden het niet vol om zo lang op te zijn. Later kwam spontaan zijn zus met vriend bij hun op bezoek. Zij hadden een leuke avond met elkaar.

Ik dacht misschien thuis Pannekoek te kijken, als ik toch niet zou slapen vanwege de oorverdovende knallen, die we al hoorden vanaf vroeg in de avond. Ahmad zou dan naar bed gaan, omdat deze Andalus niets heeft aan kijken naar Pannekoek. Maar we kregen allebei slaap en gingen naar bed om een uur of 22.30. Het geknal duurde tot drie uur in de ochtend, waardoor we toch niet rustig sliepen. In mijn wijk, waarvan men zegt dat er de armste mensen wonen, werd voor duizenden euro’s afgeknald. Ik ging ervan uit dat mijn buurt niet de enige was waarin net zoveel vuurwerk werd afgestoken als in andere jaren. Ik zag veel commentaar daarop voorbij komen op media als twitter, waarvan ik de grappigste reactie vond: ‘intelligent vuurwerkverbod’.

We hoorden diverse keren de sirenes van ambulance, politie en brandweer. Wat een ellende voor niets.

Vanmorgen zaten we wat later te ontbijten dan anders. Er waren minder vogeltjes die kwamen eten van het vogelvoer, op een dapper roodborstje na. In de ‘stilte na de storm’ zagen we alleen grote vogels overvliegen en niet het ballet van de dansende spreeuwen, waarop we elke ochtend worden getrakteerd. De vogels en andere dieren hebben een onrustige nacht gehad. De mens als vogelverschrikker.

De knallende buurtgenoten zijn nu nog stil, maar ik weet al dat we ook de komende dagen nog een knal hier en daar kunnen verwachten.