Herinnering aan onze eerste ontmoeting

Ons dorp is een nieuw beeld rijker ter voorbereiding op de processies van de Semana Santa die volgende week plaats vinden. Het beeld staat op het plein naast de grote kerk en kijkt uit op het bureau van de Gardia Civil die de katholieke kerk een warm hart toedraagt.  ´Deze processies zijn in essentie boeteprocessies. Er lopen steevast boetelingen in mee, die kleding dragen met puntvormige maskers, om de anonimiteit te waarborgen. Deze kostuums zijn later ook door de (overigens sterk anti-katholiekeAmerikaanse Ku Klux Klan gebruikt, waardoor het beeld van de Spaanse boeteling bij sommigen in het westen een negatieve connotatie heeft gekregen.´ (Zie deze wikipagina)
Ik vind deze beeldjes van de boetelingen, die je nu overal ziet opduiken dit jaar, wel schattig

Wij gaan de semana santa niet beleven dit jaar, omdat wij volgende week dinsdag naar Nederland vertrekken.

Vanmorgen waren we alvast een beetje aan het bedenken wat mee moet naar Nederland. We gingen weer lijstjes maken. ´Ik ga jou helpen met kleding uitzoeken om mee te nemen,´ zeg ik hem. Ik weet dat hij daar best onhandig in is.

Ineens herinnerde ik me hoe het was, nu bijna 15 jaar geleden, toen Ahmad in zijn eentje naar Nederland afreisde en ik hem ging afhalen van Schiphol. In mijn zenuwen vergiste ik me in de aankomsttijd, zodat ik er een uur te vroeg stond te wachten. En daar kwam hij dan eindelijk. Een kleine man met een snorretje en een pet op. Hij droeg een ouderwetse bruine koffer zonder wieltjes, waardoor hij oogde als een reiziger uit de jaren 30. Hij gaf me een tandeloze glimlach, die zo stralend en lief was dat ik die nooit meer vergeet. Hij had het boek dat hij geschreven had in zijn andere hand en toen hij op me toeliep drukte hij me als eerste dat boek in mijn hand. Alsof het een soort diploma was of een toegangskaart naar een leven met mij. Hij mompelde wat in het Andalusisch en, ondanks mijn elementaire kennis van de Spaanse taal die ik via onze emailwisseling de drie maanden ervoor had proberen te vergaren als voorbereiding op onze ontmoeting, verstond ik geen woord van wat hij zei. Maar op de terugweg (ik was gekomen met de trein) hadden we woordeloos contact. Thuis hadden mijn dochters mijn huis versierd met hartjes en ballonnen en de hele woonkamer zat vol met soefie-leerlingen met wie ik toen nog veel contact had. Er was een imam die ons trouwde voor de islam en daarna aten we met zijn allen het eten dat mijn dochter had gekookt. Ze had allerlei lekkernijen in huis gehaald en een mooie taart met glazuur van 2 witte duiven, die Ahmad en ik samen moesten aansnijden. Etc etc….

´Was de koffer zwaar?´ vraag ik hem nu. ´Ja, dat wel en er zaten geen wieltjes onder´, lacht hij. Hij woonde ervoor tijdelijk bij zijn neefje en zijn zus had kleding voor hem ingepakt. Een heel dikke pyjama, omdat het november was en hij naar het koude Nederland ging. De pyjama rook naar een heerlijk wasmiddel, maar hij heeft hem weinig gedragen. Zo koud was het nu ook weer niet. Verder had hij een grote witte badjas bij zich. Die heeft hij ook nooit gebruikt.