Ik ben nog lang niet jarig

Dat roept herinneringen op aan mijn kindertijd. Na een verjaardag lag ik ´s avonds in bed stilletjes te huilen. Omdat het weer een jaar zou duren voordat ik weer jarig zou zijn. Het ging me niet eens om de cadeautjes, maar om de lieve aandacht die ik kreeg op mijn verjaardag van mijn naasten. Datzelfde gold als ik ziek was. Mijn moeder was dan een heel lieve verpleegster, die aan mijn bed kwam met een zachtgekookte eitje en een kop heerlijke zelfgemaakte tomatensoep. Ik vond deze rol van zieke zo fijn dat ik weleens stiekem de thermometer tegen de lamp hield, zodat zij dacht dat ik nog steeds koorts had, terwijl ik eigenlijk al beter was. Tot op heden verlang ik naar zachtgekookte eitjes en tomatensoep als ik me niet zo lekker voel. Dat zit er goed in geconditioneerd.

Maar goed, ik moet weer een jaar wachten op een nieuwe verjaardag, als ik die mag meemaken. Intussen kijk ik met plezier terug op de dag van gisteren met mijn liefste. Eigenlijk is er niets aan de hand. We blijven gewoon lief voor elkaar. Ik hoef daarvoor niet meer jarig te zijn of ziekjes. Het is goed zoals het is. We beleven één lange ´luna de miel´.

Gisteren gingen we in de namiddag even naar het toeristische Torremolinos voor een ijsje. Maar de ijscoman met vers ijs was gesloten. Daarom kochten we een magnum uit de diepvries van een kiosk, die we op aten terwijl we keken naar de eendjes.